Bewegende baby's hebben een stapje voor

De WHO lanceerde nieuwe aanbevelingen rond bewegen, sedentair gedrag en slaap voor kinderen van 0 tot 5 jaar. Kind en Gezin en het Vlaams Instituut Gezond Leven vertaalde die naar 3 basisboodschappen rond bewegen voor baby’s: bewegingskansen geven, buikligtussendoortjes en wisselende houdingen.

Ga snel naar

    1-2-3 BabyBeweging!

    1-2-3 Babybeweging! richt zich tot de allerkleinsten. We willen alle ouders, grootouders, kinderbegeleiders en opvoeders goesting en inspiratie geven om baby’s meer te laten bewegen

    Link naar video: 1-2-3 Babybeweging!
    1-2-3 Babybeweging!

    Geef je baby zoveel mogelijk ruimte en kansen om te bewegen en spelen

    Ook voor kleine baby’s is bewegen belangrijk. Nee, geen zware oefensessies, wel tijdens je dagelijkse activiteiten: badje geven, knuffelen, verzorgen, spelen op de grond. Maak er vooral een dagelijkse leuke gewoonte van!

    Neem je baby regelmatig uit de buggy, relax, autostoel … en beperk het gebruik van deze zithulpmiddelen tot een minimum. 

    Beperk schermtijd voor de allerkleinsten tot een paar momenten per week.

    Minder lang stilzitten

    © Gezond Leven

    Waarom?

    Bewegen en minder lang stilzitten heeft heel wat voordelen.

    Voordelen van bewegen en minder lang stilzitten

    Tips

    • Leg je baby: op een stevige mat, op een doek op de grond of op een laken buiten in het gras.
    • Je baby leert zijn lichaam kennen door te spelen met handjes en voetjes.
    • Fietsen, fietsen, fietsen met de beentjes!
    • Zet je baby op je benen. 
    • Laat je baby zweven op je handen door de lucht of drijven in bad.
    • Als je merkt dat je baby pogingen doet om te rollen van buik naar rug en omgekeerd, kan je dit spelletje met hem spelen: leg hem op zijn rug en houdt een speelgoedje vast, net buiten zijn bereik. Beweeg met dit speelgoedje naar links of rechts en laat je baby dit met zijn grijpgrage handjes volgen. Leg dit vervolgens links (of rechts) van hem en geef hem een klein duwtje in de rug zodat hij het speelgoedje kan grijpen.

    Buikligtussendoortjes

    Leg je wakkere baby regelmatig op de buik onder jouw toezicht. Begin met korte momentjes (best niet net na het eten) en bouw langzaam op. Hou je baby goed in de gaten, niet elke baby vindt dat leuk. Als het even niet goed lukt, kan je baby in moeilijkheden geraken en moet je snel kunnen ingrijpen.
    Ga in interactie met je baby, maak er plezante buikligtussendoortjes van, doe een beetje gek en zing eens een liedje.

    Waarom is het belangrijk?

    1-2-3 BabyBeweging

    Tips

    • Ga zelf liggen of leun achterover en leg je baby met zijn buik tegen jouw buik.
    • Leg je baby op de buik en ga zelf tegenover je baby liggen, praat tegen je baby of zing een liedje.
    • Laat je baby, terwijl hij op zijn buik ligt, kijken naar iets leuks bijvoorbeeld een zwart-wit tekening, een spiegeltje.
    • Leg je baby even op de buik tijdens het verzorgen, bijvoorbeeld na elke luierwissel om de knoopjes van de kleren achteraan te sluiten.
    • Speel vliegtuigje met je baby, pak je baby eens in buikligging op je arm.

    Wissel je baby regelmatig van houding

    Op de buik, op de zij, hoofdje draaien links en rechts, … bewegende baby’s hebben een stapje voor!

    Waarom?

    Tegengaan van voorkeurshouding met soms als gevolg afplatting van het hoofd.

    Tips

    Verzorgen

    • Ga tijdens de verzorging vóór de baby staan, zodat hij naar jou kan kijken zonder het hoofdje steeds naar een zelfde kant te moeten draaien.
    • Tijdens het aan- en uitkleden kan een baby eens op zijn buik of zij gelegd worden.

    Spelen

    • Leg één voorwerp naast je baby en verwissel het regelmatig eens van kant.
    • Een box in het midden van de ruimte, zonder randbeschermers, prikkelt je baby van alle kanten en zet aan tot bewegen.
    • Hang een mobiel op verschillende plaatsen, die nodigt uit om de bewegingen te volgen.

    Slapen

    • Zet het bedje eens op een andere plaats of leg je baby in de andere richting in bed. Als je baby wakker wordt, draait je baby het hoofd vaak naar het licht.

    Dragen

    • Draag je baby op wisselende manieren: in buikligging of in zijligging, over de schouder, op de heup, met z'n rug tegen jouw buik, enz. 
    • Laat je baby regelmatig naar de omgeving kijken.

    Voeden

    • Als je flesvoeding geeft, kan je best de baby ook afwisselend op de ene arm en de andere arm voeden.
    • Om de baby te laten boeren, kan hij afwisselend over de linker- en rechterschouder gelegd worden met de armpjes over de schouder.

    Bekijk ook binnen spelen en bewegen