Impetigo

• Impetigo is een huidinfectie, die veroorzaakt wordt door 2 soorten bacteriën : stafylokokken en streptokokken.
• Impetigo komt vooral voor bij kinderen, met een piek in de leeftijdsgroep van 1 tot 9 jaar. De laatste jaren komt het steeds meer voor.
• Kinderen en volwassenen kunnen deze bacterie dragen (bijvoorbeeld in de neus) zonder zelf impetigo te krijgen.

• Eerst is er een blaasje, vaak op een al bestaand wondje. Het blaasje barst open en er komt een gele korst op. Daarna ontstaan er in de buurt meer blaasjes, ze kunnen samen een grotere plek vormen.
• De blaasjes komen meestal voor rond de neus en de mond, maar ze kunnen ook elders op het lichaam voorkomen. Soms verschijnen ze op plaatsen waar de huid eerder stuk gekrabd is, zoals bij muggenbeten en eczeem of als complicatie van andere huidletsels.

Het vocht uit de blaasjes is zeer besmettelijk.

• Besmetting gebeurt vooral via de handen.
• Als je kind aan de blaasjes krabt, kan het zichzelf opnieuw besmetten.
• De besmettelijkheid duurt totdat de blaasjes zijn opgedroogd of tot 24 uur na de start van een behandeling met antibiotica.

De bacteriën zitten ook in de neus en keel van iemand die besmet is. Door hoesten, niezen en praten, komen kleine druppeltjes met de bacterie in de lucht. Soms krijgen mensen de bacterie via deze druppeltjes.

• Departement Zorg coördineert de maatregelen bij 4 of meer gevallen van impetigo in 1 maand tijd in de kinderopvang.
• De kinderopvang en de ouders volgen in dat geval nauwgezet de richtlijnen van Departement Zorg.

Extra voor de kinderopvang

• Breng Departement Zorg op de hoogte bij 4 of meer gevallen van impetigo in 1 maand tijd in je kinderopvang.
• Informeer je klantenbeheerder bij Opgroeien.

• Zorg voor een goede handhygiëne.
• Heb aandacht voor goede hygiëne bij hoesten, niezen en de neus snuiten.
• Geef aan elk gezinslid een eigen handdoek.
• Laat je kind regelmatig zijn handen wassen en probeer krabben aan de blaasjes te vermijden.
• Het strak afdekken van de letsels kan de infectie in de hand werken.
• Breng je kinderopvang op de hoogte zodat ze
  • de andere ouders kunnen informeren dat de ziekte circuleert in de opvang.
  • het Departement Zorg kunnen inschakelen indien nodig.

• Volg de 10 vuistregels om ziektes in de kinderopvang te voorkomen.
  • Heb extra aandacht voor een goede handhygiëne en voorzie voor elk kind eigen spullen.
• Informeer de andere ouders als er een kindje met impetigo in de opvang is. Je kan de voorbeeldbrief gebruiken.

Een kind dat ziek is, voelt zich ellendig en wordt best verzorgd in een rustige en vertrouwde omgeving.

Bij minder dan 4 gevallen van impetigo in 1 maand tijd in de opvang.

• Baby’s en peuters met impetigo kunnen terug naar de opvang komen:  
  • 24 uur na de start van de antibioticabehandeling
    OF
  • als alle blaasjes volledig opgedroogd zijn  
• Hetzelfde geldt ook voor schoolgaande kinderen met uitgebreide letsels van impetigo.  
• Schoolgaande kinderen met een beperkt aantal letsels, mogen wel naar de opvang komen als je de letsels kan afdekken, met een los verband (in het aangezicht en rond de mond, is dit meestal niet mogelijk).
  • Lees de impetigo-richtlijn voor CLB's

Bij 4 of meer gevallen van impetigo in 1 maand tijd in de kinderopvang: 

Ouders en opvang volgen het advies van Departement Zorg nauwgezet op.

Je kind kan naar het consultatiebureau komen 24 uur na de start van een antibioticabehandeling of als alle blaasjes volledig opgedroogd zijn.

Als Departement Zorg betrokken is, volg je het advies van Departement Zorg nauwgezet op.