Pedagogische aanpak

Kwaliteitsvolle kinderopvang biedt kinderen alles wat ze nodig hebben voor hun ontwikkeling: elk kind voelt zich goed, is geboeid bezig en krijgt stimulansen. Jij draagt daar elke dag aan bij, en dat is fantastisch! Goede kinderopvang moet aan de pedagogische norm voldoen, en MeMoQ en ZiKo helpen daarbij. Kinderbegeleiders en onthaalouders krijgen ook pedagogische ondersteuning op de werkvloer.

Ga snel naar

    MeMoQ in het kort

    MeMoQ  meet en monitort de pedagogische kwaliteit (Q) van kinderopvang van baby's en peuters. Want kwaliteitsvolle kinderopvang is belangrijk voor de ontwikkeling van elk kind.

    MeMoQ bestaat uit instrumenten die op elkaar zijn afgestemd:

    1. het zelfevaluatie-instrument: je bekijkt zelf de pedagogische kwaliteit van je opvang
    2. het pedagogische raamwerk: een visietekst over kwaliteitsvolle kinderopvang
    3. het monitoringsinstrument: Zorginspectie gebruikt het om de pedagogische kwaliteit in je opvang te meten
    4. het wetenschappelijk meetinstrument: brengt de pedagogische kwaliteit in Vlaanderen in kaart.

    MeMoQ is ontwikkeld door de universiteiten Gent en Leuven, Opgroeien, Zorginspectie, de kinderopvang, opleidingsvormingsorganisaties en ouders. 

    MeMoQ zelfevaluatie-instrument

    Pedagogische kwaliteit zit in je dagelijkse acties: je stimuleert kinderen, daagt ze uit, geeft hen een thuisgevoel, en zorgt voor ritme en regelmaat.

    Het zelfevaluatie-instrument helpt je om de pedagogische kwaliteit in je kinderopvang te bekijken en te verbeteren. Zo ontdek je eenvoudig je sterktes en verbeterpunten, en kun je je talenten nog beter benutten. Samen maken we de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang nog beter.

    Bekijk het filmpje hieronder om meer te weten te komen over het zelfevaluatie-instrument.

    Link naar video: Zelfevaluatie MeMoQ Introductie
    Zelfevaluatie MeMoQ Introductie

    MeMoQ monitoringsinstrument van Zorginspectie

    Zorginspectie checkt met MeMoQ hoe goed jouw kinderopvang het doet en wat beter kan. Ze kijken of je de aan de minimale pedagogische norm voldoet.

    UGent en CEGO hebben in 2023 het monitoringsinstrument MeMoQ beoordeeld voor Opgroeien en Zorginspectie. Na hun advies is het instrument en de opvolging door Opgroeien aangepast. Het doel is om het pedagogisch handelen in elke kinderopvang nog beter te kunnen opvolgen en verbeteren. Dit is superbelangrijk, want goede opvang helpt kinderen in hun ontwikkeling. 

    MeMoQ wetenschappelijk meetinstrument

    In 2015 en 2016 is de pedagogische kwaliteit in Vlaamse kinderopvang onderzocht. Meer dan 6000 kinderen zijn bekeken en 3000 ouders hebben meegeholpen om een goed beeld te krijgen.

    In 2023 hebben onderzoekers een nieuwe studie gedaan naar hoe het gesteld is met de pedagogische kwaliteit in kinderopvang. Het definitieve rapport wordt binnenkort verwacht. Dit zal ons een up-to-date beeld geven en aanbevelingen voor het beleid.
    Onderzoekers observeerden tijdens een voormiddag de pedagogische kwaliteit in 300 bij toeval gekozen opvanglocaties. De gegevens zijn anoniem verwerkt en er komen geen verslagen over individuele voorzieningen. De studie is uitgevoerd door de Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek van UGent, het Expertisecentrum Ervaringsgericht Onderwijs van CEGO KU Leuven, en de Onderzoekseenheid Gezins- en Orthopedagogiek van KU Leuven.

    Pedagogisch raamwerk

    Kwalitatieve kinderopvang draagt bij aan een betere ontwikkeling van kinderen op lange termijn. Daarom is het belangrijk dat er een visietekst is die vertelt wat pedagogische kwaliteit inhoudt: het pedagogisch raamwerk van MeMoQ. Het helpt de begeleiders in de praktijk zonder hen iets op te leggen. Ze kunnen zelf kiezen hoe ze dit toepassen, passend bij hun opvang, de buurt en wat ouders willen. 

