De Hoge Gezondheidsraad raadt zwemmen met baby’s jonger dan 12 maanden af in de Belgische zwembaden.

  • Een baby (kwetsbaar wegens hyperactieve slijmvliezen of immature longen) komt best nog niet met chloordampen in contact.
  • De voordelen van zwemmen en bewegen voor een heel jong kind in het water wegen op dit moment niet op tegen het risico van mogelijke infecties.
  • Neem zelf meer tijd voor de gewenning van je baby aan het water tijdens het badritueel of momenten van samen onder de douche thuis.

Watergewenning en babyzwemmen kan zodra je baby 1 jaar oud is in goede hygiënische omstandigheden en in gecontroleerde zwembaden.

Zwemmen is aan te raden voor kinderen vanaf 4 jaar. Pas dan kan een kind de zwemtechniek goed aanleren en zich juist in het water bewegen.

  • Hou voortdurend toezicht! In openbare zwembaden kan een kind eventjes aan het zicht van de redders ontsnappen.
  • Leer je kind niet te lopen rond het zwembad: doordat de vloer nat is, kan je kind makkelijk wegglijden in het water.
  • Let op de veiligheidsvoorschriften die door pictogrammen of geschreven instructies zijn aangegeven.
  • Leer je kind het verschil tussen diep en ondiep water.
Veiligheid Thema's van Kind en Gezin Spelen en bewegen Reizen met kinderen

Een beetje zon is goed voor iedereen. Ultraviolette(uv)-stralen zorgen ervoor dat ons lichaam de noodzakelijke vitamine D aanmaakt. Vitamine D zorgt voor kalkopname, nodig voor de opbouw van stevige beenderen. 

Pas wel op voor te veel zon en dus te veel uv-stralen. Dit is schadelijk en kan zonnebrand veroorzaken. 

Bij kinderen onder de 10 jaar is de huid heel kwetsbaar. De schadelijke uv-stralen dringen er makkelijk door. Het lichaam van een kind herstelt minder vlot dan dat van een volwassene. De schade stapelt zich op. Dit vergroot de kans op huidkanker (o.a. melanoom) op latere leeftijd.

Veiligheid Gezondheid Reizen met kinderen

Vaak gaat het maar om enkele uren die vooraf aangekondigd worden en die te overbruggen zijn. Misschien gaat bij familie of vrienden de stroom niet afgeschakeld worden en kan je met je kindje(s) enkele uren bij hen terecht. Hou de toestand in het oog op OFF ON.be.

Veiligheid

Melkvoeding

  • Borstvoeding is ook in dit geval de beste keuze.

  • Flesvoeding bereiden:

    • Warm water (flessenwater geschikt voor de baby) kan je voor de stroomonderbreking in een thermos klaarzetten zodat op het moment van een stroomonderbreking een voeding zonder probleem kan bereid worden.

    • Kant- en klare melkvoeding kan je ook koud geven

    • We raden niet aan om de gemaakte fles zomaar op het aanrecht op temperatuur te laten komen.

    • Wie met gas of een houtkachel verwarmt kan een pannetje met water opwarmen en daarin de fles laten warmen, dus de techniek van au bain-marie.

Vaste voeding

  • Als het mogelijk is kan je het tijdstip van de koude (fruitpap of broodmaaltijd voor oudere kinderen) en de warme maaltijd wisselen. 
  • Wie met gas of een houtkachel verwarmt, kan in principe voeding bereiden of opwarmen.
  • Het opwarmen van bv. potjesvoeding doe je best in au bain marie.
  • Potjesvoeding kan je koud geven als het tijdstip ervan niet kan verzet worden.
  • Voeding kan je eventueel in een speciale thermos bewaren, maar dat is een dure oplossing.

