Je kunt tegen de beslissing van je uitbetaler Groeipakket beroep instellen bij de arbeidsrechtbank.

Dat doe je door een gedateerd en ondertekend verzoekschrift aangetekend te sturen naar de griffie van de arbeidsrechtbank bevoegd voor jouw kanton. Je vindt welke rechtbank bevoegd is voor jouw woonplaats via https://territoriale-bevoegdheid.just.fgov.be/cgi-main/competence-territoriale.pl.

Je kunt je verzoekschrift daar ook zelf indienen.

Je hebt daarvoor drie maanden, te rekenen vanaf de derde dag na de dag waarop je op de hoogte werd gebracht van de beslissing van je uitbetaler Groeipakket.

In beroep gaan kan kosteloos, behalve als het beroep als 'tergend' of 'roekeloos' wordt beschouwd (artikel 1017 Gerechtelijk Wetboek).

Je kunt zelf naar de rechtbank gaan of je laten vertegenwoordigen door een afgevaardigde van de vakbond met een schriftelijke volmacht. Een advocaat nemen kan op eigen kosten. De rechter kan ook je echtgenoot, de persoon met wie je wettelijk samenwoont of een (bloed)verwant toestemming verlenen om je te vertegenwoordigen met een schriftelijke volmacht (artikel 728 Gerechtelijk Wetboek).

Klachten
Inkomenstarief

Als je kinderopvang nog actief is:

Stap 1: Het fiscaal attest is een verantwoordelijkheid van de organisator van de kinderopvang. Als een organisator geen fiscaal attest aflevert of als er fouten op staan, contacteer dan de kinderopvang om dit recht te zetten. Doe dit schriftelijk, zodat je hiervan een bewijs hebt.  

Stap 2: Bezorgt de organisator dit attest na aandringen nog steeds niet? Meld dit probleem aan je lokaal belastingkantoor. De dienst die de organisator opvolgt kan dan verdere stappen ondernemen.

Stap 3: Heeft de organisator na stappen 1 en 2 tegen de deadline voor het indienen van de belastingsaangifte nog steeds het attest niet afgeleverd of de rechtzetting niet gedaan? Dan kan je je op overmacht beroepen. In dat geval moet je:

  1. kunnen aantonen dat je in een situatie van overmacht zit (aan de hand van de mails of brieven met de herinnering aan de organisator om het attest af te leveren, mail naar het belastingkantoor,…).
  2. met de nodige bewijsmiddelen de kinderopvangkosten aantonen: aantal dagen en welke bedragen

Als je kinderopvang niet meer actief is (vergunning opgeheven/failliet/…):

Als de kinderopvang op non-actief staat : de vergunning is opgeheven of geschorst.

Volg dezelfde stappen als hierboven (je kinderopvang is nog actief)

Als de opvang/(rechts)persoon niet meer bestaat

Dan kan je je op overmacht beroepen: volg stap 3 als hierboven (je kinderopvang is nog actief)

Bij een faillissement moet je de opvang wel nog contacteren. Als deze niets meer kan bezorgen: volg stap 3 als hierboven (je kinderopvang is nog actief)

Ouders kunnen een gerechtvaardigde afwezigheid of respijtdag gebruiken wanneer hun kind niet naar de opvang komt op een dag die in het opvangplan gereserveerd werd. Voor een respijtdag moeten ouders niet betalen. 

Het minimumaantal respijtdagen is 18 op jaarbasis voor wie voltijds opvang reserveert. 

  • Voor wie minder opvang reserveert kan je dit aantal pro rata verminderen. Hoe je deze vermindering afrondt, bepaal je zelf.
  • Je mag ook meer respijtdagen voorzien, bijvoorbeeld voor ziektedagen. 

Wanneer de respijtdagen op zijn, bepaal je zelf of de ouders betalen bij afwezigheid op een gereserveerde dag en hoeveel.

