Veelgestelde vragen en antwoorden over ontwikkeling en gedrag.

faq_category_icon

Er wordt vaak gedacht dat baby’s die verschillende talen horen van hun ouders in de war geraken. En dat ze deze talen niet van elkaar zullen kunnen onderscheiden en niet goed kunnen leren. Dit is een veel voorkomende misvatting.

Meerdere talen tegelijk aanbieden is meestal geen probleem. Baby’s die vanaf de geboorte met twee of meerdere talen worden opgevoed, leren die talen net zo goed als kinderen die één taal leren.

Als je de taal spreekt die je zelf goed kan en de verschillende talen vaak en goed worden aangeboden, kan je kind verschillende talen tegelijk leren.

Lees meer over meertalig opvoeden

Taal Ontwikkeling en gedrag

De zwangerschap is een heel goed moment om stil te staan bij hoe je je kind meertalig wil opvoeden.

Het allerbelangrijkste is dat je baby zoveel mogelijk en op een natuurlijke manier in contact komt met de talen die je voor hem of haar kiest! Op voorhand samen nadenken en afspraken maken helpt om het vol te houden. Tegelijkertijd kan het zijn dat je na een tijd andere keuzes maakt, en ook dat is normaal.

Op de pagina meertalig opvoeden vind je heel wat interessante informatie. 

Taal Ontwikkeling en gedrag

In Vlaanderen groeien heel wat kinderen op in een meertalig gezin: minstens 1 op 4 kinderen spreekt meer dan één taal. Soms leren ze die vanaf de geboorte, dan weer praten ze een andere taal thuis en leren ze Nederlands op school of in de kinderopvang. Elk gezin maakt z’n eigen keuze. Soms spreken mama en papa consequent elk een andere taal met hun kind, soms is het de context die de taal bepaalt. Bijvoorbeeld met de grootouders taal X, in de winkel taal Y en thuis taal Z.

Een ideale aanpak bestaat niet: alles hangt af van de situatie, wensen en mogelijkheden van het gezin. Er bestaat geen ‘beste strategie’ voor iedereen.

Ouders kiezen het best voor een taal waar ze zich goed kunnen in uitdrukken en waarbij ze zich goed voelen. Zo leren kinderen het best talen: als ze een stevige basis hebben in hun thuistaal, verloopt andere talen leren een stuk vlotter.

Gaat je kind straks naar een Nederlandstalige school en spreken jullie thuis een andere taal? Zorg er dan voor dat het via andere mensen in je omgeving – kinderopvang, buren of familie – toch al kennismaakt met het Nederlands. Stel je zelf ook positief op tegenover alle talen, dan zal je kind dat ook doen.

Lees meer over meertaligheid

Taal Ontwikkeling en gedrag

‘Tuut Tuut’ zeggen als je ‘auto’ bedoelt, raden we af. Je leert je kind het best meteen de correcte woorden, zo zorg je ervoor dat je kind voortdurend nieuwe woorden leert.

Hoe meer woorden jij gebruikt, des te meer je je kindje uitdaagt met zijn of haar woordenschat en hem of haar een rijke taal aanleert.

Zit je kind in de brabbelfase, dan mag je natuurlijk rustig meebrabbelen, puur voor de fun! Je zal merken dat dat hem of haar aanmoedigt om volop te oefenen. Zolang je ook nog échte taal gebruikt om met je kind te communiceren, is meebrabbelen alleen maar positief.

Als je kind begint te praten, zal hij of zij ongetwijfeld fouten maken. Corrigeer je kind niet expliciet: dat maakt hem of haar onzeker en terughoudend. Op deze leeftijd is experimenteren belangrijker dan correct praten, dus behoud de spontaniteit. Zelf blijf je natuurlijk het goede voorbeeld geven door het correcte woord te gebruiken. Bijvoorbeeld: Je kind heeft een speelgoedauto in zijn of haar hand en zegt "Tauto". Jij antwoordt: "Ja, dat is een mooie auto, hè!"

Lees meer over de taalontwikkeling van je kind

Taal Ontwikkeling en gedrag

Geen paniek. De taalontwikkeling van jonge kinderen verloopt heel grillig. Dat wil zeggen dat je kind op sommige momenten trager vooruit gaat qua taal. Dat is heel normaal, misschien concentreert hij of zij zich vooral op leren rollen of kruipen. Elk kind ontwikkelt op zijn eigen tempo. Sommige kinderen zeggen hun eerste woordje als ze 10 maanden zijn, terwijl anderen pas met 20 maanden een duidelijk woord uitbrengen.

Aan woordjes gaat trouwens een brabbelfase vooraf. Je hoort dan vooral een opeenvolging van dezelfde lettergrepen, zoals ‘da-da-da’ of ‘ma-ma-ma’.

Lees meer over de taalontwikkeling van je kind. 

Taal Ontwikkeling en gedrag

Doe vooral waar je blij van wordt! Zolang je maar veel praat met je kind. 

Zelfs met een jonge baby kan je al volop gesprekjes voeren. Je voert ze spontaan, tijdens alledaagse activiteiten zoals eten, verluieren of het badje. Als je graag zingt, is dat ook heel goed. Probeer ook eens knisperboekjes, badboekjes, stoffen boekjes en boekjes in felle kleuren. Je kind voelt, proeft en ontdekt zo heel wat nieuwe dingen. Laat ze overal in huis rondslingeren want je kind leert ze al spelenderwijs kennen.

Experimenteer volop: je kan niets verkeerds doen! Het omslaan van de pagina’s alleen al is interessant. Daarna volgen de prentjes en het verhaaltje. Kind en Gezin werkt samen met 'Iedereen Leest' voor Boekstart. Zo willen we ouders met hun jonge kinderen laten genieten van boeken.

Lees meer over de taalontwikkeling van je kind

Taal Ontwikkeling en gedrag

Vooraleer baby’s hun eerste woordjes zeggen, zijn ze al volop taal aan het leren. Eerst begrijpen ze wat anderen zeggen, pas later gaan ze zelf spreken. Door veel te praten met je baby, zorg je ervoor dat hij of zij taal leert. Bovendien herkent je baby je stem van tijdens de zwangerschap en dat geeft vertrouwen.

Benoem wat je doet, dat brengt rust. Zeg tijdens het aankleden bijvoorbeeld ‘Nu steek ik je armpje in de mouw’. Als je dat telkens herhaalt, wordt het een ritueel waarbij je kindje niet alleen taal leert, maar ook de wereld om zich heen verkent en vertrouwt.

Lees meer over de taalontwikkeling. 

Taal Ontwikkeling en gedrag
Abonneer op Ontwikkeling en gedrag