Met de fiets

Kinderen kun je perfect overal heen brengen per fiets. Er bestaan verschillende manieren om hen het plezier van fietsen te laten ontdekken. Kinderen leren het verkeer beter inschatten als ze er ook regelmatig zelf aan deelnemen.

1. Je vervoert je baby beter nog niet met de fiets, bakfiets of fietskar zolang je baby het hoofdje niet zelfstandig rechtop kan houden (ongeveer vanaf 3 maand).
2. Als je baby zelfstandig vanuit kruiphouding kan gaan zitten, heeft hij of zij genoeg zitbalans om mee te rijden in een fietsstoeltje op de fiets.   
3. Zolang je baby nog niet zelfstandig kan zitten, kies je voor een alternatief aangepast aan de leeftijd: een draagbaar autozitje of schaal die volgens de bijgeleverde instructies stevig wordt bevestigd in bakfiets of fietskar of een draagbaar autozitje dat met speciale beugel achterop de fiets bevestigd is.
4. Je baby in een draagzak of draagdoek op de fiets vervoeren is géén veilige manier. Het biedt bij een val geen bescherming aan je baby.

Dat je je baby jonger dan 3 maand beter niet meeneemt met de fiets heeft te maken het algemeen comfort en veiligheid van je baby. Als je baby zijn hoofdje nog niet zelfstandig rechtop kan houden, kan hij of zij de schokken in de fietskar of bakfiets onvoldoende opvangen.  Verre fietstochten met een hele kleine baby zijn dus echt af te raden.

Als het voor een noodzakelijke verplaatsing niet anders kan, volg je best deze tips:

• pas je snelheid aan en rijd zo traag mogelijk
• kies een route met zo weinig mogelijk hobbels en hindernissen
• kies een bakfiets of fietskar met een goede vering. Extra gewicht zoals een tas met boodschappen of een zak zand in de bak, kan helpen om trillingen beter op te vangen.

De uitrusting 

• Zorg dat je fiets in uitstekende staat is en voorzien van alle noodzakelijke uitrusting (een bel, goede remmen, reflectoren,…) zoals beschreven in de wegcode en zorg voor regelmatig onderhoud.
• Kies het juiste fietsstoeltje, zitje of schaal aangepast aan jouw fiets, bakfiets of fietskar en aan het gewicht van je kind. Bevestig het correct volgens de instructies van de fabrikant of laat het monteren door de fietsenmaker. Controleer na bevestiging of alle onderdelen van je fiets nog goed functioneren: werken de remmen nog? Is je achterlicht nog zichtbaar? Controleer ook regelmatig op slijtage. 
• Als de markering EN 14344 op het fietsstoeltje staat, voldoet het aan de Europese norm.
• Hou rekening met het extra gewicht dat je meedraagt. Dat heeft invloed op je rijstijl: je remt misschien wat trager en optrekken gaat moeilijker. Oefen een paar keer op een rustige plek. 

Een goede kinderhelm

• Voldoet aan de Europese norm (EN 1078)
• Past perfect (de maat van de helm is hetzelfde als de hoofdomtrek van je kind gemeten boven de wenkbrauwen)
• Heeft een riempje onder de kin dat stevig vastzit maar niet knelt
• Blijft op zijn plaats zitten als je kind het hoofd schudt
• Ziet er leuk en cool uit 😉
• Vervang je na 5 jaar of als je kind ermee gevallen is.

Je kind 

• Maak je kind altijd correct vast: maak alle riempjes vast en zorg dat ze goed strak zitten. Vergeet bij een fietsstoeltje de riempjes aan de voeten niet.
• Zet je kind (en jezelf) steeds een helm op en draag een fluovestje om op te vallen in het donker. 
• Zorg voor een goede afscherming van de spaken. Zo voorkom je dat voetjes tussen de spaken gekneld geraken. Dat is jammer genoeg een vaak voorkomend ongeval bij grotere peuters en kleuters, omdat de voetjes niet correct vastgemaakt waren of omdat geen veilig kinderstoeltje met spaakafscherming werd gebruikt.

De regels 

• Volg de verkeersregels zoals: een bakfiets die niet breder is dan 1 m wordt gezien als een gewone fiets en volgt dus de regels voor fietsers, met een speedpedelec mag je geen kinderen vervoeren jonger dan 3 jaar...  
• Als je kind al wat ouder is, maak je duidelijke afspraken: in de bakfiets worden handen en voeten binnen boord gehouden, wild heen en weer wiebelen is een leuk spelletje, maar niet op de fiets...

• Hou je kind goed in de gaten. Als je merkt dat je kind het niet (meer) fijn vindt of begint te huilen, dan hou je beter een tussenstop.  
• Maak zeker in het begin nog geen lange tochten en bouw rustig op.  
• Jij bent in beweging en hebt het daardoor warm op de fiets. Je kind zit stil en kan veel sneller kou hebben.  
• Bij baby’s vermijd je beter trillingen en schokken, maar voor een oudere peuter is hobbelen over de kasseien misschien juist het leukste onderdeel van de fietstocht! 
• Maak er een leuk tochtje van. Vertel wat je doet en wat je ziet onderweg.