Ga snel naar
Wat en waarom?
Met een risicoanalyse zorg je in de kinderopvang voor een veilige en gezonde omgeving. Het is essentieel dat alle medewerkers voortdurend alert zijn op mogelijke risico's en de behoeften van de kinderen. Bij elke situatie beoordeel je of het risico aanvaardbaar of onaanvaardbaar is. Onaanvaardbare risico's moeten direct worden uitgesloten.
Om kinderen groeikansen te geven, is het belangrijk dat ze zich veilig en gezond kunnen ontwikkelen, ook in de kinderopvang. Omdat elke opvang anders is, legt de Vlaamse Regering geen gedetailleerde vergunningsvoorwaarden voor veiligheid en gezondheid op. Je krijgt als organisator de ruimte om vanuit je beleidsvoerend vermogen een eigen beleid te voeren, aangepast aan jouw opvang.
De risicoanalyse is het belangrijkste instrument om samen te na te denken over de veiligheid en gezondheid en waar nodig aanpassingen te doen.
Een continu proces
Veiligheid en gezondheid krijgen continu de aandacht van al wie in de kinderopvang werkt.
Tips
- Maak er een gewoonte van om bij dagelijkse handelingen en activiteiten steeds oog te hebben voor veiligheid en gezondheid.
- Betrek je collega's in de groepsopvang en bespreek samen mogelijke risico's.
- Wacht niet tot er iets misgaat om je aanpak bij te sturen, maar doe regelmatig een nieuwe check.
- Gebruik elke situatie die mogelijk schade kan veroorzaken als een kans om je preventiebeleid te evalueren en bij te sturen.
1 - Risico-analyse is een voortdurende opdracht
Zo veilig als nodig
Kinderen groeien met vallen en opstaan. Als opvang ga je slim om met risico’s zodat kinderen volop speelkansen krijgen en hun grenzen kunnen verleggen. Dat is belangrijk voor hun ontwikkeling. Soms krijgen ze wel eens een blauwe plek of een schram wanneer ze op ontdekking gaan. Dat hoort bij opgroeien. Ook hun weerstand is nog in volle ontwikkeling, waardoor ze sneller ziek worden. Je kan dus niet alle kleine ongelukken of ziektes voorkomen.
Onaanvaardbare en aanvaardbare risico's
Het is wel heel belangrijk om onaanvaardbare risico’s onmiddellijk weg te werken. Risico’s zijn onaanvaardbaar als:
- het gevolg te ernstig is;
- de kans op een negatief gevolg te groot is en er weinig of geen speelwaarde is.
Voorbeeld: knoopcelbatterijen binnen het bereik van kinderen bewaren is een onaanvaardbaar risico. Ze hebben geen speelwaarde en de gevolgen zijn ernstig als een kind ze inslikt.
Sommige risico’s zijn aanvaardbaar omdat de speelkans groter is dan de kans op een ernstige of foute afloop.
Voorbeeld: een peuter onder gepaste begeleiding en met een aangepast mes een banaan laten snijden is een aanvaardbaar risico. Het kind doet zo belangrijke ervaringen op: een mes is scherp, zo houd ik het vast, kleine en grote stukjes, glibberig fruit, …
Waar houd je rekening mee?
De opvang moet wettelijk een risicoanalyse maken die deze gevaren helpt voorkomen:
- verwondingen en ongevallen
- crisissen en levensbedreigende situaties
- het verdwijnen van kinderen
- ziekte, besmetting en verontreiniging
Om kinderen groeikansen te geven, moeten zij zich emotioneel veilig en geborgen voelen. Het gedrag van medewerkers heeft een grote invloed op het emotioneel welzijn van de kinderen. Daarom is het belangrijk dat je in de risicoanalyse aandacht hebt voor de draagkracht van elke medewerker en voor wat iedereen nodig heeft om kwaliteitsvol en integer te handelen.
Een permanente begeleiding en actief, auditief en visueel toezicht zijn de basis om ervoor te zorgen dat kinderen fysiek en emotioneel zo veilig als nodig zijn:
- Je kijkt en luistert actief zodat je een onveilige situatie kan voorkomen en ingrijpen.
- Een betrokken toezicht geeft kinderen ruimte om te spelen en te ontdekken. Je speelt in op wat ze doen, verrijkt hun spel waar mogelijk. Je grijpt op een speelse manier in als dat nodig is.
- Je leert de kinderen omgaan met risico’s door samen verwonderd te zijn, te ontdekken en grenzen te verleggen.