    Samen, in partnerschap met de ouders, zorgt de kinderopvang voor een pedagogische omgeving die zo een belangrijke plek is voor de kinderen, de ouders en de samenleving. Elke dag zetten professionals in de opvang zich in om het pedagogisch raamwerk realiteit te laten worden.

    Hester Hulpia (VBJK)

    quote-mark
    Kinderbegeleider de belangrijkste job ter wereld
    Het pedagogisch raamwerk in de dagdagelijkse praktijk

    In Kindertijd verschenen 6 portretten van kinderbegeleiders. Zij vertellen waarom hun job zo belangrijk is. Hester Hulpia van VBJK kadert hun verhalen vanuit het pedagogisch raamwerk.

    Lees het artikel

    Pedagogische norm

    Omdat kwaliteit zo belangrijk is voor kinderen, moet elke opvang aan de pedagogische norm voldoen. Zorginspectie gebruikt daarvoor het monitoringsinstrument van MeMoQ.  

    Elke dimensie van pedagogische kwaliteit krijgt een score: van 1 (onvoldoende) tot 4 (uitstekend). De dimensie ‘omgaan met gezinnen en diversiteit’ krijgt geen score.

    • Score 3 en 4:  je krijgt een waardering voor de kwaliteit van je opvang. 
    • Score 2: Opgroeien vraagt jou een inspanning te doen om je werking te verbeteren en elke score 2 te verhogen naar 3. Je bepaalt zelf hoe je de verbeteringen invoert. 
    • Bij een observatie die niet tot een score 1 leidde, maar wel tot minstens 3 scores 2, volgt Opgroeien de situatie strikter op. Je moet dan een plan van aanpak maken. 
    • Score 1: voor elke score 1 starten we een opvolgingstraject op zodat je de pedagogische kwaliteit verbetert. Je maakt zelf een plan van aanpak op, net zoals dit nu al gebeurt bij andere tekorten. Verhoogt je score, dan stopt het opvolgingsproces. 
    • Bij minstens 2 scores 1 nodigt Opgroeien de organisator uit voor een gesprek. 

     

    ZiKo en ZiKo-Vo

    Met ZiKo- en ZiKo-Vo  kan je kijken hoe kinderen zich in jouw opvang voelen en of ze geboeid bezig zijn. Zo kan je de opvang op een eenvoudige manier afstemmen op wat de kinderen nodig hebben.

    ZiKo

    Met ZiKo evalueer je je kinderopvanglocatie door een groep kinderen te observeren.

    • ZiKo geeft een eenvoudige en betrouwbare kijk op hoe de kinderen het in de opvang maken. Je gaat na in welke mate kinderen zich in de opvang thuis voelen (welbevinden) en in welke mate ze van de activiteiten genieten en geboeid bezig zijn (betrokkenheid).
    • Met ZiKo kan je de aanpak van de opvang gericht verbeteren.
    • Je kan ZiKo gebruiken voor baby's, peuters en schoolgaande kinderen.

    ZiKo is ontwikkeld door ECEGO, het ExpertiseCentrum ErvaringsGericht Onderwijs van prof. Laevers (KU Leuven), in opdracht van Opgroeien.

    Brochures en documenten

    Bekijk onze brochure over ZiKo:

    • Lees het document online
    • Download de pdf

    ZiKo-Vo

    ZiKo-Vo is een instrument om de evolutie van één kind op te volgen. ZiKo-Vo helpt jou om elk kind goed op te volgen en de aanpak af te stemmen op wat het kind voor zijn ontwikkeling nodig heeft.

    Kijk Ik cover
    Kijk Ik

    Kijk Ik' is de herwerking van kindvolgsysteem ZiKo-Vo, voor begeleiders én ouders.

     

     

    Bestel je exemplaar

    Pedagogische ondersteuning

    Wennen

    De eerste keer naar de opvang is spannend! Geleidelijk aan wennen maakt de overgang heel wat vlotter en veiliger. Ook bij grote veranderingen en na een lange afwezigheid raden we aan te wennen.

    Wennen is een verplicht onderdeel van het pedagogisch beleid. Neem de informatie over wennen en of ouders ervoor betalen op in je huishoudelijk reglement.

    Voordelen van wennen

    • Als een kind rustig kan wennen aan de opvang, voelt het zich sneller op zijn gemak. Het leert de nieuwe plek, de geuren en geluiden kennen, en ook de stemmen en het dagritme. Zo bouwt het kind vertrouwen op met de begeleiders en voelen de ouders zich ook beter. 
    • Je kunt met de ouders praten over hoe een dag eruitziet voor hun kind en hoe alles in de opvang werkt. Je leert ook de gewoontes van het kind kennen zodat je er rekening mee kan houden.

