Als organisator van kinderopvang betaal je jaarlijks belastingen op je inkomsten en je subsidies.
Ouders en werkgevers kunnen de kosten van kinderopvang inbrengen in hun belastingen.
Ga snel naar
Belastingen voor de opvang
Als organisator van kinderopvang betaal je belastingen op je inkomsten en je subsidies.
- Natuurlijke personen betalen personenbelasting.
- Vennootschappen betalen (de gunstigere) vennootschapsbelasting.
- VZW's kunnen, afhankelijk van hun activiteit, zowel onder het stelsel van de personenbelasting als onder dat van de vennootschapsbelasting vallen.
- Zelfstandigen en vennootschappen betalen naast directe belastingen ook aanvullende belastingen (gemeentebelasting, provinciebelasting, aanvullende crisisbijdrage, milieuheffing, enz.).
- Per provincie gelden er andere reglementen en procedures voor de provinciebelastingen. Hiervoor neem je best contact op met de dienst belastingen van jouw provincie.
Uitzondering: aangesloten onthaalouders betalen geen belastingen op hun onkostenvergoeding.
Kinderopvangactiviteiten vrijgesteld van btw
Een in België gevestigde onderneming moet zich registreren voor de btw als ze een btw-belastingplichtige is. Kinderopvangactiviteiten zijn vrijgesteld van de btw-plicht. Als de onderneming alleen activiteiten uitoefent die vrijgesteld zijn van btw en zij daardoor ook geen enkel recht op aftrek heeft, moet zij zich niet registreren.
Zie: art. 44 W. Btw(externe link)
Let op: als je nog andere activiteiten uitoefent met je onderneming naast kinderopvang, dan ben je mogelijks wel btw-plichtig.
Vennootschap of vzw
Je belastbaar inkomen ontstaat na aftrek van je kosten van je bruto-inkomen. Je moet je werkelijke beroepskosten inbrengen en toont deze aan met de nodige bewijsstukken. Je kan geen kostenforfait toepassen.
Natuurlijke personen die als zelfstandige werken
Ben je georganiseerd als natuurlijk persoon of werk jij op zelfstandige basis in een feitelijke vereniging? Je kan kiezen voor één van de drie manieren van aftrek van kosten:
- kosten volledig bewijzen
- volledig kostenforfait
- een combinatie van het gedeeltelijk forfait en te bewijzen kosten
Het kostenforfait
Het kostenforfait is een forfaitair bedrag dat je aanvaardt als je totale beroepskost. Het wordt van je bruto-beroepsinkomsten afgetrokken om je netto-inkomsten te berekenen.
- Het volledige kostenforfait bedraagt (vanaf aanslagjaar 2024) 24 euro per dag per kind. Dit bedrag wordt niet opgesplitst voor halve dagen of een aantal uren.
- Het forfait omvat alle beroepskosten, behalve de eventuele bijdragen voor het sociaal statuut van zelfstandigen.
- Is de prijs die jij aan ouders vraagt lager dan 24 euro, dan mag je maximaal die prijs als kostenforfait inbrengen. Is je ouderbijdrage bijvoorbeeld 17 euro per dag per kind, dan kan je maximaal 17 euro als kostenforfait inbrengen.
Ook als je personeel tewerkstelt, kan je het kostenforfait gebruiken.
Je kan kiezen uit:
- het volledige kostenforfait: 24 euro per dag per kind
- een gedeeltelijk kostenforfait: 10 euro per dag per kind, te combineren met het bewijzen van bepaalde 'grotere' kosten
Tip: hou tijdens het jaar een overzicht van je werkelijk gemaakte kosten bij. Zo kan je voor het meest voordelige systeem kiezen.
- Liggen je kosten onder 24 euro per dag per kind, dan kies je het beste voor het kostenforfait.
- Liggen je kosten heel wat hoger dan het forfait, dan ga je voor het bewijzen van je werkelijke beroepskosten.
- Er zijn organisatoren bij wie de kosten af en toe hoger uitvallen dan 24 euro en die toch voor het kostenforfait kiezen, omdat het hen administratieve werkdruk bespaart.
- Meer weten: circulaire
Nieuw akkoord over het kostenforfait 2023 - 2024
Op 10/02/2023 sloten FOD Financiën en de beroepsfederaties een nieuw akkoord.
- Het nieuw akkoord geldt van 01.01.2023 (inkomsten van 2023 - aanslagjaar 2024) tot en met 31.12.2024 (inkomsten van 2024 - aanslagjaar 2025).
- Het globaal kostenforfait is verhoogd van 19 euro naar 24 euro per aanwezig kind per opvangdag.
- Het beperkt kostenforfait is verhoogd van 8 euro naar 10 euro per aanwezig kind per opvangdag.
Voorwaarden
- Het kostenforfait kan enkel gebruikt worden door:
- een organisator met een vergunning van Opgroeien voor baby’s en peuters (niet voor organisatoren die enkel buitenschoolse opvang doen)
- een natuurlijke persoon die als zelfstandige werkt (ook natuurlijke personen van een feitelijke vereniging komen in aanmerking)
- een organisator die
- ofwel geen subsidies krijgt (trap 0)
- ofwel enkel de basissubsidie krijgt (trap 1)
- ofwel de subsidie inkomenstarief trap 2 (tot 31/12/2022: trap 2B) krijgt en een vergunning van maximum 28 plaatsen heeft. Het gaat over 28 plaatsen per vergunninghouder. Zelfstandigen of feitelijke verenigingen die in trap 2 zitten mogen in het totaal niet meer dan 28 kinderen opvangen. Deze limiet van 28 kinderen geldt enkel nog voor 2022 en 2023 (aanslagjaren 2023 en 2024). Vanaf 2024 (aanslagjaar 2025) wordt deze limiet verlaagd naar 18 plaatsen/kinderen. - Voor feitelijke verenigingen is het mogelijk dat ieder lid het kostenforfait vraagt.
- Uitzondering: is de organisator een vennootschap die werkt met zelfstandige opvangpersonen die hun kosten doorfactureren of hun prestaties factureren aan deze rechtspersoon, dan kunnen de zelfstandige opvangpersonen en de rechtspersoon geen beroep doen op het forfait. - Het forfait kan niet opgesplitst worden over verschillende opvangpersonen.
Het kostenforfait kan niet gebruikt worden door:
- vennootschappen of vzw’s, openbare besturen, enz.
- aangesloten onthaalouders, waarvan de vergoedingen als niet belastbaar worden beschouwd.
Belastingsaftrek voor werkgevers
Bedrijven en zelfstandigen kunnen hun uitgaven voor kinderopvang in groepsopvang onder bepaalde voorwaarden fiscaal aftrekken.
Belastingsaftrek voor ouders
Ouders kunnen de kosten voor kinderopvang onder bepaalde voorwaarden inbrengen in de belastingen. Sinds begin 2022 ben je als opvang verplicht om hiervoor een modelattest te gebruiken. Ook ben je verplicht om de gegevens van de fiscale attesten digitaal te bezorgen aan de FOD Financiën.