Ga snel naar
Het Vlaams Centrum voor Adoptie (VCA) gaat, samen met zijn partners, voor een kwalitatief adoptiebeleid. Het respecteert en behartigt hierbij maximaal de rechten, belangen en kansen van alle betrokken kinderen.
Als Vlaams Centrum voor Adoptie staan we in voor elke adoptie van een kind door adoptieouders, wonend in Vlaanderen. We baseren ons in de dagelijkse werking op het verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie, meestal aangeduid als het Haags Adoptieverdrag.
Het Vlaams Centrum voor Adoptie
Het VCA is de dienst binnen Kind en Gezin die optreedt als Vlaamse centrale autoriteit inzake interlandelijke adoptie. Ieder land dat het Haags Adoptieverdrag ondertekende moet een centrale autoriteit aanstellen zodat iedere interlandelijke (of buitenlandse) adoptie onder toezicht van de bevoegde overheid gebeurt.
In België werden vier autoriteiten aangesteld: de federale autoriteit, de Vlaamse autoriteit, de autoriteit van de Franstalige gemeenschap en die van de Duitstalige gemeenschap, elk met hun eigen bevoegdheden.
De opdrachten van het VCA staan omschreven in art. 20 van het decreet van 20 januari 2012 houdende regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen, onder andere:
- Opvolgen van de adoptieprocedure van alle kandidaat-adoptieouders. Het gaat daarbij om kandidaten die kiezen voor bemiddeling via een adoptiedienst, maar ook om die ouders die kiezen voor een zelfstandige adoptie.
- Zorgen dat het dossier van de kandidaat-adoptieouders bij de bevoegde autoriteit van het land van herkomst terechtkomt, al dan niet via een erkende adoptiedienst. Het ontvangen kinddossier beoordelen en de toewijzing van een specifiek kind aan de kandidaat-adoptieouders goedkeuren.
- Een gericht beleid voeren voor de adoptie van kinderen met specifieke ondersteuningsbehoeften (‘special needs’).
- Advies geven over de erkenningen van de betrokken diensten (Steunpunt Adoptie, diensten voor maatschappelijk onderzoek, adoptiediensten, trefgroepen).
- Een overkoepelende visie over nazorg uitwerken samen met alle diensten en projecten die een rol spelen in die nazorg.
- Samenwerking met buitenlandse overheden bewerkstelligen en adoptiediensten begeleiden bij de opzet van samenwerkingen in het buitenland.
- Subsidiëren van erkende diensten.
Ariane Van den Berghe, Vlaams adoptieambtenaar, staat aan het hoofd van het VCA. Naast het zorgen voor een kwalitatieve uitvoering van de taken van het VCA, heeft zij enkele specifieke taken. Zij moet alle dossiers over adoptie bewaren en aan geadopteerden inzage verlenen in zijn of haar dossier. Bovendien moet zij de geadopteerden ook ondersteunen bij hun zoektocht naar informatie over hun adoptiedossier.
Wat is adoptie?
Adoptie wordt in woordenboeken gedefinieerd als 'het wettig aannemen van iemand als kind, hoewel deze persoon geen biologisch kind is'. In de praktijk komt hier juridisch en emotioneel zeer veel bij kijken.
Binnenlandse of buitenlandse adoptie
- Bij een binnenlandse adoptie adopteer je als adoptieouder, wonend in Vlaanderen, een kind dat in België verblijft.
- Bij een buitenlandse (of interlandelijke) adoptie adopteer je als adoptieouder, wonend in Vlaanderen, een kind dat in het buitenland verblijft.
De nationaliteit en de geboorteplaats van de adoptieouders of van het adoptiekind zijn dus onbelangrijk om het soort adoptie vast te stellen. Het is de woonplaats van de betrokkenen die bepaalt of je de binnenlandse of buitenlandse procedure moet volgen. Dit geldt ook bij de adoptie van gekende kinderen zoals nichtjes, neefjes, kleinkinderen, …
- Woon je als Belg in het buitenland, dan moet je de adoptieprocedure van het land waar je woont doorlopen om te kunnen adopteren.
- Wil je als Belg, wonend in het buitenland, het kind van je partner adopteren, dan kan je ervoor kiezen om de Belgische procedure te doorlopen (voorbereiding en familierechtbank) of om de adoptie in het land van verblijf te laten uitspreken.
Een gekend of ongekend kind?
De meeste kandidaat-adoptieouders starten met een adoptieprocedure zonder te weten welk kind ze zullen adopteren. Zij doorlopen de adoptieprocedure in België en krijgen dan via een adoptiedienst of bij zelfstandige adoptie via de bevoegde dienst in het herkomstland, een kind toegewezen.
Af en toe starten kandidaat-adoptieouders de procedure omdat zij een kind van hun familie willen adopteren. Het gaat dan om stiefkinderen, nichten, neven, … Als het gaat om een kind dat in België verblijft dan kunnen de kandidaten een verkorte binnenlandse procedure volgen: verkorte voorbereiding en procedure voor de rechtbank, die dan kan beslissen dat er geen maatschappelijk onderzoek nodig is.
Als het kind in het buitenland verblijft, dan moeten de kandidaten eerst geschikt verklaard worden na een maatschappelijk onderzoek en moet het herkomstland bevestigen dat het kind adopteerbaar is.
