Speelgoed

Kies speelgoed dat aansluit bij de interesse en de mogelijkheden van je kind. Kijk zeker naar wat het leuk vindt, maar hou ook rekening met welk speelgoed past bij zijn leeftijd en zijn ontwikkeling. Speelgoed mag niet te moeilijk, maar ook niet te makkelijk zijn.

1. ​​​​​Huis-, tuin- en keukenspullen. Hou het wel veilig natuurlijk.
2. Dingen die geluid kunnen maken: ritselen met oude tijdschriften, een houten lepel in een blikken doos, ...
3. Zaken om volwassenen na te bootsen: schoenen van papa, borstel van mama, lepels, ...
4. Dingen met een eenvoudig mechanisme om te bestuderen: een wasknijper, een ritssluiting, een potje met schroefdeksel, ...
5. Voorzie een beetje keuze voor je kind, maar niet te veel. Varieer in wat je aanbiedt en zet daarom soms eens wat speelgoed aan de kant.

• een bollensnoer met de basiskleuren (rood, blauw, geel en groen) dat over de kinderwagen of de wieg kan worden gespannen
• een kleurrijk mobiel
• een stevig speeltapijt waar je kind ruimte heeft om op te bewegen en het kan oefenen om op de buik te liggen.

• een bijtring
• een rammelaar
• een bal van pluche of badstof
• een spiegeltje
• stapelbekers
• speelgoed voor in bad

• een telefoon
• grote, stevige blokken
• een ringenpiramide
• ballen 
• een loopfietsje of loopauto
• speelgoed om voort te duwen
• speelgoed om achter zich aan te trekken
• een pop of knuffeldier
• speelgoed om iets na te bootsen: een plastic sleutelbos, een kinderbezem, een stofblik, potjes en pannen …
• papier en wasco’s of kleurpotloden
• badspeelgoed
• een zandbak
• prentenboeken

• eenvoudige puzzels
• papier, wasco’s, verf en klei
• een driewieler
• prentenboeken en voorleesverhalen
• constructieblokken
• een pop, een dekentje en een flesje
• rijdend speelgoed
• groot speelgoed om voort te duwen (poppenwagen, winkelkarretje …)
• verkleedmateriaal
• een poppenkast 

Kinderen spelen met wat hen aantrekt, waar anderen mee spelen, waarvan ze reclame zien, ... In speelgoedwinkels suggereren de foto’s op de verpakkingen en de kleuren heel vaak voor wie het speelgoed bedoeld is. Ga regelmatig voorbij aan de roze/blauwe indeling en kies voor een neutrale variant: schoolmateriaal en fietsen in rood, oranje of groen, boeken waarin jongens zich verstoppen als het onweert en meisjes niet bang zijn voor spinnen, houten bouwblokken in plaats van een bouwdoos met vliegtuig of prinsessenkasteel. Dat broers en zussen zo ook makkelijker samen zullen spelen is een extra bonus. Kies speelgoed door je af te vragen waarmee je kind graag speelt en wat voor je kind goed speelgoed zou zijn.

Wil je kind speelgoed dat ‘bestemd lijkt voor de andere sekse’? Verbied dit zeker niet. Als ouder kan je hierover opmerkingen krijgen uit je omgeving. Twijfel niet aan jezelf en geef ook uitleg aan je kind als het vragen heeft.

Door bewust om te gaan met heersende trends en aan te sluiten bij wat je kind leuk vindt, stimuleer je mee zijn kritische geest. Zo leert je kind dat het mag opkomen voor zijn keuzes en verruim je zijn blik.