Je mag met je pasgeboren baby direct buiten komen. Dat is gezond voor je kindje. De zonnestralen zorgen voor de aanmaak van vitamine D en stevige botten. 
Pas de kleding van je baby en zijn bedekking (wandelwagen ...) aan de omgevingstemperatuur aan. Bescherm je kindje in de zomer extra tegen de zon en in de winter tegen de koude. Is de baby te vroeg geboren of is zijn gewicht erg laag, vraag dit dan toch even na bij de arts.

Zwangerschap en geboorte Thema's van Kind en Gezin Spelen en bewegen Reizen met kinderen

Tijdens de zwangerschap vast je beter niet.

Neem een beslissing die voor jou goed aanvoelt. Sta achter je keuze en luister naar je lichaam. Voel je niet schuldig als het niet zou lukken. Je mag stoppen met vasten. Je mag ook het vasten een dag of een paar dagen onderbreken.

Er zijn geen gevaren of nadelige gevolgen voor de ongeboren baby.

Als mama kan je wel last krijgen tijdens periodes van vasten, zoals misselijkheid. Dat is individueel afhankelijk. Ervaar je te veel ongemakken, dan kan je best je vroedvrouw of arts contacteren.

Uiteraard is het belangrijk aandacht te hebben voor gevarieerde voeding tijdens je zwangerschap, met aandacht voor voldoende groenten, fruit, voedingsvezels en vocht.

Zwangerschap en geboorte

Wat je eet tijdens de zwangerschap, kan je ongeboren baby schaden en het risico verhogen op kinderkanker.

Het is onmogelijk om alle kankerverwekkende stoffen weg te laten uit je voeding. Wel kan je bepaalde stoffen zoveel mogelijk vermijden, zoals zwarte korstjes die bij het bakken ontstaan of frieten die te bruin werden door te lang te frituren.

Uit onderzoek blijkt dat een aantal kankerverwekkende stoffen die in het bloed van zwangere vrouwen circuleerden na het eten van bepaalde producten, werden teruggevonden in het navelstrengbloed. Dit betekent dat ze de moederkoek kunnen passeren en de foetus bereiken. Het gaat om:

  • acrylamide dat ontstaat bij het frituren van aardappelproducten zoals frieten (als ze bruin worden) en chips
  • polycyclische aromatische koolwaterstoffen die ontstaan als je eten laat aanbranden, bv. tijdens grillen en barbecueën
  • verbrande vetten uit plantaardige oliën
  • nitrosaminen uit gerookte vlees- en visproducten en charcuterie
  • dioxines uit vlees, vis en zuivel
Zwangerschap en geboorte

Elk kind en situatie is anders en moet individueel benaderd worden. Verschillende redenen kunnen aan de basis liggen van het plots weigeren van flesvoeding. Als medische problemen uitgesloten zijn, kan het misschien zijn dat je kindje zijn melkvoeding of flesje 'beu' is.

Flesvoeding

Enkele tips

  • Probeer eens een grotere speen.
  • Misschien lukt het wel als iemand anders de fles geeft? Misschien lukt het wel bij oma of opa?
  • Uit een beker drinken is een nieuwe ontdekking en kan een nieuwe manier zijn om melkvoeding gedeeltelijk aan te brengen. Tussen 15 en 18 maanden is de beste leeftijd om ook de melkvoeding geleidelijk aan in een open beker te geven.
  • Eet je kind al brood, laat dan wat brood weken in de melk of maak een papje van de melkvoeding met kindermelen of -granen. Je kindje kan ook proberen om dit met een lepel zelf te eten.
  • Als het echt de melk niet lust, kan het veranderen van melkvoeding soms helpen.

Bespreek met je verpleegkundige de mogelijke oplossing.

Om aan een flesje te leren drinken moet een baby voldoende kunnen oefenen. Dwingen heeft een averechts effect en vermijd je beter. Blijf zelf rustig en biedt dagelijks een fles aan. Enkele tips die kunnen helpen:

  • Verwacht niet onmiddellijk succes, het is heel normaal dat je baby moet wennen aan de nieuwe ervaring.
  • Gebruik de eerste keren vers afgekolfde melk, zodat er geen smaakverschil is.
  • Bied het flesje aan als je baby voldoende hongerig is.
  • Plaats je baby in een wipstoeltje zodat je beide handen vrij hebt en je je baby kan aankijken.
  • Duw de speen niet in het mondje, maar laat je baby zelf aanhappen door de bovenlip aan te raken met de speen. Net als bij borstvoeding moet de speen voldoende diep in het mondje gebracht worden. Eventueel kan je een beetje moedermelk op de speen druppelen.
  • Houd de fles bij de ring vast en zorg ervoor dat de speen midden in het mondje blijft, licht naar het verhemelte gericht.
  • Oefen enkele minuten, onderbreek kort en oefen daarna opnieuw enkele minuten. Blijft je baby weigeren, geef dan na een korte onderbreking de borst. 
  • Je kan eens een andere speen uitproberen: een andere vorm, ander materiaal … Lijkt het met een bepaalde speen iets beter te lukken, blijf dan oefenen met die speen. Te vaak wisselen van speen kan verwarrend zijn voor je baby.
  • Huilt je baby, stop dan even om te troosten. Leid je baby af en help de emoties te kalmeren door afleiding, rondwandelen, wiegen, zacht zingen of met je baby praten.
  • Raakt je baby telkens overstuur omdat het de moedermelk ruikt, laat dan iemand anders, die rustig en ontspannen is, de fles geven. Krijgt je baby net meer stress als mama niet in de buurt is, dan probeer je dit beter niet. 
  • Lukt het je baby om 20 ml moedermelk uit de fles te drinken? Fantastisch! Nu moet je baby voldoende kunnen oefenen: geef minstens 3 voedingen na elkaar een fles met afgekolfde melk. Daarna kan je nog enkele dagen borstvoeding en flesvoeding afwisselen. Blijft flesvoeding goed lukken, ga dan verder met 1 fles per dag zodat je baby het niet opnieuw verleert. 
  • Afhankelijk van de leeftijd van je baby kan je andere manieren van voeden overwegen: ingedikt papje, cupje, bekertje…
Borstvoeding Flesvoeding Voeding Thema's van Kind en Gezin
Twijfels of vragen?

