De nieuwe kindratio en de betere verloningen in de kinderopvang maken het beroep van kinderbegeleider aantrekkelijker. Toch is in het de huidige arbeidsmarkt een hele uitdaging om geschikte medewerkers aan te trekken. De overheid heeft initiatieven om de zoektocht naar personeel in de kinderopvang te ondersteunen.
Ga snel naar
Hoe kan je kinderbegeleiders aantrekken?
Vacatures kan je best bekendmaken via verschillende kanalen:
- de VDAB, Actiris. je koepelorganisatie ...
- de sociale media
- de lokale pers, bv. de krant van de gemeente
- je lokaal netwerk, bv. het Lokaal Loket Kinderopvang, het Huis van het Kind
- ouders van de opgevangen kinderen
- een jobdag, bijvoorbeeld met andere werkgevers in de zorg, de kinderopvang, de regio, ...
Je kan contacten leggen met scholen. Eventueel kan je stages aanbieden en instappers al vroeg enthousiast maken om in jouw opvang te komen werken.
Kinderbegeleider is wellicht de belangrijkste job ter wereld. En de mooiste. Waarom doen kinderbegeleiders hun job zo graag en waarom zijn ze er zo goed in? In Kindertijd verschenen 6 portretten van kinderbegeleiders. Zij vertellen zelf waarom hun job zo belangrijk is.
Lees het artikelCampagne Careër
Met de campagne Careër promoot Vlaanderen het werken in zorg en welzijn.
Tip: gebruik het inspirerend materiaal van de campagne om kinderbegeleiders aan te trekken. Op de website vind je info over de job en opleidingen die naar het beroep leiden.
Website CareërHet structureel instroomkanaal (IKA)
Door het structureel instroomkanaal (ook IKA genoemd) kan je medewerkers aantrekken die gemotiveerd zijn om in de kinderopvang te werken, maar nog niet het juiste diploma hebben. Zij kunnen een opleiding volgen terwijl ze als werknemer aan de slag gaan. De werknemer krijgt een tussenkomst in de schoolkosten en de werkgever kan bij VIVO een subsidie aanvragen voor de coaching en begeleiding op de werkvloer. Meer info en aanvraag op de website van VIVO.
Brief van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin over zij-instroom in de kinderopvang
-
Document
Flexi-jobs in de kinderopvang
Het flexi-job statuut valt onder de bevoegdheid van de Federale Regering. Die maakte vanaf 1 april 2024 flexi-jobs in de kinderopvang mogelijk bij werkgevers met hoofdactiviteit kinderopvang (NACE-code 88.91). Vanaf 1 juli 2024 mag het aandeel flexi-job prestaties bij werkgevers in de kinderopvang echter niet hoger zijn dan 20% van het jaarlijkse arbeidsvolume.
Opgroeien is niet bevoegd voor het flexi-job statuut, maar ondersteunt de kinderopvang door onderstaande informatie aan te bieden. Deze inhoud is voorbereid in samenwerking met de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Met verdere vragen kan je terecht bij het Contactcenter van de RSZ. Je vindt hun contactgegevens onderaan deze info.
Wie kan flexi-jobs inzetten?
Je vindt de hoofdactiviteit van een werkgever in het RSZ-werkgeversrepertorium.
- Voor de hoofdactiviteit kinderopvang kijkt men naar de juridische entiteit van de werkgever.
- Als een organisatie meerdere activiteiten heeft, moet kinderopvang als zijn hoofdactiviteit (NACE 88.91) geregistreerd zijn in het Werkgeversrepertorium.
Deze voorwaarde moet strikt worden nageleefd. Een juridische werkgever die kinderopvang organiseert maar die onder een andere hoofdactiviteit geregistreerd staat, kan op vandaag geen flexi-jobmedewerkers in zijn kinderopvang inzetten. De federale regelgeving laat geen uitzonderingen toe. Hiervoor zou de Federale Regering de regelgeving moeten aanpassen, maar het is onbekend of dit gepland is.
Voorbeelden
1. Organisator A uit de private sector biedt als werkgever deze diensten aan:
- Gezins- en bejaardenzorg aan huis (met NACE 88.101, PC 318) = hoofdactiviteit
- Kinderopvang (met NACE 89.91, PC 331)
- CKG (met NACE 87.901, PC 319)
Deze organisator kan geen flexi-jobs inzetten, omdat zijn hoofdactiviteit onder NACE 88.101 geregistreerd is, niet onder NACE 88.91.
2. Organisator B uit de private sector biedt als werkgever deze diensten aan:
- Gezins- en bejaardenzorg aan huis (met NACE 88.101, PC 318)
- Kinderopvang (met NACE 88.91, PC 331) ) = hoofdactiviteit
- CKG (met NACE 87.901, PC 319)
Deze organisator kan wel flexi-jobs inzetten, omdat zijn hoofdactiviteit met NACE 88.91 geregistreerd en gekend is.
