Als je bevalt, heb je recht op moederschapsrust. De afspraken en regelingen hangen af van je werkgever of loonverstrekker.
Ga snel naar
Pre- en postnatale rust
- Prenataal verlof (of zwangerschapsverlof): 6 weken, waarvan 1 verplichte week.
- Postnataal verlof (of bevallingsverlof): 9 verplichte weken.
Als je zwanger bent, mag je 1 week voor de vermoedelijke bevallingsdatum niet meer gaan werken. Dit betekent dat je dus max. 5 weken prenataal verlof naar het postnataal verlof kan overdragen.
Je verplichte postnatale rust start op de dag van je bevalling, tenzij je nog hebt gewerkt op de dag van de bevalling, dan dit op de dag na de bevalling.
Verleng je het postnatale verlof van 9 weken met nog ten minste 2 weken uit het prenataal verlof, dan mag je deze laatste 2 weken omzetten in verlofdagen van postnatale rust. Deze verlofdagen moet je opnemen in de 8 weken die volgen op de hervatting van het werk.
Breng je werkgever ten laatste 4 weken vóór het einde van de verplichte periode van postnatale rust op de hoogte. De bedoeling is om het werk geleidelijk aan te hervatten, volgens het werkrooster.
Meer informatie krijg je via je ziekenfonds of via het RIZIV.
Pre- en postnatale rust bij meerlingen
Ben je zwanger van een meerling, dan heb je als mama recht op 8 weken prenataal verlof, waarvan 1 week verplicht.
Je kunt 7 weken van je prenataal verlof verschuiven tot na het postnataal verlof. Bovendien kan je nog 2 extra weken postnataal verlof opnemen.
Je kunt in totaal dus 19 weken moederschaprust nemen bij een meerlingzwangerschap.
Een vroege of late bevalling
Beval je vroeger dan verwacht, vóór de start van je zwangerschapsverlof, dan verlies je de verplichte week prenataal verlof. De overige 5 weken prenataal verlof (7 weken bij een meerling) kan je dan na de bevalling opnemen.
Beval je later dan verwacht en heb je al 6 weken prenataal verlof (8 bij een meerling) genomen, dan wordt je verlof verlengd met die extra dagen (tot aan de bevalling). Na de bevalling heb je hoe dan ook recht op 9 weken postnataal verlof.
Ziek voor de bevalling
Als je in de 6 weken vóór de bevalling door een ziekte (al dan niet gerelateerd aan je zwangerschap) of ongeval niet aan het werk kan, dan wordt deze ziekteperiode niet in mindering gebracht van de 5 weken prenataal verlof die je kan overdragen naar de postnatale periode. Deze regeling is nieuw sinds 1 maart 2020.
Je behoudt hierdoor in totaal recht op 14 weken postnataal verlof.
Opname van de baby in het ziekenhuis
Moet je baby meer dan 7 dagen na de geboorte in het ziekenhuis blijven, dan kan je bevallingsrust verlengd worden met een duur gelijk aan de opnamedagen, die de eerste 7 dagen overschrijdt. Blijft je baby bv. vanaf de geboorte 21 dagen in het ziekenhuis, dan wordt de moederschapsrust verlengd met 14 dagen.
Deze verlenging kan tot max. 24 weken.
Als je het werk hervat, heb je een medisch attest voor de werkgever nodig waaruit blijkt dat je kind opgenomen bleef in het ziekenhuis na de eerste 7 dagen vanaf de geboorte. Op dit attest moet de duur van de opname vermeld staan.
De bescherming tegen ontslag blijft lopen tot 1 maand na de volledig opgenomen postnatale rust.
Verlies van een baby
Wordt je baby levend geboren, of levensloos vanaf een zwangerschapsduur van 180 dagen, dan blijft het recht op moederschapsrust bestaan.
Vaderschaps- of meeouderschapsverlof bij overlijden of ziekenhuisopname mama
In het spijtige geval dat de mama overlijdt of in het ziekenhuis moet blijven, kan:
- ofwel de vader
- ofwel de meeouder (hier de meemoeder)
- ofwel de samenwonende partner van het heterokoppel die het kind niet wettelijk erkent
het resterende moederschapsverlof opnemen. De afstammingsband met het kind moet wel officieel vaststaan en de partner moet in dienstverband werken.
In deze gevallen treedt de partner dan in de plaats van de moeder voor het verlof en de bescherming tegen ontslag.
Overlijden van de mama
In dit geval is de duur van het vaderschapsverlof of het meeouderschapsverlof ten hoogste het gedeelte van het moederschapsverlof dat nog niet werd opgenomen door de mama.
Wil je dit verlof als werknemer opnemen, breng je werkgever dan op de hoogte binnen de 7 dagen volgend op het overlijden van de mama. Vermeld de aanvangsdatum van het geboorteverlof en de vermoedelijke duur van je afwezigheid.
Ziekenhuisopname van de mama
In dit geval gelden de volgende voorwaarden:
- Het vaderschapsverlof of het meeouderschapsverlof kan pas starten vanaf de 8ste dag na de geboorte.
- De baby moet het ziekenhuis verlaten hebben.
- De opname van de mama moet langer duren dan 7 dagen.
Het vaderschapsverlof of het meeouderschapsverlof eindigt op het ogenblik dat de mama het ziekenhuis verlaat of uiterlijk bij het verstrijken van het niet opgenomen deel van het moederschapsverlof.
Wil je dit verlof als werknemer opnemen, breng je werkgever dan op de hoogte vóór de aanvang van het vaderschapsverlof of het meeouderschapsverlof. Vermeld de aanvangsdatum van het geboorteverlof en de vermoedelijke duur van je afwezigheid.
Vergoeding tijdens moederschapsrust
De ziekteverzekering regelt de moederschapsuitkering voor werkneemsters.
- Bezorg alle informatie tijdig aan je ziekenfonds.
- Contacteer je ziekenfonds tijdig, ten laatste bij de start van de 6 weken die je bevalling voorafgaan.
De uitkering bedraagt:
- de eerste 30 dagen van de moederschapsrust: 82% van je (onbegrensde) loon
- vanaf de 31ste dag: 75% van je begrensde loon
Vastbenoemde (statutaire) overheidsambtenaren ontvangen hun volledig loon van de overheid tijdens de moederschapsrust.
Moederschapsrust aanvragen
Om je moederschapsrust aan te vragen kan je
- ofwel het formulier ‘Getuigschrift van arbeidsongeschiktheid’ van je ziekenfonds gebruiken. Bij sommige ziekenfondsen staat dit formulier op hun website
- ofwel het attest ‘Aanvraag tot moederschapsrust’ uit ons Zwangerschapsboekje gebruiken.
Laat het formulier of het attest invullen door de arts of vroedvrouw.
Stuur het uiterlijk 2 dagen na het begin van je moederschapsrust naar de adviserend arts van het ziekenfonds.