Ga snel naar
Je vindt heel wat inspiratie in de filmpjes ‘1000 dagen samen’.
Voor kinderen is het de normaalste zaak van de wereld dat er iets niet lukt. Er is geen enkel kind dat gaat proberen te stappen en zegt ‘Oh nee, nu ben ik gevallen, ik zal maar stoppen met proberen.'
Wat je moet weten over je kind van 6 tot 12 maanden
Spelen is: uitproberen, experimenteren
Het eigen lichaam
Omrollen, sluipen, kruipen, zich recht trekken … de wereld wordt stilletjes aan groter.
Sociaal contact met jou
- experimenteren met taal: brabbelen, echte gesprekjes voeren en ruimte laten aan je kind om ook iets terug te brabbelen
- samen dingen ontdekken, samen verwonderd zijn
- gebaren imiteren (bravo, dag zwaaien …)
- kiekeboespelletjes leren je kind dat de dingen blijven bestaan, ook als je ze niet ziet. Dit kan je kind ook helpen bij het afscheid nemen van jou.
Experimenteren
- meer constructief spelen: uitladen en inladen, dingen verstoppen, dingen weggooien
- veel herhalen en uitproberen, niet een paar keer maar opnieuw en opnieuw en opnieuw
Bewegen is: overal op en af, al sluipend en kruipend op ontdekking
Als je kind begint te sluipen of kruipen kan hij of zij de wereld gaan verkennen. Dat is een grote stap. Je kind kan voor het eerst zelf wat verder van jou weggaan maar heeft jou graag in de buurt om wat zekerheid te gaan tanken.
Geef veel ruimte en kansen om te bewegen binnen en buiten, zo gaat het kind zelf op ontdekking en experimenteren.
- Je kind wil een speeltje hebben dat net buiten bereik ligt en zal rollen, draaien, en erna sluipen en kruipen om het te pakken
- Zet alle deuren eens open of bouw een hindernisbaan met stoelen waar je kind onderdoor en achterlangs kan kruipen. Je kunt ook een tent van de stoelen maken waar je kindje in en uit kan kruipen.
- Het is leuk om achter elkaar aan te sluipen of te kruipen. Je baby wordt helemaal actief als je van richting wisselt of van snelheid verandert. Ook bewegend speelgoed om achteraan te kruipen vinden baby’s heel erg leuk.
- Een kartonnen doos met een open voor- en achterkant wordt een tunnel om door te kruipen.
- Je kind wordt een echte klimkampioen. Elke trap is een uitdaging!
- Verstop iets onder een doekje of achter een zetel. Je kind zal het met plezier zoeken.
- Rol naar elkaar met een bal. Als de bal geluid maakt is het al helemaal super om achteraan te sluipen.
Welk speelmateriaal is leuk in deze fase?
- een stevige mat waarop je baby vrij kan bewegen en oefenen met omrollen en kruipen
- knisperboekjes, kartonnen boekjes
- speelmateriaal dat geluid maakt als je het beweegt (rammelen, knisperen, trommelen, een bal …)
- stapelbekers om te stapelen, te bekijken, op kleur te sorteren, tegen elkaar te slaan, omver te duwen …
- bellenblaas
- badspeelgoed
- een handpop of een oude sok. Laat de pop bewegen, vertellen, dansen of een handje geven
Waar hou je best rekening mee?
- Een loopstoel met wieltjes waarin je kind rechtop zit en kan voortbewegen, gebruik je beter niet. Kinderen leren best stappen vanuit hun eigen spierkracht. Als je kind nog niet toe is aan lopen, laat je je kind best kruipen. Stilaan zal je kind zich recht trekken en met houvast beginnen stappen. In een loopstoeltje oefent je kind minder om z’n evenwicht te bewaren en kan het net meer op de teentjes gaan lopen. Bovendien maakt je kind in een loopstoel verplaatsingen die het nog niet kan controleren. Zo loopt je kind risico om te vallen.
- Je kind verkent heel wat zaken met de mond. Hou kleine speelgoedjes en andere kleine materialen uit de buurt.
- Je baby gaat zelf op pad, klimt op de trap. Zorg voor een omgeving die zo veilig is als nodig.