Vanaf 3 jaar spreken we van een kleuter. Een kleuter leert nieuwe vaardigheden, kijkt anders naar de wereld en leert op een andere manier met leeftijdsgenootjes omgaan dan een peuter. Kleuters leren dat leeftijdgenootjes andere dingen willen en zien dan zijzelf. Dat is een voorwaarde om echt samen te leren spelen. Ze leren om niet enkel hun zin te doen maar om af te spreken wat ze samen spelen en hoe. Natuurlijk gebeurt dit niet van de ene dag op de andere. Kleuters zijn al behoorlijk zelfstandig: ze kunnen hun tanden al voor- of napoetsen met mama of papa, proberen zich zelf aan te kleden, ze kunnen zelfstandig spelen terwijl je zelf bijvoorbeeld aan het koken bent ... Kleuters zijn ook voor andere dingen bang dan peuters. Daar zit hun fantasie voor iets tussen (bang voor een spook onder het bed of monster in de kast). Ze nemen uitspraken vaak letterlijk waardoor ze bang kunnen worden of ze snappen nog niet alles (zoals bij een vriendschap die 'doodbloedt'). Kleuters ontdekken dat er een verschil is tussen jongens en meisjes. Ze stellen daar vragen over. Ze beseffen dat jongens later mannen worden en meisjes later vrouwen. Een heel aantal jongens en meisjes gaat de voorkeur geven aan wat in onze maatschappij gezien wordt als typisch speelgoed voor jongens/meisjes. Lees meer over de ontwikkeling
|