Verzorging

  • Hou er rekening mee dat je waarschijnlijk niet over warm water zal beschikken. Het kan geen kwaad om eens een badje over te slaan.
  • Bij koude dagen en als de verwarming een paar uur niet werkt, kan het snel afkoelen. Je hoeft je kindje niet noodzakelijk om te kleden om zijn of haar pyjama aan te doen. Leg je baby gerust met zijn of haar kleding van overdag in bed en geef hem of haar de volgende morgen een lekkere wasbeurt en propere kleding.

Veiligheid

  • Laat je kind nooit alleen als je een stroomafschakeling kan verwachten.
  • Hou een deken of een extra truitje binnen handbereik. Leg je kind eventueel met extra dekentje te slapen, maar let op dat je hem of haar niet te warm induffelt. Een mutsje opzetten is niet nodig.
  • Als je een babyfoon hebt die werkt op het elektrisch stroomnet, denk er dan aan dat deze niet werkt. Leg je kind dan eventueel te slapen in de woonkamer totdat de stroomonderbreking achter de rug is.
  • Voorzie op verschillende plaatsen een zaklamp of andere verlichting op batterijen zodat je veilig met je kind kan omgaan. Voorzie zeker voldoende licht op de verzorgingsplek en hou er rekening mee dat een zaklamp om in je handen vast te houden, hier niet zo handig is.
  • Zorg ervoor dat je gsm of je draadloze telefoon opgeladen is voor onvoorziene omstandigheden of noodgevallen.

De aanbevolen dagelijkse hoeveelheden kunnen verschillen tussen landen en autoriteiten op het gebied van voeding. Dat komt door:

  • verschillen in voedingsgewoonten
  • verschillende interpretaties van gegevens
  • gebruik van andere marges of andere waarden over de opname van vitamines en mineralen
  • andere reglementering
  • culturen

Terwijl er op Europees niveau wordt gestreefd naar zoveel mogelijk uniformiteit blijft dit op het vlak van de voedingsaanbevelingen moeilijk. De specifieke voedingsgewoonten verschillen per land en per regio. Dit heeft onder meer te maken met het feit dat voedingsgewoonten deels zijn ingebed in tradities en lokale culturen. Om tot een efficiënt voedings- en gezondheidsbeleid en een effectieve voedingsvoorlichting te kunnen komen moet hiermee rekening worden gehouden. In Frankrijk worden aardappelen bijvoorbeeld tot de groenten gerekend terwijl aardappelen in België worden  beschouwd als een basisonderdeel van de klassieke warme maaltijd en in het bijzonder als een goede bron van complexe koolhydraten.

Het is bij de opstelling van de voedingsaanbevelingen bovendien belangrijk dat rekening wordt gehouden met het werkelijke voedselconsumptiepatroon van de bevolking. Dit om te vermijden dat de voedingsaanbevelingen een niet werkbaar instrument worden.

Vaste voeding Flesvoeding

De HGR heeft gewezen op de risico’s van arseen in babyvoeding. Vooral rijst(producten) bevatten een hoge concentratie aan arseen. Arseen is één van de meest voorkomende zware metalen en kan de menselijke gezondheid ernstig schaden, zowel na acute als na chronische blootstelling. Chronische blootstelling aan arseen is voornamelijk het gevolg van natuurlijk gecontamineerd drinkwater en natuurlijk gecontamineerde voedselbronnen. 