3. Organisator C uit de publieke sector is een lokaal bestuur dat als werkgever naast kinderopvang veel werknemers in andere activiteiten tewerkstelt. Kinderopvang is niet de hoofdactiviteit. Deze werkgever kan geen flexi-jobs in de kinderopvang inzetten
4. Het lokaal bestuur D heeft zijn kinderopvangactiviteiten ondergebracht in een gemeentelijke vzw die kinderopvang (NACE 88.91) als hoofdactiviteit heeft. Deze werkgever, de gemeentelijke vzw, kan wel flexi-jobs inzetten.
Wie komt in aanmerking voor een flexi-job?
- Werknemers die al minstens 4/5 werken voor een of meerdere andere werkgevers dan de flexi-jobwerkgever
Gepensioneerden
In welke functie mag een flexi-jobber in de kinderopvang aan de slag?
Er zijn geen wettelijke beperkingen. Vanuit zijn beleidsvoerend vermogen bepaalt de werkgever die kinderopvang organiseert:
- welke medewerkers en flexi-jobbers nodig zijn voor specifieke taken;
- waar en hoe vaak ze ingezet worden;
- welke verantwoordelijkheden ze dragen.
Als organisator beoordeel je de competenties van je team en kies je zorgvuldig wie je waar plaatst. Deze keuzes zijn gemotiveerd en gericht op het waarborgen van kwaliteit. Je baseert je hiervoor op de vergunningsvoorwaarden.
De kwalificatievereisten om te werken in de kinderopvang zijn ook op flexi-jobs van toepassing. Als een flexi-jobber bijvoorbeeld wordt ingezet als kinderbegeleider, dan moet deze persoon daarvoor aan de bijhorende kwalificatievereisten voldoen.
Let wel: artikel 2 § 3 van de wet van 16 november 2025 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluit deze functies uit:
- 1° de artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende functies die activiteiten omvatten zoals bepaald door de wet van 16 december 2022 tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers;
- 2° functies die taken omvatten behorend tot het materiële toepassingsgebied van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.
Telt een flexi-jobber mee voor de ratio in de kinderopvang baby’s en peuters?
Een flexijobber kan meetellen voor de ratio als deze persoon is aangeworven als:
- kinderbegeleider en daarvoor voldoet aan de kwalificatievoorwaarden;
- kinderbegeleider in een Actief Kwalificerend Traject (AKT) en er voldaan is aan de voorwaarden hiervoor;
- logistieke medewerker, die meewerkt in de leefgroep, op voorwaarde:
- dat er steeds 2 gekwalificeerde kinderbegeleiders aanwezig zijn in de leefgroep
- en dat maximaal 25% van het aantal nodige kinderbegeleiders in die locatie logistieke medewerker is
Telt een flexi-jobber mee voor de ratio in de kleuteropvang met kwaliteitslabel?
Een flexi-jobber kan in de kleuteropvang met kwaliteitslabel meetellen voor de ratio als deze:
- de competenties heeft en aan alle andere voorwaarden voldoet
- niet de competenties heeft, maar voldoet aan alle andere voorwaarden. 80% van de andere aanwezige begeleiders hebben wel de nodige competenties.
Beperking van het arbeidsvolume voor kinderopvang
DEFINITIES
- ‘Jaarlijks’: het kalenderjaar van 1 januari tot en met 31 december.
- Totaal arbeidsvolume: de federale wetgeving bepaalt op vandaag geen detail van hoe dit moet worden berekend. Dit is nog onderwerp van federaal overleg. Van zodra hierover duidelijkheid is, zal dit gecommuniceerd worden.
MONITORING VAN DE BEPERKING EN SANCTIE
De RSZ zal op jaarbasis nagaan of de werkgever zich aan de 20% grens heeft gehouden.
Als de werkgever de 20%-grens overschrijdt, worden alle prestaties die onder de flexi-jobregeling werden uitgevoerd gedurende het volledige kalenderjaar geherkwalificeerd naar reguliere tewerkstelling. Dit heeft een grote impact op de werkgever én op iedere individuele flexi-jobmedewerker.
2024 is overgangsjaar
De 20% beperking in de kinderopvang geldt voor de prestaties per kalenderjaar. Flexi-jobs in de kinderopvang werden echter pas mogelijk vanaf 1 april 2024. De 20% beperking geldt bovendien pas vanaf 1 juli 2024 en de wetgeving bevat vandaag geen detail over hoe de berekening moet worden uitgevoerd. Dit maakt het voor de RSZ onmogelijk om de naleving van de 20%-grens voor 2024 juridisch correct te controleren.
Daarom beschouwt de RSZ 2024 als overgangsjaar. Aan de werkgevers wordt wel gevraagd om de 20%-grens ook in 2024 te respecteren. Er zullen in dit startjaar echter nog geen sancties zijn.
Federaal wordt intussen gewerkt aan een wettelijke regeling voor de berekening vanaf 2025. Vanaf het jaar 2025 zal de RSZ de 20%-grens bewaken en sanctioneren als er een overschrijding op jaarbasis is. Dit kan ten vroegste begin 2026, wanneer alle prestaties over 2025 gekend zijn.