Soms willen kandidaat-adoptieouders een procedure starten voor een gekend kind dat geen familie is, bijvoorbeeld een kind dat ze in een weeshuis ontmoetten of een kind van een kennis. Bij een binnenlandse adoptie is dit eventueel mogelijk, het is de familierechtbank die hierover een uitspraak zal doen. Bij een buitenlandse adoptie is dit niet zo evident. Daar mag er namelijk geen contact zijn tussen enerzijds de adoptieouders en anderzijds de bloedverwanten van het kind of enig ander persoon die het onder zijn bewaring heeft (zoals het weeshuis) of van wie de toestemming in adoptie vereist is, vóórdat de kandidaat-adoptieouders geschikt verklaard zijn en vóórdat er een professionele matching is gebeurd in het land van herkomst. Alleen als het land van herkomst zo’n contact uitdrukkelijk toelaat, is een dergelijke adoptie mogelijk.
Gewone of volle adoptie
In België bestaan er twee soorten adoptie, de volle en de gewone adoptie. Bij iedere adoptie moet door de geboorteouders en de adoptieouders gekozen worden tussen een volle of gewone adoptie. Voor adopties van kinderen uit het buitenland wordt dit ook bepaald door de regels van het herkomstland. Sommige landen kennen enkel gewone adoptie.
- Bij een volle adoptie krijgt het kind (en zijn afstammelingen) dezelfde rechten en plichten als was het kind geboren uit de adoptieouder(s). De wettelijke band met de oorspronkelijke ouder(s) wordt volledig verbroken. Deze vorm van adoptie is enkel mogelijk bij minderjarigen. Een volle adoptie is onherroepelijk. Zij kan enkel herzien worden als er aanwijzingen zijn dat de adoptie tot stand kwam door ontvoering, verkoop of handel in kinderen.
- De gewone adoptie creëert tussen het kind en de adoptieouders dezelfde band als bij een volle adoptie. De band tussen het kind en de familieleden van de adoptieouders is echter veel beperkter. Zo heeft het kind geen enkel recht op de nalatenschap van bloedverwanten van de adoptieouders. Het kind behoudt deze rechten immers in zijn oorspronkelijke familie. De gewone adoptie kan naast herzien ook herroepen worden als er zeer gewichtige redenen zijn. De vraag tot herroeping kan komen van de adoptieouder(s), de geadopteerde of van de procureur des Konings.
Een emotionele gebeurtenis
Adoptie is een beschermingsmaatregel voor kinderen die niet langer opgevangen kunnen worden door hun eigen ouders. Via adoptie proberen we te zoeken naar een duurzame familiale oplossing waar het kind beter van wordt. Adoptie heeft enorme voordelen voor het kind ten opzichte van kinderen die in een instelling verblijven, onder andere op het vlak van ontwikkeling.
Voordat een kind geadopteerd kan worden, moet er toestemming gegeven worden door zijn/haar ouders. Bij weeskinderen zullen familieleden of voogden hun toestemming moeten geven. Een geboorteouder die beslist om zijn/haar kind af te staan voor adoptie, weet dat deze beslissing een enorme impact zal hebben op het verdere leven van zowel zichzelf als van zijn/haar kind. Veel geboorteouders dragen dit verlies heel hun leven mee. Sommige van hen gaan later ook op zoek naar informatie over hun kind dat ze hebben afgestaan. Ze willen graag weten dat hij/zij goed terecht gekomen is of willen hem/haar uitleggen waarom ze tot adoptie moesten overgaan.
Alle beslissingen rond adoptie worden genomen in het belang van het adoptiekind. Het adoptiekind heeft echter vaak geen zeg in de beslissing tot adoptie. Toch zorgt deze beslissing dat het leven van het kind volledig verandert. Het kind wordt mogelijk tijdelijk ondergebracht in een tehuis of bij een pleeggezin. Daarna wordt het opgevangen bij een adoptiegezin, soms in een ander land.
Een adoptiekind zal in de loop van zijn leven geconfronteerd worden met het verlies van de biologische familie die niet voor hem/haar kon of wilde zorgen. Tegelijk zal hij een band opbouwen met een nieuwe adoptiefamilie die al dan niet positief zal ervaren worden. Ook al bouwen veel adoptiekinderen een positieve band op met hun adoptieouders, velen gaan, tijdens hun puberteit of wanneer ze zelf een gezin stichten, op zoek naar informatie over hun herkomst. Ze willen weten van waar ze afkomstig zijn, wie hun biologische ouders waren en waarom zij niet voor hen konden/wilden zorgen. Sommigen willen deze biologische familie ook ontmoeten, wat veel emoties met zich kan meebrengen.
De adoptieouders kiezen meestal voor adoptie omdat zij zo hun kinderwens willen realiseren. Tegelijk willen ze zo ook een familie bieden aan een kind dat geen familie meer heeft. Een kind ontvangen, al dan niet overhandigd door de geboortemoeder, is dan ook een zeer emotionele gebeurtenis voor deze familie. Ook tijdens het zoeken naar hun roots, zal de steun van de adoptieouders voor het adoptiekind onontbeerlijk zijn.
Het Verdrag van Den Haag
Het Haags Adoptieverdrag, ofwel het verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie, werd door België ingevoerd vanaf 1 september 2005. Meer en meer (herkomst- en ontvangst-)landen leven dit verdrag na bij interlandelijke adopties.