Windpokken

• Windpokken is een vaak voorkomende en besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een virus.  
• Het komt voornamelijk voor bij kinderen en meestal in de winter of vroege lente.
• Bij de meeste kinderen verloopt de infectie mild. Kinderen genezen meestal zonder enige nawerking.
• Na genezing ben je levenslang tegen windpokken beschermd. Het virus blijft slapend achter in je lichaam, zonder actief te zijn.  
• Bij een klein percentage (15-30%) wordt het virus later weer actief en kan het gordelroos (ook zona of herpes zoster genoemd) veroorzaken.

• Windpokken start meestal met symptomen van een verkoudheid en vervolgens koorts.
• Al snel vormt zich een huiduitslag met kleine bultjes die nadien blaasjes worden over het hele lichaam.
• De blaasjes veroorzaken veel jeuk. 
• Vervolgens drogen de blaasjes op en worden dit korstjes.
• Windpokken duren 1 tot 2 weken.

De besmetting vindt plaats via: 

• kleine druppeltjes in de lucht bij hoesten, niezen of de neus snuiten
• direct contact met de vloeistof in de blaasjes, ook van iemand met zona

Je kan anderen al besmetten vanaf 2 dagen vóór je uitslag op je huid krijgt tot wanneer er zich een korst vormt op de blaasjes. Als alle blaasjes  opgedroogd zijn, ben je niet meer besmettelijk. De kans is dus erg groot dat er al andere kinderen besmet zijn voordat je ziet dat een kind windpokken heeft. 

Van zodra je besmet wordt, kan het een tijdje duren (10 tot 21 dagen) tot je klachten krijgt. Dit is de incubatieperiode. 

Er is een vaccin tegen windpokken.  Het vaccin wordt niet toegediend door Kind en Gezin. De Hoge Gezondheidsraad beveelt geen algemene vaccinatie van kinderen aan, enkel voor bepaalde risicogroepen.  

Ouders die dit vaccin willen kunnen dit bespreken met hun arts.

• Zorg voor een goede hygiëne.
• Heb extra aandacht voor:
  • De nagels van je kind. Houd de nagels schoon, het is belangrijk om krabben te voorkomen.  
  • Krabben veroorzaakt littekens of infecties.
• Geef je kind voldoende rust:  in bed blijven hoeft niet, eens naar buiten gaan mag. Speel in op wat je kind aangeeft.
• Heeft je kind koorts, volg de flowchart. Geef geen Ibuprofenbij windpokken (kans op ernstige complicaties)
• Neem contact met je arts: 
  • als je kind veel last heeft van jeuk
  • als je ongerust bent of als de klachten niet verbeteren
  • als je meer dan 34 weken zwanger bent, niet immuun bent voor windpokken en in contact kwam met een persoon met windpokken
• Breng je kinderopvang op de hoogte zodat ze de andere ouders kunnen informeren dat de ziekte circuleert in de opvang.

• Volg de 10 vuistregels. Heb extra aandacht voor hygiëne bij hoesten en niezen.
• Informeer de ouders als er windpokken circuleren in de opvang. Je kan de voorbeeldbrief gebruiken.  

Opvang van baby's en peuters

• Een kind dat ziek is, voelt zich ellendig en wordt best verzorgd in een rustige en vertrouwde omgeving.
• Je kind kan terug naar de opvang komen als alle blaasjes volledig opgedroogd (de meeste blaasjes zijn opgedroogd 6 dagen na het verschijnen van de eerste blaasjes) zijn en als het kind niet te ziek is voor de opvang

Gezien elke infectie van windpokken potentieel besmettelijk is, is het aanbevolen dezelfde maatregel te hanteren voor kinderen die gevaccineerd werden tegen de ziekte.

Dit advies is ook van toepassing op schoolgaande kinderen die je opvangt samen met baby's en peuters om hen niet te besmetten.

Buitenschoolse opvang – enkel schoolgaande kinderen  

• Een kind dat ziek is, voelt zich ellendig en wordt best verzorgd in een rustige en vertrouwde omgeving.
• Je kind kan (terug) naar de opvang komen als het niet te ziek is voor de opvang.

Je kind kan naar het consultatiebureau komen als alle blaasjes volledig opgedroogd (de meeste blaasjes zijn opgedroogd 6 dagen na het verschijnen van de eerste blaasjes) zijn en als het niet te ziek is.