Voedselallergie

Bij een voedselallergie maakt het lichaam afweerstoffen aan tegen bepaalde voedingsmiddelen (of ingrediënten). Hierdoor ontstaan klachten. De meest frequente voedselallergieën bij een jong kind zijn koemelkeiwitallergie, kippenei-allergie, allergie voor soja, pinda, noten, vis en tarwe. Voedselallergie komt voor bij 5 à 7% van de jonge kinderen. 

De kans op een voedselallergie is groter als een ouder, broer of zus een gediagnosticeerde allergische aandoening zoals eczeem, astma of hooikoorts heeft.

Sommige allergieën hebben een grote kans om te verdwijnen naarmate het kind ouder wordt, zoals allergie voor koemelk, ei, soja of tarwe. Andere allergieën daarentegen blijven doorgaans bestaan, zoals allergie voor noten, pinda, vis, schaaldieren ...  

Symptomen

Na de inname van het voedingsmiddel (of ingrediënt) waarvoor je kind allergisch is, zijn verschillende klachten mogelijk. Het gaat vooral over maag-,darm- en/of huidklachten, maar ook luchtweg- of andere klachten komen voor. Vaak gaat het om een combinatie ervan. Sommige klachten kunnen onmiddellijk opkomen, andere pas na enkele uren of zelfs dagen.

  • maagdarmstelsel: diarree of verstopping, braken, weigeren van borst-of flesvoeding, kolieken ...
  • huid: jeuk, uitslag, niet goed behandelbaar eczeem, netelroos  ...
  • luchtwegen: hoesten, benauwdheid ...
  • andere klachten: groeivertraging, heel veel huilen …

De symptomen variëren van mild tot levensbedreigend (anafylactische reactie).

Wist je dat?

Vroeger werd bij kinderen met allergische aanleg het invoeren van nieuwe voedingsmiddelen heel voorzichtig en later dan gewoonlijk aanbevolen. Uit onderzoek blijkt dat dit geen voordeel biedt, integendeel. Het tijdig invoeren van allerlei voedingsmiddelen leidt tot tolerantie en beschermt tegen overmatige reactie. Bij kinderen met risico op allergie heeft het dan ook geen zin om het invoeren van sterk allergene voedingsmiddelen uit te stellen.

Diagnose

Door een nauwkeurige voedingsanamnese kan nagegaan worden of er een verband is tussen de inname van een bepaald voedingsmiddel en het ontstaan van symptomen. 

De enige zekere manier om te weten te komen of de klachten ook werkelijk afkomstig zijn van een bepaald voedingsmiddel, bestaat erin dat voedingsmiddel te schrappen om te zien of de klachten verdwijnen en hierna het voedingsmiddel opnieuw te geven om te zien of dezelfde klachten weer opduiken. Is dit zo, dan is het bewijs geleverd. Dit is de eliminatie-provocatietest of uitlokkingstest. Omdat deze niet steeds zonder risico is, volg je het advies van je behandelend arts.

Je behandelend arts beoordeelt of aanvullende onderzoeken zoals bloedonderzoek of huidtesten aangewezen zijn.

Behandeling

Als geweten is voor welke voedingsmiddelen (of ingrediënten) een kind allergisch reageert, is het belangrijk om deze te weren ui de voeding. Kijk hiervoor naar de ingrediëntenlijst op het etiket moet hierbij uitsluitsel geven over de samenstelling van het voedsel. De Europese wetgeving bepaalt dat 14 allergenen duidelijk op het etiket moeten worden vermeld, zelfs al komen ze slechts in heel kleine hoeveelheden in het voedsel voor. 

Volg het advies van je huis-of kinderarts.

Let u op allergenen? Wij ook.

Link naar video: Let u op allergenen? Wij ook.
Let u op allergenen? Wij ook.