Geef liever geen geneesmiddelen of homeopathische middelen in de opvang.
Ga snel naar
Basisboodschappen
In de kinderopvang
- Geef geneesmiddelen altijd op een veilige manier. Maak een risicoanalyse van je aanpak.
- Maak duidelijke afspraken met alle opvangmedewerkers.
- Neem je aanpak van geneesmiddelen op in je huishoudelijk reglement. Maak het bekend aan de ouders bij de start van de opvang:
- Wat verwacht je van ouders als hun kind geneesmiddelen moet krijgen tijdens de opvanguren?
- Hoe zorg je ervoor dat ouders en opvang elkaar goed informeren?
- Adviseer ouders om bij een doktersbezoek te zeggen dat hun kind naar de opvang gaat. Zo kan de arts er rekening mee houden bij de keuze van de behandeling.
- Vraag ouders om geneesmiddelen steeds mee te brengen in de originele verpakking met het etiket van de apotheker.
- Als het etiket onvolledig is of ontbreekt, moeten de ouders dit door de apotheker laten vervolledigen.
Aanpak
Een ouder vraagt je toch om een geneesmiddel te geven, omdat toediening tijdens de uren van de opvang noodzakelijk is. Hoe pak je dat aan?
Geneesmiddelen toedienen
- Volg altijd de instructies vermeld op het etiket van de apotheker op.
- Stem af met de ouders wie wat geeft en wanneer?
- Noteer elke toediening om te voorkomen dat je het geneesmiddel tweemaal geeft of vergeet.
Koortswerende middelen
Als een kind koorts heeft en tekens van ongemak vertoont en als er geen alarmsignalen zijn, dan kan je aan kinderen ouder dan 3 maanden een eenmalige dosis paracetamol siroop toedienen. Overleg eerst met de ouders.
Luierzalven en -crèmes
Verzorgende zalven kunnen op vraag van ouders gebruikt worden in de opvang. Dit zijn 'gewone' beschermende luierzalven. Ze bevatten soms zinkoxide, maar geen ander actief bestanddeel, zoals ichtammol, miconazol, (hydro)cortisone. Enkele voorbeelden zijn Mustella baby 1-2-3 luiercrème®, Galenco baby luiercrème®, Dermacrem®, Cicaplast®, Patapoum® en Bepanthen baby®.
Medicamenteuze zalven bevatten een actief bestanddeel zoals ichtammol, miconazol, (hydro)cortisone. Sommige kunnen in de opvang op vraag van ouders gebruikt worden voor een beperkte periode, zoals aangegeven op de flowchart. Het langdurig gebruiken van deze zalven, wordt afgeraden. Het gaat over Inotyol®, Daktozin pasta® en Neo-Cutigenol®.
Zalven die (hydro)cortisone bevatten, zoals Daktacort®, worden voorgeschreven door de arts. Deze kan je gebruiken mits een etiket van de apotheker met de nodige informatie op de verpakking, zoals aangegeven op de flowchart.
Puffer en aerosol
- De voorkeur gaat uit naar een puffer:
- Het effect van een puffer is hoger dan van een aerosol.
- Het gebruik is minder tijdsintensief.
- Een puffer is makkelijker in gebruik.
- Een puffer is makkelijker te reinigen.
- De puffer houdt minder risico’s in op de verspreiding van ziektekiemen.
- Laat de ouder daarom de mogelijkheid van een puffer met de behandelend arts bespreken als deze aerosol voorschrijft.
- Aerosol in de opvang kan enkel als er geen alternatief mogelijk is.
- Elk kind heeft zijn eigen puffer, al dan niet met voorzetkamer, afhankelijk van de leeftijd.
- Bij gebruik van een voorzetkamer zorgen de ouders ervoor dat deze schoon is, zoals aangegeven door de producent.
Neusdruppels en -sprays bij verkoudheid
Kant-en-klare fysiologische zoutoplossing is de eerste keuze.
- Als het kind moeilijk slaapt of eet, kunnen neusdruppels en -sprays op basis van oxymetazoline (Nesivine®) en xylometazoline (Otrivine®) in pediatrische vorm gegeven worden aan kinderen jonger dan 7 jaar, voor maximaal 5 opeenvolgende dagen per ziekte-episode. Onder de leeftijd van 2 jaar gaat de voorkeur uit naar neusdruppels. Bij gebruik van sprays bij deze leeftijdsgroep zijn ernstige complicaties, zoals ademhalingsstilstand, beschreven.
- Andere types op basis van efedrine, fenylefrine, nafazoline en tramazoline zijn niet geschikt voor kinderen jonger dan 7 jaar omwille van het risico op ernstige ongewenste nevenwerkingen.
Hoestsiropen en slijmoplossende middelen
Een hoest vereist meestal geen medicamenteuze behandeling. Het is altijd belangrijk om de oorzaak van de hoest te zoeken. Meestal gaat het over een acute luchtweginfectie, die vanzelf geneest.
Hoeststillende siropen:
- zijn niet geschikt voor kinderen jonger dan 6 jaar.
- worden afgeraden voor kinderen tussen 6 en 12 jaar.
- De werkzaamheid is onvoldoende aangetoond.
- Ze bevatten het risico op ernstige ongewenste effecten zoals het onderdrukken van de ademhaling met soms fatale afloop.
Slijmoplossende middelen:
- zijn niet geschikt voor kinderen jonger dan 2 jaar; sommigen bij kinderen jonger dan 6 jaar, omwille van het risico op ernstige ongewenste effecten op diverse orgaansystemen.
- Het nut is niet wetenschappelijk aangetoond.
Jodiumtabletten
De federale overheid adviseert kinderopvang om jodiumtabletten in voorraad te hebben, ongeacht de locatie.
Bij een nucleair ongeval kan radioactief jodium vrijkomen. Hoe jonger je bent, hoe meer kans je hebt op schildklierkanker door radioactief jodium. Jodiumtabletten verhinderen het opstapelen van radioactief jodium in de schildklier, door de schildklier te verzadigen met niet-radioactief jodium.
Haal voor jouw kinderopvang dus zeker gratis jodiumtabletten af bij de apotheek. Op de website nucleair risico kan je berekenen hoeveel tabletten je nodig hebt en hoe je ze afhaalt.
Aanpak in je opvang
- Je kan de gevolgen van een noodsituatie beperken als je goed voorbereid bent. Op de website nucleair risico vind je hoe.
- Brengt de ouders via het huishoudelijk reglement op de hoogte dat je het advies van het federaal crisiscentrum zal volgen. Bij een nucleair ongeval handel je in belang van het kind. Je kan ouders sensibiliseren en verwijzen naar de website nucleair risico.
- Denk goed na over je communicatie met de ouders:
- Wat is de toegediende dosis in de opvang? Zorg dat je goed op de hoogte bent van de te geven dosis, na advies van de federale overheid.
- Wat verwacht je van de ouders? Wat wordt genoteerd en waar? Wat als er thuis al een dosis gegeven werd? Hoe kan je hierover duidelijke afspraken maken met de ouders?