Maag-darminfecties

Wat is het?

  • We spreken we van diarree bij een plotse verandering van het stoelgangspatroon met 3 of meer waterige stoelgangen per dag. 
  • De ziekte gaat doorgaans vanzelf over, na 4 tot 7 dagen.
  • Bij ernstige of langdurige symptomen beslist de arts of verder onderzoek, zoals een laboratoriumtest, aangewezen is.
Wist je dat?

Niet alle platte stoelgang komt door een infectie. Ook verandering van voeding (peuterdiarree), voedselallergie, sommige geneesmiddelen of darmaandoeningen kunnen diarree teweegbrengen. Deze kinderen zijn niet besmettelijk. En ze kunnen gewoon naar de opvang komen.

Symptomen

  • De ziekte kan sterk variëren in ernst.
  • Behalve van diarree en braken, kan het kind ook last hebben van een verminderde eetlust, misselijkheid, pijn in de buik en krampen, bloed of slijm in de ontlasting.
  • Jonge kinderen drogen snel uit. Een jong kind kan na een paar uur diarree al zwaar vochttekort vertonen.

Besmetting

  • Een maagdarminfectie bij kinderen wordt meestal veroorzaakt door een virus, soms door een bacterie of een parasiet.
  • Een besmet kind scheidt ziektekiemen uit via stoelgang, speeksel en braaksel.
  • Overdracht naar een ander gebeurt meestal via besmette handen of door contact met besmette voorwerpen en oppervlakken (besmet speelgoed, fopspeen, voedsel ea.), soms door niezen of braken.
  • Het eten va onvoldoende verhit of onzorgvuldig bewaard voedsel kan ook aanleiding geven tot een bacteriële maag-darmontsteking (bv. salmonella typhus of paratyphus). Lees meer over voedselveiligheid

Vaccinatie

Slechts tegen een beperkt aantal ziekteverwekkers bestaat een vaccin:

Verzorging en aanpak

Volg het advies van Departement Zorg

Een maag-darmontsteking moet door de kinderopvang gemeld worden aan departement Zorg vanaf 3 gevallen met vergelijkbare symptomen in eenzelfde groep in de opvang, over een periode van enkele dagen. EHEC, Salmonella typhi, Salmonella paratyphi en Shigellose zijn verplicht te melden aan departement Zorg door de arts of het labo. 

  • Departement Zorg coördineert de maatregelen om verspreiding van de ziekte te voorkomen.
  • De kinderopvang en de ouders volgen nauwgezet de richtlijnen van departement Zorg.  

Extra voor de kinderopvang 

Informeer je klantenbeheerder bij Opgroeien.

Thuis

Zorg voor een goede hygiëne:

  • Was je handen goed met water en zeep, zeker nadat je de luier hebt verschoond of naar de wc bent geweest en voordat je gaat koken en eten.
  • Hou de wc goed schoon. Heb je meer dan 1 wc thuis? Laat je kind dan op de ene wc gaan en de rest op de andere wc.
  • Maak speelgoed vaak schoon.

Verzorging

  • Heeft je kind koorts, volg de flowchart.
  • Geef je kind regelmatig kleine hoeveelheden vocht. Is hij of zij jonger dan 6 maanden geef dan extra melkvoeding. Leg bij borstvoeding vaker aan. Geef grotere kinderen extra water te drinken.
  • Let op tekenen van uitdroging :
    • minder eetlust  
    • niet willen drinken
    • een droge mond en tong hebben
    • minder (diarree) natte luiers hebben (geen natte luiers meer bij baby’s gedurende 4-6 uur, geen urineren meer bij kinderen gedurende 6-8 uur, donkere urine)
    • niet actief of erg stilletjes is
    • suf of moeilijk te wekken  
  • Geef je kind voldoende rust: in bed blijven hoeft niet, eens naar buiten gaan mag. Speel in op wat je kind aangeeft.  

Naar de dokter?

  • Is het kind jonger dan 3 maanden? Contacteer altijd je arts.
  • Is het kind ouder dan 3 maanden? Volg de algemene toestand op en let op tekenen van uitdroging. Dringend advies van een arts is altijd nodig bij:
    • tekenen van uitdroging : droge lippen, diepliggende ogen, minder plassen,  minder alert, sufheid.  
    • bloedbraken of bloed in de stoelgang
    • hele dag veel buikpijn, naast het braken  
    • bij ongerustheid

Breng je kinderopvang op de hoogte zodat ze het Departement Zorg kunnen inschakelen.

In de opvang

Volg de 10 vuistregels. Heb extra aandacht voor aanpak bij braaksel en diarre.

Let op tekenen van uitdroging:

  • minder eetlust  
  • niet willen drinken
  • een droge mond en tong hebben
  • minder (diarree) natte luiers hebben (geen natte luiers meer bij baby’s gedurende 4-6 uur, geen urineren meer bij kinderen gedurende 6-8 uur, donkere urine)
  • niet actief of erg stilletjes is
  • suf of moeilijk te wekken  

Kan je kind naar de opvang komen?

  • Een kind dat ziek is, voelt zich ellendig en wordt best verzorgd in ee rustige en vertrouwde omgeving. 
  • Je kind kan (terug) naar de opvang komen als het niet te ziek is voor de opvang
  • De ouders en de opvang volgen het advies van departement zorg nauwgezet op, bij de verplicht te melden infectieziekten.

Mag je kind naar het consultatiebureau van Kind en Gezin gaan?

De ouders  volgen het advies van Departement Zorg nauwgezet op, bij de verplicht te melden infectieziekten.

Je kind kan naar het consultatiebureau komen als het niet te ziek is.