    Hoe pak je wennen aan?

    • Je kan zelf bepalen hoe je de kinderen aan de opvang laat wennen. Elke opvang heeft een eigen werking.
    • Het ene kind heeft meer tijd nodig dan het andere kind om te wennen. Ook de ouders kunnen meer tijd nodig hebben om een band op te bouwen met de opvang.

    Tips voor het wennen

    • Moedig ouders aan om hun kind te laten wennen en zeg waarom. Lees de info voor ouders bij kinderopvang en naar school/praktische tips.
    • Organiseer het wennen kort voor de eigenlijke start van de opvang.
    • Las best meerdere bezoeken in, verspreid over 1 tot 2 weken. Breid de verblijfsduur geleidelijk aan uit.
    • Organiseer de wenmomenten met de kinderbegeleider(s) die het kind zullen opvangen. Zo leren zij de gewoontes van het kind.
    • Als je merkt dat het kind veel huilt, moeilijk slaapt of vermoeid is, kan je de wenperiode aanpassen en de wenperiode verlengen.
    • Om zich voldoende thuis te kunnen voelen is het soms belangrijk dat het kind genoeg tijd doorbrengt in de opvang
    • Respecteer het slaap- en waakritme van het kind.
    • Verhoog het toezicht tijdens de wenmomenten, de eerste weken in de opvang of na een lange afwezigheid.

    Groepsindeling

    In een grotere opvang werk je met verschillende leefgroepen. Een leefgroep is een groep van kinderen gekoppeld aan één of meer bepaalde kinderbegeleiders en aan één of meer bepaalde ruimtes. Er mogen maximaal 18 kinderen in een leefgroep verblijven. Zo kunnen kinderen samen een groep vormen en zich goed voelen.

    Je kan groepen op verschillende manieren indelen, elk met hun voor- en nadelen.

    Een verticale leefgroep

    • In een verticale leefgroep verblijven baby’s, kruipers en peuters samen in één groep. Als een kind in een verticale leefgroep zit, blijft het in principe bij dezelfde begeleiding en dezelfde kinderen.
    • Er ontstaat een hechte band tussen begeleiders, kinderen en ouders.
    • Kleine kinderen kunnen leren van de grote, terwijl grote kinderen het vaak leuk vinden om mee te zorgen voor de kleintjes. 
    • Dit vraagt van de begeleiding de nodige vaardigheden om gepast in te spelen op alle kinderen en hun ontwikkeling. 
    • Soms bestaat het gevaar dat de ene leeftijdsgroep een beetje op de achtergrond raakt als er veel aandacht gaat naar een andere leeftijdsgroep.
    • Je kan de groep splitsen in kleinere groepjes, zodat de kinderen op hun eigen niveau kunnen spelen. 

    Een semi-verticale leefgroep

    • In een semi-verticale leefgroep vormen baby’s en kruipers een aparte groep. Ofwel zitten de kruipers bij de peuters. In een semi-verticale leefgroep zijn er bijgevolg meer leeftijdsgenoten.
    • Begeleiders kunnen gemakkelijker inspelen op de specifieke kenmerken van een bepaalde leeftijd en ontwikkelingsfase. 
    • Het aanbod van activiteiten, spelmateriaal en de groepsregels kunnen goed op de leeftijd worden afgestemd. 
    • Op een bepaalde leeftijd schuiven de kinderen op naar een andere groep. Daar moeten ze wennen aan andere begeleiders en andere kinderen. Dat kan men oplossen door de begeleider mee te laten opschuiven.

    Kinderparticipatie

    Kinderen hebben recht op inspraak, ook in de kinderopvang. Hoe kan je kinderen actief bij de opvang betrekken? Kinderparticipatie hoeft niet ingewikkeld te zijn: er zijn heel wat mogelijkheden.

