Luizen

Wat is het?

  • Een hoofdluis is een klein insect dat leeft tussen de haren van de mens.
  • Hoofdluizen zijn vervelende beestjes die iedereen kan krijgen. Het krijgen van hoofdluizen heeft niets met hygiëne te maken.
  • Luizen kunnen alleen kruipen, ze kunnen niet vliegen of springen. Ze verplaatsen zich vooral van het ene naar het andere hoofd door direct hoofdcontact.
  • Kinderen en huisgenoten van een besmet kind lopen een groter risico omdat ze vaker hoofdcontact hebben.

Symptomen

Een luis voedt zich door het zuigen van kleine hoeveelheden bloed doorheen de hoofdhuid. Tijdens het voeden komt er speeksel vrij, wat jeuk kan veroorzaken.

Besmetting

Besmetting kan je vermijden door:  

  • Vermijd zo veel mogelijk hoofd-hoofdcontact.
  • Vermijd het gemeenschappelijk gebruik van haarborstels, mutsen, sjaals, hoofddeksels, handdoeken, bedlinnen of knuffels.
  • Vermijd overvolle kapstokken, jassen hangen best ongeveer 15 cm uit elkaar.

Verzorging en aanpak

Wanneer je hoofdluizen vaststelt, is het belangrijk om onmiddellijk een behandeling te starten en erover te praten om zo verdere verspreiding zoveel mogelijk te vermijden. Verwittig ook de opvang zo snel mogelijk.  

Luizen kan je het gemakkelijkst opsporen met de nat-kam test. 

  • Alleen het vinden van levende luizen geeft zekerheid dat je kind besmet is met luizen; het vinden van neten is niet voldoende.
  • Kijk alle huisgenoten na op luizen met de nat-kam-methode  

Behandel alle huisgenoten gelijktijdig. Er zijn 2 verschillende behandelingsmethoden:

  • De nat-kam-methode
  • Hoofdluismiddelen  

De nat-kam-methode geniet de voorkeur want is goedkoop, geen ontwikkeling van resistentie en geen nevenwerkingen.

  • Kammen en haarborstels moeten na elk gebruik gedurende 5 minuten geweekt worden in water van 60°C.
  • Bij hardnekkige aanwezigheid van luizen kan desinfectie zinvol zijn. Was kledij, handdoeken, beddengoed en knuffels op 60°C en herhaal dit na een week. 

Gebruik geen hoofdluismiddelen als er geen luizen zijn vastgesteld.

In de opvang

  • Volg de 10 vuistregels.
    • Heb extra aandacht voor advies 2: Voorzie voor elk kind eigen spullen
  • Creëer een open houding over luizen. Maak afspraken met ouders bij de inschrijving. Vraag dat ze zo snel mogelijk de opvang op de hoogte brengen als hun kind luizen heeft. Stimuleer ouders om hun kindje regelmatig te controleren, bv na elke schoolvakantie. Vroege detectie kan een hoop werk besparen.  
  • Roep alle ouders op om hun kinderen te controleren op luizen aan de hand van de nat-kam-methode, liefst nog dezelfde dag. Je kan deze folder uitdelen aan de ouders: Luizen te lijf! Wat elke mama en papa moet weten over luizen. | Vlaanderen.be.  

Wat als de luizen blijven terugkomen?

  • Bij sommige kinderen blijven de luizen hardnekkig terugkomen. Dit kan meerdere redenen hebben. Sommige kinderen zijn gewoon vatbaarder voor luizen. Het betekent niet dat een behandeling niet gewerkt heeft, het kan evengoed om een nieuwe besmetting gaan.
  • Zoek samen met de ouders naar een haalbare oplossing. Probeer te achterhalen waar het probleem zit. Wordt de behandeling niet goed uitgevoerd? Zijn de ouders goed geïnformeerd? Hebben de ouders goed begrepen hoe ze de nat-kam methode moeten doen? Worden alle gezinsleden tegelijkertijd gecontroleerd en behandeld? Gaat het over herbesmettingen?
  • Bij hardnekkige aanwezigheid van luizen kan desinfectie zinvol zijn.

Kan je kind naar de opvang komen?

Het weren van een kindje met luizen uit de opvang, is niet zinvol en niet aangewezen. Kinderen met luizen mogen aan alle activiteiten deelnemen. 

Mag je kind naar het consultatiebureau van Kind en Gezin gaan?

Je kind kan naar het consultatiebureau komen.