Dieren zorgen voor heel wat gezelligheid en speelplezier. Toch is het belangrijk om slim om te springen met mogelijke risico’s (hygiëne, onverwacht of ongewenst gedrag van dieren en allergieën). Als je je kind in contact brengt met dieren, geven onderstaande tips een goede basis om met elkaar om te gaan.

Je kind voorzichtig laten kennismaken met een huisdier is vanzelfsprekend. Maar ook omgekeerd kan je je huisdier best voorbereiden en laten wennen aan de komst van een baby. Je goudvis vormt misschien niet direct een gevaar, maar bij de hond en kat kan het wel een verschil maken.

• Al voor de komst van de baby komen er heel wat nieuwe spullen in huis. Leer je huisdier meteen dat het geen speelgoed of slaapplek is voor hem.
• Laat je huisdier wennen aan de geur van de baby. Introduceer op voorhand de geur van babyzalf en laat je hond of kat ruiken aan de eerste kleertjes die je baby droeg na de bevalling.
• Laat je huisdier vooraf wennen aan babygeluiden en geluiden van speelgoed. Geleidelijk aan wat luider en wat langer, zodat het voor de hond geen stresserende ervaring is waar hij kwaad op reageert.
• Geef je huisdier nog genoeg aandacht eenmaal de baby er is en beloon hem als hij zich goed gedraagt in nabijheid van de baby.  

• Laat je kind nooit alleen met een huisdier. Hoe betrouwbaar en lief een dier ook is, er kan altijd iets gebeuren waardoor het dier plots toch bijt of krabt. Kinderen begrijpen waarschuwingssignalen van een dier vaak niet.
• Niet alleen huisdieren, maar ook kinderen zijn soms onvoorspelbaar. Een dier kan angstig reageren op gedrag wat voor een kind spelend bedoeld is.
• Scherm de wieg of het bedje af voor de kat of hond. Zo komen er geen haren in en voorkom je dat jouw huisdier op de baby gaat liggen. 

• Je kind kan samen met jou zorg dragen voor je huisdier. Meer verantwoordelijkheid geef je pas vanaf tienerleeftijd (wandelen met de hond, de kattenbak verversen ...).
• Een dier spreekt een andere taal: een hond die gromt of een kat die blaast, wil vooral met rust gelaten worden. Leer je kind de waarschuwingssignalen van je huisdier herkennen.
• Geef in je interactie met een dier altijd het goede voorbeeld.

Een allergie voor (huis)dieren komt veel voor. Bij allergie voor dieren reageert het lichaam op stoffen die aan huidschilfers, haren of veren van deze dieren kleven. Er zitten ook allergenen in het speeksel en de urine van de huisdieren.

Als je kind een of meerdere van deze klachten heeft na contact met een dier, dan kan het gaan om allergie:

• loopneus of verstopte neus
• niesbuien
• jeukende en tranende ogen
• roodheid en zwelling van de huid
• hoesten en benauwdheid met piepende ademhaling
• moeheid
• hoofdpijn
• lusteloosheid

Sommige ziektes en infecties kunnen van dier op mens overgaan. Deze ziektes worden zoönoses genoemd. Een besmet dier aaien of een kleine krab- of bijtwonde kan volstaan om besmet te geraken. Ook contact met uitwerpselen of een besmette omgeving, bv de zandbak, houdt een risico in. Hygiëne is dus belangrijk:

• Was de handen met water en zeep na contact met dieren.
• Voorkom contact met uitwerpselen bv. dek de zandbak af zodat het geen honden- of kattentoilet wordt.
• Reinig en ontsmet een krab- of bijtwonde steeds grondig en ga naar de huisarts als dat nodig is.
• Verzorg je huisdier goed: ga jaarlijks naar de dierenarts voor controle, eventuele vaccinaties

Veel dieren hebben van nature salmonella bacteriën in hun darmen zitten. Kinderen jonger dan 5 jaar zijn vatbaarder voor een salmonella besmetting en zijn extra kwetsbaar.

• Zorg voor een afsluitbare dierenplek in huis of buiten, bv. een comfortabele mand/bench of hok voor de hond, waar hij naartoe kan als hij zich wil terugtrekken. Moedig hem aan om dat te doen door beloning en hij zal vlugger geneigd zijn om spontaan naar die plek te gaan.
• Leer je kind het huisdier met rust te laten als het zich heeft teruggetrokken.
• Zo’n plek is ook handig voor momenten waarop het moeilijker is om actief toezicht te houden.
• Leer je hond of kat dat de wieg of het park verboden terrein is.
• Geef je hond nooit oud kinderspeelgoed of versleten knuffeldieren. Dat kan voor misverstanden zorgen en gevaarlijke situaties uitlokken. Koop voor je hond echt typisch 'hondenspeelgoed' waarbij geen verwarring mogelijk is.
• Let op met katten- of hondenspeeltjes die er ook voor een peuter gewoon uitzien als speelgoed dat hij sowieso in de mond steekt.