Als een vis in het water. Voelt een kind zich goed, dan is dat duidelijk te zien. Op vele manieren toont het dat het gelukkig is.
Hoe kan je zien dat een kind gelukkig is?
- Een kind geniet. Het heeft plezier en deugd aan anderen en aan de dingen. Het kind glundert, babbelt spontaan, zingt, glimlacht, schatert, ...
- Voelt een kind zich goed, dan geeft het een ontspannen indruk. Het voelt zich in geen enkel opzicht bedreigd. Het gezicht is open en de spieren zijn niet gespannen.
- Een kind straalt van levenslust: de blik is levendig, het gelaat expressief. De lichaamshouding is opgericht, ruimte innemend (zeker niet ineengezakt of met hangende schouders).
- Een kind reageert ontvankelijk, aanspreekbaar, spontaan, ... Contacten met anderen verlopen vlot en geven veel voldoening. Het is blij met de aandacht die het krijgt: een knuffel, een pluim, een troostend woord, wat aanmoediging of hulp.
- Een kind heeft zelfvertrouwen. Het wordt niet te snel van zijn stuk gebracht. Zelfzekerheid, zelfvertrouwen, een gevoel van eigenwaarde vertaalt zich in een ‘trotse’ houding: zich ‘groot’ en ‘sterk’ voelen. Dat positieve zelfbeeld is de basis voor weerbaarheid: het laat niet zomaar over zich heen lopen, het is assertief.
- Als een kind contact heeft met zijn gevoelens, kan het genieten, maar tegelijk ook moeilijke momenten snel te boven komen. Het heeft immers voeling met zichzelf, dus verdringt het geen emoties.