Bewegen voor peuters (2 - 3 jaar)

Je vindt heel wat inspiratie in de filmpjes ‘1000 dagen samen’.

Het eigen lichaam 

• Je kind leert stilaan complexere bewegingen die coördinatie vragen, zoals lopen, springen, dansen, fietsen ... 

Sociaal contact met jou 

• Contact maken met andere kinderen, vriendjes maken. Kinderen spelen op deze leeftijd nog niet echt samen. Wel houdt hun spel verband met elkaar, bijvoorbeeld in de zandbak bakt het ene kind taartjes en is het andere kind aan het koken.  
• Een peuter moet eerst in staat zijn om te begrijpen dat andere mensen de dingen anders zien dan hijzelf, voor hij echt kan leren samenspelen. Hij is namelijk nog volop bezig zichzelf te ontdekken. Zijn spel draait dan ook vooral om zijn eigen behoeften. 
• Echte gesprekjes voeren. 
• Begrijpen dat sommige dingen wel en andere niet mogen. 
• Afspraken of beperkte spelregels begrijpen.

Op ontdekking gaan 

• Fantasiespel: niet meer gewoon nadoen, maar een eigen interpretatie geven. De zetel wordt een boot of een kartonnen doos wordt een auto.
• Grenzen aftasten en risicovol spelen: snelheid, hoogte, stoeispelen, gevaarlijke voorwerpen, gevaarlijke plekken, met impact, uit het zicht.  

• De dagelijkse weg naar de opvang, naar de bakker … Kan je kind de hele weg of een stukje zelf stappen, lopen of fietsen? Dat kan een fijne en gezellige manier zijn om samen te bewegen. Spelletjes met tegels zijn altijd leuk, bijvoorbeeld 'niet op de rode stenen stappen'.
• Samen poetsen in huis of werken in de tuin is ook bewegen.  
• Wie kan het snelste lopen? Achter elkaar aan lopen is een leuk spel  
• Maak een parcours om met de loopfiets tussen te fietsen. Al eens van het bergje naar beneden proberen fietsen?  
• Een vriendje dat komt spelen, zet aan tot activiteit. Tikkertje, verstoppertje, rollen , schoppen, gooien en vangen met grote en kleine ballen blijven heerlijk om te doen.  
• Springen is een avontuur: van de onderste trede, op de stoep, van de ene tak naar de andere tak ... Al eens geprobeerd om achter- en zijwaarts te springen in een hoop bladeren?  
• Wat een zalig gevoel, gras tussen je tenen. Maar ’t mag soms wel wat meer zijn dan gewoon een grasplein. Water! Zand! Modder! Crossen in bossen en rollen in duinen. Klauteren over stenen, over boomstronken, over elkaar. Bomen om in te klimmen, aan te hangen, achter te verstoppen, onder te zitten. Kleren en schoenen die vuil mogen worden of tegen een stootje kunnen zijn een aanrader.  

• een leuke buitenspeelruimte
• de natuur, om in te spelen en ook als plek om tot rust te komen
• prentenboeken en voorleesverhalen
• verkleedkledij
• echte dingen: meehelpen met de afwas, de tafel dekken, de auto wassen …
• eenvoudige puzzels
• teken – en knutselmateriaal (papier, waskrijtjes, verf, klei …)  
• blokken om iets te bouwen
• grote steekparels
• poppenkast 

• Water: Sommige kinderen zijn echte waterratten en springen onbevreesd het diepe in. Leer je kind de gevaren van water kennen en dat het bij jou in de buurt veilig is. Lees tips over veilig in en aan het water. 
• Trampolines: Ongevallen op trampolines gebeuren meestal bij grotere kinderen. Dat is logisch, een trampoline is eigenlijk niet bedoeld voor kinderen jonger dan 3 jaar en grotere kinderen halen gevaarlijker kunstjes uit. Als er een trampoline in de tuin staat wil een peuter natuurlijk ook wel eens springen. Dat kan op een veilige manier als jij een oogje in het zeil houdt, met een stevig net dat volledig gesloten is als er geen grotere kinderen mee springen.