Vaste voeding

Aanbevelingen voor baby’s en peuters

  • Zorg dat baby's een gevarieerde en evenwichtige voeding krijgen en vervang zetmeelbronnen dus niet enkel door vaste voedingsmiddelen op basis van rijst.
  • Kook rijst in een voldoende grote hoeveelheid water (6 keer zoveel water als rijst) en giet het kookwater weg alvorens de rijst op te dienen. Beperk tot 1 keer per week.
  • Geef niet regelmatig rijstkoeken als snack. Varieer dus voldoende met andere gezonde tussendoortjes. Het is moeilijk om te zeggen welke hoeveelheid men wel of niet elke dag van rijstproducten, zoals rijstwafels, kan eten of geven. Dit hangt ook af van het totale voedingspatroon. 
  • Vervang borstvoeding, flesvoeding of koemelk niet door rijstdranken. Raadpleeg een arts of diëtist over geschikte alternatieven voor koemelk voor kinderen met een allergie of intolerantie.
  • Op rijst gebaseerde kindermelen en -granen worden afgeraden voor pasgeborenen aangezien zij nog volop in ontwikkeling zijn en daardoor extra gevoelig zijn. Voor oudere kinderen kunnen rijstvlokken en kindermelen o.b.v. rijst wel deel uit maken van een gevarieerde, evenwichtige voeding. Kindermelen en -granen in de fruit- en groentepap zijn ook niet altijd noodzakelijk.
  • Andere specifieke kinderproducten zoals koekjes die op basis van rijst zijn gemaakt zullen telkens hogere concentraties arseen bevatten dan andere graan-gebaseerde koekjes. Er is wel een strengere Europese reglementering voor arseen in kinderproducten. Eenmalig dergelijke koekjes geven kan geen kwaad, maar dagelijkse toediening wordt afgeraden. Anderzijds is het beter je kind elke dag fruit of een gezond tussendoortje te geven dan enkel (rijst)koekjes als tussendoortje want deze zijn ook vaak gezoet.

Er zijn heel wat gadgets op de markt om fruit of groenten toe te dienen op een andere manier dan via de lepel of uit het vuistje zoals sabbelzakjes, fruitspenen, ... Ze zijn zeer verleidelijk om als alternatief aan te kopen en winnen zelfs regelmatig projectprijzen, maar zijn ze wel zo een slimme zet? Begin 2019 verscheen een onderbouwd artikel "Complementary foods in baby food pouches: position statement from the Nutrition Commission of the German Society for Pediatrics and Adolescent Medicine (DGKJ, e.V.), Koletzko et al. Molecular and Cellular Pediatrics (2019)".

Enkele belangrijke bevindingen uit dit artikel:

  1. Een gezonde voeding, van jongs af aan.
    Knijpzakjes hebben een hoge energiedensiteit, bevatten overwegend hoge hoeveelheden suiker en hebben een zeer zoete smaak. Een hoge inname van zoete voedingsmiddelen en dranken op jonge leeftijd is geassocieerd met een grotere voorkeur voor zoet in het latere leven. Een regelmatige consumptie houdt risico’s in zoals een onevenwichtige aanbreng van voedingsstoffen en verhoogd risico op cariës en overgewicht.
  2. Een gezond voedingspatroon: je tanden zijn je dankbaar! 
    Door het constant zuigen en sabbelen kennen de tanden geen rustmomenten en kunnen ze niet herstellen van de zuurstoot na het eten van voedsel. Dit kan tandbederf in de hand werken.
  3. Variatie bovenal!
    Door op deze manier vaste voeding aan te bieden, krijgt je kind maar een beperkte waaier aan smaken en texturen aangeboden. Latere introductie van ongekende smaken is geassocieerd met meer voedingsmoeilijkheden alsook een lagere inname van fruit en groenten op latere leeftijden.
  4. Benut de gevoelige periodes in de mondmotorische ontwikkeling.
    Door aan deze knijpzakjes te zuigen, blijft je kind in het primaire zuigpatroon. Dit kan het later leren eten van een lepel of vingervoeden bemoeilijken of verhinderen.
  5. Voeden is een moment van interactie tussen ouder-kind
    Het via lepel of uit de hand voedsel aangeboden krijgen, stimuleert ook de interactie tussen ouders/opvoeders en kinderen. Dit bevordert het wederzijds luisteren en in dialoog gaan met elkaar. Hongersignalen worden ook gemakkelijk erkend.
  6. Ook de portemonnee doet mee
    Ze zijn vaak tot twee keer zo duur dan de klassieke fruitpotjes.
  7. Opgelet! Verslikkingsgevaar
    Er bevinden zich ook kleine deeltjes (o.a. het schroefdopje) aan de verpakking waardoor er verslikkingsgevaar kan zijn.

