Vijfde ziekte

• De vijfde ziekte is een kinderziekte die vooral voorkomt bij kinderen tussen 5 en 15 jaar. Ze wordt veroorzaakt door een virus, het humaan parvovirus B19.
• De ziekte gaat vanzelf over. Je ziet ze het meest in de late winter of de vroege lente. Epidemieën zien we om de 3 tot 5 jaar.
• Vrouwen die in de eerste helft van de zwangerschap de vijfde ziekte krijgen en niet immuun zijn, hebben een hogere kans op een pril zwangerschapsverlies of een doodgeboren kind. Het is moeilijk om je daar tegen te beschermen, want de ziekte is besmettelijk voordat er symptomen zijn. Heb extra aandacht voor een goede handhygiëne.

Het kind voelt zich vaak niet ziek en heeft weinig symptomen. Bij sommige kinderen :

• koorts, hoofdpijn, keelpijn en spierpijn
• huiduitslag, doorgaans eerst op de wangen. De zone rond de neus en de mond blijft vrij, zodat de uitslag lijkt op de vleugels van een vlinder. Daarna breidt hij uit naar de ledematen en romp. De huiduitslag bestaat uit vlekken en bultjes en kan jeuken.  

Na 3 tot 7 dagen is de uitslag verdwenen, maar hij kan tijdelijk terugkomen bij warmte, kou, inspanning en stress.

De incubatietijd bedraagt 6 tot 16 dagen, d.w.z. dat het virus al 6 tot 16 dagen in je lichaam aanwezig is voor je echt ziek wordt.

• De besmetting gebeurt via druppeltjes in de lucht bij hoesten, niezen en de neus snuiten.
• Het is besmettelijk in de week voordat de vlekjes verschijnen. Zodra je de uitslag ziet, is het niet meer besmettelijk.
• Als een kind de vijfde ziekte eenmaal heeft gehad, is het levenslang beschermd tegen de ziekte. 

• Zorg voor een goede hygiëne.
• Geef je kind voldoende rust: in bed blijven hoeft niet, eens naar buiten gaan mag. Speel in op wat je kind aangeeft.
• Zwangere vrouwen in de kinderopvang nemen het best contact op met hun behandelend arts of met de arbeidsgeneeskundige dienst.
• Heeft je kind koorts, volg de flowchart.
• Neem contact met je arts als ongerust bent of als de klachten niet verbeteren en ook als je zwanger bent.

• Volg de 10 vuistregels om ziektes in de kinderopvang te voorkomen.  
  • Heb extra aandacht voor hygiëne bij hoesten en niezen.
  • Heb extra aandacht voor medewerkers die zwanger zijn. Zij nemen best contact op met hun arts.

• Een kind dat ziek is, voelt zich ellendig en wordt best verzorgd in een rustige en vertrouwde omgeving. 
• Je kind kan (terug) naar de opvang komen als het niet te ziek is voor de opvang.

Je kind kan naar het consultatiebureau komen als het niet te ziek is.  

Heeft je kind huiduitslag, maar is het niet ziek dan kan het naar het consultatiebureau komen.