  • Dit mag nooit meer dan het maximumtarief bedragen. 
  • Omdat kinderopvang met een subsidie voor inkomenstarief een maatschappelijke en sociale opdracht vervult, mag wel een redelijke prijs worden verwacht.
  • Je bent niet verplicht om ouders te laten betalen of om alle ouders hetzelfde aan te rekenen.
Inkomenstarief voor professionelen Mijn Kind en Gezin voor professionelen

Als organisator kinderopvang ben je verplicht de ouder te informeren en te ondersteunen bij het aanvragen van een attest inkomenstarief. Wanneer je hierbij problemen ondervindt, kan je contact opnemen met de Kind en Gezin-lijn op het nummer 078 150 100.

Ook OCMW’s en Lokale Loketten Kinderopvang kunnen ouders ondersteunen bij de aanvraag van een attest, maar zijn hiertoe niet verplicht. Is er binnen je gemeente een OCMW’s en/of een Lokaal Loket Kinderopvang die dit opneemt, maak dan onderling afspraken over hoe en wanneer je eventueel ouders naar hen kan doorverwijzen.

Inkomenstarief voor professionelen Mijn Kind en Gezin voor professionelen Inkomenstarief

Een normale kamertemperatuur waar de meeste kinderen een aangenaam en comfortabel gevoel bij hebben situeert zich tussen de 20 °C en 22 °C. Deze richttemperatuur geldt voor een normale speelactiviteit en met aangepaste kledij. Voor de slaapkamer is 18 °C een ideale temperatuur. In de huidige energiecrisis kan het interessant zijn om de verwarming een graadje lager te zetten. Zodra baby’s enkele weken oud zijn hebben ze al een goede thermoregulatie. Het kan dus geen kwaad als het in huis wat frisser is. Het is belangrijk om het welbevinden van je kind daarbij niet uit het oog te verliezen.  

Kijk dus in de eerste plaats naar je kind en hou in de gaten of de temperatuur voor hem of haar aangenaam en comfortabel is. De voetjes zijn de meest betrouwbare plaats om te voelen bij twijfel of je baby het voldoende warm heeft. Voelen die prettig lauw aan dan is het in orde. Koude handen zijn niet ongewoon, die liggen namelijk meestal bloot en voelen daardoor sneller fris aan. Als je baby zweet heeft hij of zij het te warm.

Tips

Spelen en bewegen:

  • Warme lucht stijgt, dus op de speelmat op de grond zal het sowieso wat koeler zijn dan op “volwassen” hoogte.
  • Een actieve baby of peuter heeft het sneller warm dan een kind dat stil ligt of zit.
  • Ga wat vaker buiten spelen. Als je uit de kou naar binnen komt, dan voelt 19°C al lekker warm.
  • Informeer eens bij het Huis van het Kind in je buurt: soms zijn er ontmoetingsmomenten waar je met je kind naartoe kan gaan. Op dat moment kan de verwarming thuis uit en hebben jij en je kind een fijne tijd.   

Slapen: 

  • Zorg voor een goed evenwicht tussen kledij, bedmateriaal en omgevingstemperatuur.
  • Tijdens echt koude nachten kan je je kind een warme pyjama aandoen of een slaapzak én dekentje gebruiken dat je op een correcte manier instopt. 
  • Zorg dat je baby het ook niet te warm krijgt en vermijd zeker volgende zaken:
    • een kersenpitkussen, warmwaterkruik, elektrisch deken, schapenvacht
    • je baby een muts aandoen tijdens het slapen.
    • een dekbed of donsdeken voor baby’s jonger dan 1 jaar.
  • Meer info over veilig slapen 

Borstvoeding: 

  • Als je het koud hebt, komt de melkstroom soms trager op gang. Lokaal warmte aanbrengen aan de borst voordat je de baby aanlegt of gaat afkolven, kan helpen. Kruip tijdens het voeden lekker onder een dekentje of gebruik een kersenpitkussentje om jezelf op te warmen. 