Als je kindje blijft weigeren of als je echt ongerust bent, kan je advies en ondersteuning aan je verpleegkundige vragen. Soms is een individuele aanpak nodig. Zij zal samen met jou op zoek gaan naar de meest geschikte oplossing die rekening houdt met jouw specifieke situatie.

Ja, er wordt aanbevolen alle kinderen dagelijks 400 IE (internationale eenheden) extra vitamine D onder de vorm van een supplement te geven, vanaf de geboorte tot de leeftijd van 6 jaar. Dit doe je het hele jaar door, onafhankelijk van de melkvoeding en de vitamine D-suppletie van de borstvoedende moeder. Bij kinderen met een donker huidtype geef je best 600 IE per dag en overweeg je best om vitamine D supplement te geven tot je kind 18 jaar is. Bespreek dit met je behandelend arts.   

Flesvoeding Borstvoeding
  • Geef je baby eten op verzoek. Regelmatig kleine hoeveelheden geven is goed.  
  • Ondersteun de onderkaak en de wangen van je baby. Zo sluiten zijn lippen zich beter rond de speen. 
  • Soms is een groter gat in de speen of een andere fles een oplossing.
  • Verslikt je baby zich vaak, probeer dan een speen met een kleiner gaatje of dik de voeding in. Praat sowieso eerst met je verpleegkundige of arts vooraleer de samenstelling van de voeding te veranderen. 
  • Let extra op een juiste voedingshouding
  • Ademt de baby onregelmatig of zweet hij fel tijdens het eten, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
Flesvoeding
  • Ga eerst na of je baby echt nog honger heeft. Drinkt hij of zij gewoon te vlug, laat hem dan trager drinken door de speenopening te verkleinen of de dop wat harder aan te schroeven. Wil hij nog zuigen, geef hem dan zijn fopspeen of een knuffeltje. Willen zuigen betekent niet altijd honger hebben.
  • Heeft je baby inderdaad nog honger, geef hem of haar dan iets meer melk.
  • Blijft je baby onverzadigbaar, bespreek dit probleem dan met je arts of verpleegkundige.
  • Verander niet op eigen houtje van soort voeding. 
  • De samenstelling van een voeding heeft weinig invloed op het verzadigingsgevoel. Er iets aan toevoegen helpt ook niet. Vooral de mate waarin de maag gevuld is, bepaalt hoeveel de baby drinkt.
  • Er bestaan heel wat voedingen die aangeprezen worden bij moeilijk te verzadigen baby's. Hiervoor is echter weinig wetenschappelijk bewijs. Voeg zelf geen meel of suiker toe. Hierdoor verandert de evenwichtige samenstelling van de voeding. Zuigelingenvoeding bevat alle voedingsstoffen die het kind nodig heeft. 
Flesvoeding Flesvoeding

Steviolglycosiden (beter bekend als Stevia) zijn extracten uit de blaadjes van de steviaplant, een plant uit Zuid-Amerika. Deze zoetstof:

  • is 200 tot 300 keer zoeter dan gewone suiker
  • heeft geen effect op de bloedsuikerspiegel en is daarom geschikt voor mensen met diabetes
  • is tandvriendelijk
  • is van natuurlijke oorsprong (niet synthetisch zoals aspartaam of cyclamaten)
  • is veel duurder dan suiker
  • heeft een bittere, drop-achtige nasmaak die niet door iedereen geapprecieerd wordt. De bitterheid neemt af als stevia wordt gemengd met suikers zoals sacharose, fructose of glucose.
  • levert geen calorieën. Producten waarin stevia is verwerkt, bevatten wel calorieën omdat in het algemeen maar een derde van de suiker vervangen kan worden door stevia omwille van de bittere nasmaak. Producten gezoet met Stevia hebben wel vaak tot 30% minder calorieën dan vergelijkbare producten. 
  • is hittestabiel dus ook geschikt voor gekookte en gebakken producten. 

Stevia mag sinds 2011 in de Europese Unie gebruikt worden. Het is een veilige zoetstof zolang het gebruik onder de aanvaardbare dagelijkse inname blijft. Het is niet omdat stevia uit planten gehaald wordt en dus 'natuurlijk' is, dat het onbeperkt kan gebruikt worden. De aanvaardbare dagelijkse inname is op advies van de European Food Safety Authority (EFSA) vastgelegd op 4 mg/kg lichaamsgewicht per dag. In de Europese wetgeving staat voor welke producten het gebruik is toegestaan: in light frisdranken en light bier, yoghurtdranken, ijs, desserts, vruchtennectar, confituur, snoep, chocolade, kauwgom, salades, soepen, sauzen en tafelzoetstoffen. Het is wettelijk verplicht de aanwezigheid te vermelden in de ingrediëntenlijst op het etiket. Voor voedingsmiddelen met steviolglycosiden moet er staan: 'zoetstof: steviolglycosiden' of 'zoetstof: E960'. 

Bij kinderen wordt de aanvaardbare dagelijkse inname sneller bereikt. We raden voor kinderen het gebruik van (kunstmatige) zoetstoffen, ook stevia, af.

 

Zwangerschap en geboorte Vaste voeding Thema's van Kind en Gezin
Abonneer op