3 - Draagkracht en kwaliteitsvol handelen
4 - Actief auditief en visueel toezicht, hoe moet je dat verstaan?
5 - Permanente begeleiding - mag je kinderen nooit alleen laten?
De actielijsten
Je kan de actielijsten van Opgroeien gebruiken bij het maken van je risicoanalyse. Je bent niet verplicht om er mee te werken. Je kan ook je eigen methode volgen.
In de actielijsten vind je vragen die jullie doen nadenken over mogelijke risico’s in jullie kinderopvang. Deze vragen zijn gebaseerd op:
- de meest voorkomende meldingen aan Opgroeien van ongevallen en gevaarsituaties in de kinderopvang
- algemeen geldende richtlijnen.
Je kan de vragen als een leidraad gebruiken om
- te reflecteren over je aanpak
- te checken of je opvang voldoet aan de noodzakelijke voorwaarden voor veiligheid en gezondheid
- na te gaan wat je kan doen om te verbeteren.
Tips
- Neem de actielijsten regelmatig opnieuw door. Zo verbeter je continu je werking want situaties veranderen, materiaal verslijt, personeel wisselt ...
- Vul ze aan of pas ze aan naar jouw concrete locatie en context. Zo zijn ze bruikbaar voor jou en je medewerkers.
Actielijsten risicoanalyse
-
Document
-
Document
-
Document
-
Document
De 3 A's van de risicoanalyse
Je kan de 3 A's van Opgroeien gebruiken bij het maken van je risicoanalyse. Je bent niet verplicht om er mee te werken. Je kan ook je eigen methode volgen.
Het is belangrijk om tijdens de dagelijkse activiteiten en handelingen stil te staan bij mogelijke risico’s en wat je kan doen om je opvang zo veilig als nodig te maken.
De 3 A’s van risicoanalyse kunnen je helpen om met je collega’s het gesprek over veiligheid aan te gaan. Wat jij gevaarlijk vindt is voor sommige kinderen misschien net een spannende uitdaging of een fantastische speelkans. Bekijk samen met je collega’s hoe je de risico’s aanvaardbaar kan maken om je kinderopvang zo veilig als nodig te maken.
A1. Aandacht voor de risico's en noden van kinderen
- Waar zie je risico's?
- Het gebouw en de inrichting? Bv. een poortje, een trap, een bed, … Zie je er speelkansen in? (bv een trapje kan ook kansen bieden om te klimmen, springen,...)
- De gewoontes van jezelf en collega’s? Bv. verluieren, in een hoogslaper leggen, gsm-gebruik, …
- Spel, materiaal en gedrag van kinderen? Bv. spelen in een ballenbadje, gooien met voorwerpen… En zie je er speelkansen in?
- Gedrag, gemoedstoestand en draagkracht van jezelf of je collega’s? Bv. hoe je kinderen corrigeert, toespreekt, …
- Heb je aandacht voor de fysieke en emotionele veiligheid van elk kind? Bv. wanneer een kind veel weent.
Bij onze tijdelijke locatie bestond het paadje naast de tuin uit kiezeltjes. Al snel bleek dat de jongste kinderen deze kiezeltjes soms in hun mond staken. De peuters spelen graag met de steentjes. We zagen vooral interesse in het kletterende geluid dat de kiezeltjes maakten wanneer ze deze verzamelden in tinnen of andere soorten potjes.
A2. Afweging maken: gaat het over een (on)aanvaardbaar risico?
- Zitten er speelkansen of ontwikkelingskansen in de risico’s?
- Is de speelkans of ontwikkelingskans groter dan de kans op een foute afloop?
- Hoe groot is de kans op schade? Kunnen kinderen zich pijn doen of emotioneel onveilig voelen? Kunnen ze ziek worden? Hoe ernstig kan de schade zijn?
- Waar hou je rekening mee:
- Hoeveel kinderen zijn er? Hoe oud zijn ze? Hoe goed ken je hen? Kunnen zij zelf al gepast met het risico omgaan?
- Hoeveel kinderbegeleiders zijn er? Hoe goed kunnen ze risico's inschatten? Hoe groot is hun draagkracht?
- Hoe ziet jouw infrastructuur en inrichting er uit?
- Hoe organiseer je het toezicht?
