Spelen is heel belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Spelenderwijs wordt het handiger en leert het over zichzelf, anderen en de wereld rondom zich.
Samen spelen is goud waard
Een speelse ouder is goud waard. Samen spelen creëert een band met een kind. Hoewel een kind uit zichzelf speelt, heeft het soms prikkels van volwassenen nodig om tot spelen te komen. Samen spelen is aandacht geven en een mooie manier om een kind beter te leren kennen. Door het aan te moedigen, te stimuleren en positief te beïnvloeden krijgt een kind meer zelfvertrouwen.
- Reageer positief als je kind met iets speelt en benoem eventueel het voorwerp. Een spelletje opdringen heeft geen zin.
- Speel samen op momenten dat er tijd is om er met volle teugen van te kunnen genieten.
- Probeer in te spelen op wat je kind graag doet en laat het zelf initiatief nemen. Op deze manier leert het controle te krijgen over zijn omgeving en groeit zijn gevoel van eigenwaarde.
- Vestig zijn of haar aandacht op dingen die het zelf nog niet had opgemerkt.
- Probeer af en toe iets extra aan het spel toe te voegen, door vraagjes te stellen of iets nieuws aan te brengen. Als ouder ben je zelf trouwens leuk speelgoed voor je kind.
- Elke ouder heeft een voorkeur voor een bepaald soort spelletjes, jammer genoeg komt dit niet altijd overeenkom met de voorkeur van je kind.
Spelen doet je kind bewegen
- Als je baby met zijn armen zwaait en met zijn benen trappelt, oefent hij heel intens zijn spieren.
- Door zich in buikligging met zijn armen af te zetten, leert je baby zijn hoofd onder controle te houden, om te rollen en zijn heupen te strekken. Dit is nodig om rechtop te leren staan.
- Als je kind kruipt, leert het vrij naar alle kanten bewegen, zijn armspieren oefenen en zijn evenwicht vinden.
- Bij het grijpen oefent je kind zijn schouder-, hand- en vingerspieren. Zo leert het alsmaar fijnere bewegingen uitvoeren.
- Door te lopen, te rennen en te springen, leert je kind zijn lichaamsbeweging steeds beter beheersen.
Spelen leert je kind denken
- ‘Kiekeboespelletjes’ leren je kind mensen, gebeurtenissen en voorwerpen herkennen en onthouden. Zo kan het op zoek gaan naar een verborgen voorwerp of een persoon die dan plots tevoorschijn komt. Het kan ook andersom: je kindje legt een handdoek op zijn hoofd, neemt hem weg en roept ‘kiekeboe’. Die spelletjes leren het dat de dingen blijven bestaan, ook al ziet het ze niet. Dit kan je kind helpen om zijn scheidingsangst te overwinnen.
- Als je kind een karretje aan een touwtje voorttrekt, begint het karretje te rijden. Zo ontdekt je kind het verband tussen oorzaak en gevolg. Door dit soort spelletjes krijgt het meer zelfvertrouwen: het ziet hoe het door zijn eigen inspanningen iets kan bereiken.
- Al spelend krijgt je kind inzicht in wat het wel en wat het niet met een voorwerp kan doen. Een kleine doosje past bv. in het grote, maar niet omgekeerd. Door de blokken op elkaar te plaatsen, kan het een hoge toren maken.
- Door te spelen, leert je kind de eigenschappen van voorwerpen en vormloze materialen (klei, water, zand, …) kennen. Die kunnen nat, droog, warm, koud, hard of zacht zijn. Ze kunnen geluid maken, vlug stukgaan, blinken, ...
- Als je kind nieuwe dingen ontdekt die het met een voorwerp kan uitvoeren, wordt zijn creativiteit gestimuleerd: een kartonnen doos wordt bv. een trein en je kind wordt machinist.
- In fantasiespelletjes leert je kind denken en verbanden leggen.
Spelen leert je kind omgaan met mensen
- Vanaf de geboorte is een baby sociaal gericht. Tijdens het getrappel met zijn benen en het gezwaai met zijn armen kijkt je baby meestal intens naar de mensen rondom zich. Kijken de mensen aandachtig en praten ze met hem, reageert je baby meestal met nog meer bewegingen. Tijdens dit soort spelletjes breekt meestal ook zijn eerste glimlach door.
- Taalspelletjes helpen je kind om te leren praten. Samen zingen, versjes opzeggen, … is leuk en tegelijk leerrijk.
- In naboots- en fantasiespelletjes leert je kind hoe mensen met elkaar omgaan. Een kleuter bootst grote mensen na. Op die manier verplaatst hij zich in de volwassene en leert hij hoe hij zich later zal moeten gedragen in bepaalde situaties.
Spelen leert je kind wat mag en wat niet mag
- Het is belangrijk dat je kind tijdens het spelen wordt geconfronteerd met beperkingen en duidelijke grenzen. Tekenen mag wel op een blad, niet op het behangpapier.
- Je kind ontdekt van alles, maar leert ook dat sommige dingen niet kunnen, bv. speelgoed kapot maken, andere kinderen pijn doen, …
- In de kleuterperiode leert je kind spelregels volgen en zich aan afspraken houden.