    Mogelijkheden

    • Kinderen over de opvang en de activiteiten informeren
    • Luisteren naar wat zij vertellen
    • Hun mening vragen en hen stimuleren om die te geven
    • Overleggen met de kinderen
    • Samen plannen maken
    • Kinderen laten meebeslissen
    • Hen zelf laten beslissen en hun verantwoordelijkheid laten opnemen

    Tips

    1. Zorg voor een gezellige, vertrouwde sfeer waardoor elk kind zich gehoord voelt.
    2. Vraag naar hun ideeën en leg uit waarom en wat je ermee wilt doen.
    3. Beloof niets onhaalbaars en praat over wat wel kan. Zoek samen naar meer haalbare voorstellen voor onrealistische voorstellen.
    4. Zorg dat iedereen mee kan doen, ook de stille kinderen. Laat ze vrij als ze niet willen. 
    5. Zet op tijd een stap achteruit. Laat kinderen ook zelf praten met elkaar.
    6. Elk kind is uniek. Alle kinderen op dezelfde manier betrekken is niet mogelijk en niet alle kinderen hebben hier evenveel behoefte aan.
    7. Dwing geen verantwoordelijkheden af.
    8. Bij baby’s let je op hun gedrag om te begrijpen wat ze nodig hebben: hun mimiek, expressie en lichaamshouding.

    Ruimere openingsmomenten en flexibele opvang

    Sommige ouders werken in ploegen, andere hebben een hele rit voor de boeg voordat ze op het werk zijn. Niet iedereen kan een beroep doen op grootouders in de buurt. Opvang op vroege of late uren, tijdens het weekend of op een feestdag kan soms een echte noodzaak zijn.

    Hoe pak je dat aan?

    • Een aangepaste infrastructuur kan nodig zijn. Bv. rustruimtes, keuken, badkamer ...
    • Nog meer dan in de gewone opvang is een huiselijke sfeer belangrijk.
    • Er worden extra taken gevraagd. Bv. de allerkleinsten wassen en aankleden wanneer zij heel vroeg naar de opvang komen.
    • Wanneer kinderen langere tijd in de opvang blijven, dan is het goed om ook een gestructureerde activiteit te organiseren: een spel, een knutselactiviteit ... 

    Het kind staat centraal

    • Respecteer de eigenheid en het ritme van het kind, in het bijzonder bij het rusten en slapen. Bv. de slaaptijden, slaaprituelen, persoonlijke spulletjes ...
    • Het mag niet te veel worden voor het kind. Uit experimenten blijkt dat de meeste ouders verantwoord omgaan met opvang buiten de normale uren. Ze combineren zelden vroege en late opvanguren. Als een kind bijna permanent in de opvang aanwezig is, is er best overleg tussen opvang en ouders om na te gaan of er geen andere mogelijkheden zijn.
    • Een goed contact met de ouders is belangrijk om een kwaliteitsvolle opvang te kunnen bieden. Bij opvang buiten de gewone uren, zullen er extra contactmomenten nodig zijn, zowel voor als na de start van de opvang. Bv. over het huiswerk, de slaaprituelen, de maximale aanwezigheid, het welbevinden van het kind in de opvang.

    Meertalige kinderen ondersteunen

    In de kinderopvang kom je met heel wat talen en culturen in contact. De thuistalen van de kinderen waarderen én benutten zorgt ervoor dat kinderen zich goed voelen in de kinderopvang! En het is goed voor hun taalontwikkeling, zowel in hun thuistaal als in het Nederlands.

    Enkele ideeën om andere talen in de opvang te waarderen

    • Vraag enkele sleutelwoorden in de thuistaal van het kind: hallo, toilet, drinken, eten, tot ziens … Noteer deze woorden zoals ze uitgesproken worden en deel ze met collega’s.
    • Maak de thuistaal van het kind zichtbaar. Je kan de ouders bv. vragen om lege verpakkingen van voedingsmiddelen of magazines mee te brengen. Door deze in de speelruimte te leggen, bv. bij het winkeltje spelen, erken je andere talen.
    • Maak meertalige labels voor tafel, kast, toilet …
    • Moedig het kind aan om zijn liedjes en rijmpjes te delen in zijn thuistaal.
    • Leg meertalige boekjes binnen handbereik.
    • Vraag ouders om cd’s en dvd’s mee te brengen waarop andere talen te horen zijn.
    • Meertalige begeleiders of ouders kunnen activiteiten organiseren waarbij ze de thuistaal van het kind gebruiken, bv. een verhaaltje vertellen, zingen, meespelen in de eigen taal (bv. door extra uitleg te geven).

    Wil je zicht krijgen op je sterktes en groeikansen op vlak van meertaligheid?  

    Het instrument Reflecteren over meertaligheid vanuit het MeMoQ-zelfevaluatie-instrument kan je hierbij helpen. Voor elk van de 6 dimensies worden reflectievragen beschreven die je laten stilstaan bij het meertaligheid en je helpen een positieve context te creëren naar meertaligheid in je opvang.