Het team overloopt en bespreekt de voor- en nadelen voor de baby’s en de peuters. Onze conclusie is: de jongste peuters kunnen de steentjes inslikken of erin stikken, dat vinden we een onaanvaardbaar risico. Tegelijk willen we de oudere peuters geen speelkansen ontnemen. Voor hen zijn de risico's immers aanvaardbaar.
A3. Aanpassing doen om het risico aanvaardbaar te maken
- Wat kan je aanpassen om het risico aanvaardbaar te maken? Bv. indeling, inrichting, (toegankelijkheid van) materiaal, toezicht, ondersteuning van kinderen,...
- Verklein je de speelkansen of ontwikkelingskansen met de aanpassingen die je wil doen? Kan je die speelkansen of ontwikkelingskansen op een andere manier aanbieden?
- Hoe zorg je ook voor emotionele veiligheid?
- Is die aanpassing haalbaar?
- Is er budget of tijd nodig?
- Is er extra toezicht nodig?
- Heeft elke kinderbegeleider op ieder moment de nodige draagkracht?
- Is er ondersteuning of vorming nodig?
1. We kunnen een hekje plaatsen zodat de jongste kinderen niet meer in dat deel van de tuin kunnen komen. We willen kinderen maximale bewegingsvrijheid geven. Hekje plaatsen doen we niet.
2. We kunnen extra inzetten op toezicht, maar extra toezicht is moeilijk het laatste uur van de dag als 1 begeleidster alleen staat. We willen niet constant kinderen weghalen van het paadje of zeggen dat iets niet mag. Extra toezicht is geen oplossing.
3. We verharden het paadje en maken een kiezelbak voor de iets oudere kinderen op veilige hoogte zodat de jongste peuters er niet bij kunnen. Bovendien kunnen we de bak ook dicht doen op momenten dat het niet haalbaar is om deze activiteit op een passende manier te begeleiden.
Tips om aan de slag te gaan
- Reflecteer over veiligheid aan de hand van foto’s van kinderen die spelen, experimenteren, op ontdekking gaan,… Misschien zie je situaties die je als onveilig beschouwt. Bespreek deze met je team en gebruik de 3 A’s van risicoanalyse om tot inzichten te komen.
- Verzamel of maak foto’s van situaties in je opvang. Dit kunnen alledaagse handelingen zijn waarbij je mogelijk de risico’s over het hoofd ziet, zoals bij verzorging, ontvangst of eetmomenten.
- In de facebookgroep Replay vind je heel wat foto’s van kinderen die risicovol spelen. Dit is perfect materiaal om over na te denken.
- Gebruik de stellingen en reflectievragen uit dimensie 3 en 4 van het zelfevaluatie-instrument MeMoQ (emotionele en educatieve ondersteuning) om na te denken over kwaliteitsvol en integer handelen.
- Denk ook aan uitdagende situaties waarin kwaliteitsvol handelen onder druk staat, zoals onverwachte gebeurtenissen, reacties van kinderen, of dagen waarop jij of je collega’s minder goed in je vel zitten.
- Tip: bekijk deze video over kwaliteitsvol handelen
- Betrek iedereen bij het maken van de risicoanalyse om een brede kijk en gedragenheid te krijgen inclusief vrijwilligers, stagiairs en de poetshulp. Misschien ziet een collega of ouder iets wat jij over het hoofd hebt gezien, of komt de technieker met een oplossing die jij nog niet had bedacht.
- Noteer zaken die (bijna) fout liepen in een schriftje of tablet. Reflecteer hierover regelmatig met je team aan de hand van de 3 A’s.
- Bekijk de omgeving eens door de ogen van een kind. Zo zie je hoe een kind kijkt naar en zich beweegt in de omgeving. Dat kan helpen om risico’s beter in te schatten. Denk niet alleen aan fysieke veiligheid, maar probeer ook te voelen hoe een kind de omgeving ervaart.
- Observeer een kind voor langere tijd en let op het welbevinden en de betrokkenheid. Leg je zelf eens op je buik of rug en beschrijf wat je dan allemaal opmerkt.
Hulp nodig?
Deze instrumenten van Opgroeien helpen jou om de risicoanalyse te maken, maar je kan ook je eigen methode volgen.
Voor ondersteuning kan je terecht bij:
- Mentes (specifieke doelgroep)
- VVSG (lokale besturen)
- Pools gezinsopvang (aangesloten onthaalouders)
- Jouw koepel of werkgeversorganisatie
Voor meer informatie over het wat en waarom van de risiocanalyse, kan je terecht bij jouw klantenbeheerder bij Opgroeien.