Ga snel naar
Je vindt heel wat inspiratie in de filmpjes ‘1000 dagen samen’.
Het leuke op die leeftijd is dat er nabootsgedrag komt. Kinderen gaan doen wat de volwassenen doen. Dat is hun slimme manier om de wereld te leren kennen.
Wat je moet weten over je kind van 1 tot 2 jaar
Spelen is: kleine en grote bewegingen
Het eigen lichaam
- stappen, vallen en weer opstaan
- fijne motoriek ontwikkelt zich: kleine voorwerpen oppakken, op knopjes duwen,
- bewegen en dansen op muziek
Sociaal contact met jou
- taal begrijpen
- emoties uiten en nabootsen: samen lachen, gekke bekken trekken
De wereld leren kennen
- iets in en uit doen, leeggieten, verstoppen, draaien …
- constructief spelen: torentje bouwen en weer kapot maken, ringen over een staaf doen, op knopjes duwen, draaien …
- de echte wereld nabootsen: pop eten geven, met een echte lepel in een kookpot roeren, grote mensen nabootsen …
- creatief bezig zijn, nieuwe dingen bedenken met water, zand, kartonnen dozen, tijdschriften …
- lopen op een bergje, rondcrossen met een loopfiets
- leren dat je af en toe eens moet wachten en dat je niet alles meteen kan
Bewegen is: vallen en weer opstaan, elke keer opnieuw
Kinderen zijn van nature veel in beweging en vanalles aan het uitproberen: rechttrekken en zakken, op en af, stappen en weer vallen … elke keer opnieuw.
Geef veel kansen om te bewegen en uit te proberen, binnen en buiten.
- Optrekken aan verschillende soorten meubilair. In de box zal je kindje zich voornamelijk optrekken aan de spijlen met alleen zijn of haar armen, maar bij de zetel zal je kindje bij het optrekken ook beenkracht gebruiken. Laat je kind maar zelf veel oefenen.
- Stappen langs een stoelenrij wordt een uitdaging als je op de laatste stoel een speelgoedje legt.
- De wereld wordt groter. Stappen is een ontdekkingstocht: in de plas, over de drempel, op een horizontaal vlak, een stijgend en dalend vlak ... Het is ook fijn om op verschillende ondergronden te stappen (gras, zand …) en samen verschillende stapstijlen te oefenen: op de tenen, op de hielen, zijwaarts, snelle kleine stapjes, grotere stappen … Zelf de buggy voortduwen vinden kinderen ook altijd leuk.
- Lopen, tikkertje spelen, klimmen, klauteren en crossen buiten of in de gang met de loopfiets.
- Het evenwicht bewaren op een tak op de grond.
- Springen van een trede.
- Een tunneltje om door te kruipen.
- Samen dansen op muziek.
Welk speelmateriaal is leuk in deze fase?
- ‘echte’ dingen: de keukenkast met plastic potjes, een houten lepel met kookpot ...
- speelgoed dat de echte wereld nabootst: een speelgoed grasmachine, stoffer en blik, telefoon …
- prentenboeken
- blokken om te stapelen
- speelmateriaal voor buiten: een bal, een loopfietsje, een buitenkeukentje, een zandbak,…
- speelmateriaal om voort te duwen of achter zich aan te trekken
- een pop of knuffel
- papier en waskrijtjes of kleurpotloden
Waar hou je best rekening mee?
- Speelgoed met (knoop)batterijen: controleer of het compartiment voor de batterijen dichtgeschroefd is en of je de batterijen er niet zomaar kan uithalen. Bewaar batterijen buiten bereik van kinderen.
- Ballonnen zijn heel leuk om mee te spelen maar houden ook een aantal risico’s in:
- Niet opgeblazen of geknapte ballonnen zijn gevaarlijk voor verstikking. Laat een kind dat jonger is dan 3 jaar daarom nooit alleen met een ballon spelen, bewaar ballonnen buiten bereik van kinderen en gooi kapotte ballonnen meteen weg.
- Ballonnen kunnen schadelijke stoffen bevatten. Blaas ze daarom beter niet op met de mond, maar gebruik een pomp. Laat kinderen ook nooit op een ballon sabbelen.
- Kinderen kunnen de risico’s nog niet juist inschatten. Zorg voor een omgeving die zo veilig is als nodig.