Let op met alternatieve verwarmingssystemen
Als je nadenkt over het gebruik van alternatieve verwarmingssystemen zoals gas- of petroleumkacheltjes of elektrische bijverwarming is het belangrijk om bewust te zijn van de risico’s bij gebruik van dergelijke toestellen: 

  • Brandgevaar: vrijstaande toestellen kunnen omgestoten worden en vergroten het risico op brand.
  • Risico op verbranding: dergelijke toestellen worden heet en moeten zeker buiten bereik van kinderen opgesteld worden.
  • CO-vergiftiging: belangrijk om een goede rook- of gasafvoer en voldoende verluchting te voorzien 

Meer informatie

Veiligheid

NeenAls de aanvraag voor je kind de nodige informatie bevat (psychosociaal inlichtingenformulier, medisch inlichtingenformulier en eventuele bijkomende vragenlijsten), dan duidt Opgroeien een evaluerend arts aan. Die arts voert vervolgens de evaluatie uit op basis van de informatie die je aan Opgroeien bezorgde. Je moet dus niet langsgaan bij de arts.

Een (video)gesprek wordt enkel nog ingepland als de arts vindt dat een (video)gesprek nodig is om te evalueren. Je kan ook als ouder op het psychosociaal inlichtingenformulier aanduiden dat je toch een (video)gesprek wil bij de evaluerend arts. Hou er wel rekening mee dat de doorlooptijd van de aanvraag daardoor kan verlengen.

Gesprek evaluerend arts

De energiecrisis is heel actueel. Iedereen wil zijn verwarming lager zetten om energie te besparen. Kan dit in de kinderopvang? Een veel gestelde vraag waarop we hier een antwoord geven. 

Kijk of de temperatuur voor de kinderen aangenaam en comfortabel is

  • Je kan zelf kiezen op welke temperatuur je de thermostaat instelt. Er staat in de regelgeving geen minimumtemperatuur voor de kinderopvang. 
  • In de huidige energiecrisis kan het interessant zijn om de verwarming een graadje lager te zetten. Het welbevinden van de kinderen is hierbij belangrijk.  
    • De meeste kinderen hebben een comfortabel gevoel tussen 20 °C en 22 °C, bij een normale speelactiviteit en met aangepaste kledij.
    • Voor een slaapruimte is 18 °C een ideale temperatuur.
    • De voetjes zijn de meest betrouwbare plaats om te voelen bij twijfel of je baby het voldoende warm heeft. Voelen die prettig lauw aan dan is het in orde. Koude handen zijn niet ongewoon, die liggen namelijk meestal bloot en voelen daardoor sneller fris aan. Als je baby zweet heeft hij of zij het te warm.

Tips

  • Warme lucht stijgt. Op de speelmat op de grond zal het wat koeler zijn dan op “volwassen” hoogte. 
  • Een actieve baby of peuter heeft het sneller warm dan een kind dat stil ligt of zit.
  • Ga wat vaker buiten spelen. Als je uit de kou naar binnen komt, dan voelt het snel lekker warm.
  • Zorg voor een goed evenwicht tussen kledij, bedmateriaal en omgevingstemperatuur. (Zie tips over veilig slapen

Let op met alternatieve verwarmingssystemen: gas- of petroleumkacheltjes, elektrische bijverwarming

  • Groepsopvang
    • De brandveiligheidsvoorschriften verbieden deze alternatieve verwarmingssystemen.
    • Enkel deze niet-verplaatsbare systemen zijn toegestaan:
      • centrale verwarming
      • elektrische verwarming zonder zichtbare weerstand
      • gesloten individuele (water)verwarmingstoestellen die aangesloten zijn als een type C met externe aanvoer van buitenlucht en externe afvoer van verbrandingsgas
  • Gezinsopvang
    • zorgt voor maatregelen om brand te voorkomen 
    • maakt een risicoanalyse en sluit de onaanvaardbare risico’s uit
    • vermijdt (verplaatsbare) kachels of toestellen met een open vlam. Ze houden heel wat risico's in:
      • Brandgevaar: vrijstaande toestellen kunnen omgestoten worden en vergroten het risico op brand.
      • Verbranding: deze toestellen worden heet.
      • CO-vergiftiging: een goede rook- of gasafvoer en voldoende verluchting zijn noodzakelijk.  
    • Op de website Is mijn woning brandveilig vind je meer info: "gebruik nooit verplaatsbare toestellen op petroleum, kerosine of gas. Ze zijn heel gevaarlijk want ze hebben geen schoorsteen of rookafvoerpijp.  Ze verbruiken zuurstof uit je kamer, waarna de verbrandingsgassen in die kamer terecht komen."
Kinderopvang voor professionelen
Abonneer op