Doorheen het begeleidingstraject van Mentes wordt er gewerkt met ‘het Startkompas Kinderopvang’.

  • Het Startkompas kinderopvang is een werkinstrument waarmee je je beleidsvoerend vermogen en de financiële en organisatorische haalbaarheid van je project kan inschatten.  
  • Het omvat alle stappen die je moet zetten om een ondernemings- en financieel plan op te stellen. 
  • Op basis van dit instrument, je deelname aan het regulier starterstraject bij de startersorganisatie en de sectorspecifieke sessies bij Mentes, formuleert Mentes een gemotiveerd advies op het einde van het traject. 
Starterstraject

De sessies van Mentes in het starterstraject vinden online en in groepsverband plaats. Als de hele groep akkoord is, kan er ook een live sessie worden georganiseerd.

  • Er zijn drie sessies van Mentes die ongeveer 2,5 uur per sessie duren. Deze vinden plaats ‘s avonds vanaf 19.30 uur. De inschrijvingsdata vind je terug op de website van Mentes. 
  • De sessie van Starterslabo, de START!workshops, vind je terug via agenda – Starterslabo. Dit zijn sessies die overdag plaatsvinden.
  • De sessies bij UNIZO leg je zelf vast in samenspraak met je starterscoach. 
  • Er zijn twee workshops: 
    • 1. Een webinar die je op eigen tempo bekijkt.  
    • 2. Een live workshop die op vaste tijdstippen wordt georganiseerd, afhankelijk van jouw regio.  
Starterstraject

Het laten plaatsen van een tatoeage of permanente make-up wordt afgeraden wanneer je zwanger bent of borstvoeding geeft. 

Er is bezorgdheid over ernstige allergische reacties die kunnen optreden door mogelijke aanwezigheid van zware metalen en toxische scheikundige stoffen in de inkt. 

Daarnaast is er het risico op infecties door de mogelijke aanwezigheid van bacteriën in sommige kleurpigmenten in de inkt of door onvoldoende hygiëne maatregelen tijdens en na de behandeling. Infecties kunnen veel pijn veroorzaken, wat een invloed kan hebben op de melkproductie. Bovendien kan het kind dat borstvoeding krijgt, worden blootgesteld aan antibiotica en pijnstillers die noodzakelijk zijn bij de behandeling. 

Wil je liever niet uitstellen? Kijk dan zeker uit naar een professionele studio met een vergunning en met oog voor hygiënische maatregelen en vermeld dat je borstvoeding geeft.

Borstvoeding

Ben je zwanger of geef je borstvoeding, dan wacht je beter om een tepelpiercing te laten plaatsen. De wonde moet voldoende tijd krijgen om goed te genezen en de tepelpiercing moet een tijd blijven zitten zodat het gaatje open blijft. Daarom wordt aangeraden om een tepelpiercing minstens een jaar voor een eventuele zwangerschap te laten plaatsen.

Heb je al een tepelpiercing die voldoende genezen is en wil je borstvoeding geven? Dat is zeker mogelijk, mits enkele aandachtspunten:

  • Tijdens de borstvoeding wordt aangeraden om de piercing te verwijderen. Het aanleggen is moeilijker met een tepelpiercing en de piercing kan wondjes veroorzaken in de mond van de baby of zelfs loskomen. 
  • Je kan ervoor kiezen om de tepelpiercing al voor de zwangerschap uit te doen. Tijdens de zwangerschap veranderen je borsten en tepels en worden ze meestal groter, waardoor de maat van de tepelpiercing telkens moet aangepast worden. Er is wel een risico dat het gaatje dichtgroeit en dat het opnieuw zal moeten doorgestoken worden.
  • Je kan er ook voor kiezen om de piercing voor een borstvoeding te verwijderen en na de borstvoeding weer terug te plaatsen zodat het gaatje open blijft. Dan moet je de piercing goed proper houden, de maat regelmatig controleren en eventuaal laten aanpassen. 
  • Er zijn ook enkele gevolgen voor de borstvoeding zelf. Bij het doorboren van de tepel kunnen melkkanaaltjes gekwetst zijn. Er ontstaat dan littekenweefsel waardoor een melkkanaal misvormt of zelfs dichtgroeit. Dat kan na de geboorte meer last van stuwing en een hoger risico op een borstontsteking geven. In principe zullen melkkliertjes die verbonden zijn met een melkkanaal dat dichtgegroeid is, stoppen met melk produceren. De meeste vrouwen hebben voldoende klierweefsel over om borstvoeding te geven, maar sommige vrouwen zullen een lage melkproductie hebben en sneller bijvoeding moeten geven.
Borstvoeding

Tussen de leeftijd van zes en twaalf weken is een ideale periode om je kind te leren drinken uit een fles. Op dat moment gebruikt je kind nog de aangeboren zuigreflex waardoor ook zuigen aan een fles vrij gemakkelijk zal gaan. 

Wanneer je hiermee effectief begint, is afhankelijk van je situatie:

  • Hervat je je werk of studie wanneer je kind tussen de twee en drie maanden oud is? Begin dan zodra de borstvoeding goed verloopt, ongeveer zes weken na de geboorte.
  • Blijf je langer thuis na de geboorte en heb je niet meteen opvang nodig? Dan kun je het introduceren van de fles nog enkele weken uitstellen.
  • Heb je in het eerste levensjaar geen opvang nodig? In dat geval is het niet noodzakelijk om je kind te leren drinken uit een fles. Je kind kan melk drinken uit een cupje en vanaf zes maanden ook leren drinken uit een beker.

Bekijk hoe je afgekolfde melk kan geven en krijg tips over hoe je bij flesvoeding kan vermijden dat je kind de borst gaat weigeren. Lees ook de tips bij de veelgestelde vraag 'Mijn kind weigert te drinken van een flesje, wat kan ik doen?'

Borstvoeding
Abonneer op