Besluit

Zuigelingen en kinderen zuigen beter geen puree of vloeistof uit knijpzakjes of fruitspenen. Zij moeten de kans krijgen om een variëteit aan voedingsmiddelen, smaken en texturen via of lepelvoeding of vingervoeding te krijgen. Volg de mijlpalen. Het is aanbevolen een thuisbereide evenwichtig samengestelde voeding met laag suikergehalte en hoog gehalte aan noodzakelijke voedingsstoffen volgens de aanbevelingen te geven. ‘Vaste voeding’ geven onder de vorm van drank is niet aan te bevelen. Gepureerde voeding wordt best gegeven met een lepel en niet via een knijpzakje.

In de behandeling van een kind met ernstige voedingsproblemen kan, onder professionele begeleiding, een behandelend arts het gebruik van deze gadgets aanraden. Het is belangrijk dat de ouders in dat geval het advies van hun behandelend arts volgen.

Vaste voeding

In Vlaanderen groeien heel wat kinderen op in een meertalig gezin: minstens 1 op 4 kinderen spreekt meer dan één taal. Soms leren ze die vanaf de geboorte, dan weer praten ze een andere taal thuis en leren ze Nederlands op school of in de kinderopvang. Elk gezin maakt z’n eigen keuze. Soms spreken mama en papa consequent elk een andere taal met hun kind, soms is het de context die de taal bepaalt. Bijvoorbeeld met de grootouders taal X, in de winkel taal Y en thuis taal Z.

Een ideale aanpak bestaat niet: alles hangt af van de situatie, wensen en mogelijkheden van het gezin. Er bestaat geen ‘beste strategie’ voor iedereen.

Ouders kiezen het best voor een taal waar ze zich goed kunnen in uitdrukken en waarbij ze zich goed voelen. Zo leren kinderen het best talen: als ze een stevige basis hebben in hun thuistaal, verloopt andere talen leren een stuk vlotter.

Gaat je kind straks naar een Nederlandstalige school en spreken jullie thuis een andere taal? Zorg er dan voor dat het via andere mensen in je omgeving – kinderopvang, buren of familie – toch al kennismaakt met het Nederlands. Stel je zelf ook positief op tegenover alle talen, dan zal je kind dat ook doen.

Lees meer over meertaligheid

Taal Ontwikkeling en gedrag

‘Tuut Tuut’ zeggen als je ‘auto’ bedoelt, raden we af. Je leert je kind het best meteen de correcte woorden, zo zorg je ervoor dat je kind voortdurend nieuwe woorden leert.

Hoe meer woorden jij gebruikt, des te meer je je kindje uitdaagt met zijn of haar woordenschat en hem of haar een rijke taal aanleert.

Zit je kind in de brabbelfase, dan mag je natuurlijk rustig meebrabbelen, puur voor de fun! Je zal merken dat dat hem of haar aanmoedigt om volop te oefenen. Zolang je ook nog échte taal gebruikt om met je kind te communiceren, is meebrabbelen alleen maar positief.

Als je kind begint te praten, zal hij of zij ongetwijfeld fouten maken. Corrigeer je kind niet expliciet: dat maakt hem of haar onzeker en terughoudend. Op deze leeftijd is experimenteren belangrijker dan correct praten, dus behoud de spontaniteit. Zelf blijf je natuurlijk het goede voorbeeld geven door het correcte woord te gebruiken. Bijvoorbeeld: Je kind heeft een speelgoedauto in zijn of haar hand en zegt "Tauto". Jij antwoordt: "Ja, dat is een mooie auto, hè!"

Lees meer over de taalontwikkeling van je kind

Taal Ontwikkeling en gedrag
Abonneer op