Kinderen zijn grote ontdekkingsreizigers en dat begint al in de wieg. Er gaat telkens een nieuwe wereld voor hen open. Een heerlijke tijd voor je kind, maar soms wel vermoeiend voor de ouders.
Ongevallen gebeuren meestal thuis. Wat gevaarlijk is voor een kind, hangt af van zijn of haar leeftijd en ontwikkeling. Hou ook rekening met de persoonlijkheid en mogelijkheden van je kind. Zo kan je heel wat kan doen om ongevallen te voorkomen.
Bekijk de omgeving regelmatig door de ogen van een kind en pas de leefomgeving aan naarmate je kind zich verder ontwikkelt.
Ga snel naar
Aanvaardbare en onaanvaardbare risico's
Een risico is de kans op een negatief gevolg, zoals schrikken of een letsel. Een risico betekent eigenlijk dat de uitkomst van een situatie onzeker is. Dus ja: een risicovolle situatie kan fout aflopen... maar het kan ook goed uitdraaien.
Kinderen leren met vallen en opstaan, maar toch zijn er bepaalde risico’s waar we kinderen niet aan willen blootstellen. Dat zijn onaanvaardbare risico’s. De kans op een negatief gevolg is te groot en er is weinig of geen speelwaarde of het negatief gevolg is te ernstig om ook maar een kleine kans erop toe te laten, bijvoorbeeld gevaarlijke huishoudproducten.
Andere risico’s zijn aanvaardbare risico’s omdat de speelkans veel groter is dan de kans op een foute afloop, bijvoorbeeld een trapje kan vanaf een bepaalde leeftijd een aanvaardbaar risico zijn, want klimmen is voor een peuter een leuke uitdaging.
Wat zijn de meest voorkomende ongevallen?
Er zijn voor Vlaanderen geen recente cijfers over ongevallen met kinderen beschikbaar. Het laatste grootschalige onderzoek dateert van 2003. Toen stond vallen met stip op 1 als meest voorkomend ongeval bij kinderen tussen 0 en 3 jaar. Je kan het rapport van het ongevallenonderzoek uit 2003 hier bekijken.
Typische ongevallen bij baby's
Kenmerkend gedrag
- Je baby slaapt veel en ligt in zijn of haar wieg of bedje.
- Je baby wordt regelmatig verluierd en krijgt zijn of haar badje.
- Je baby drinkt aan de borst of van een flesje.
- Je baby wordt vervoerd in de wagen in een draagbaar autostoeltje of reiswieg.
- Je baby beweegt: trappelt met de voetjes, wipt in de relax, beweegt zich met heel zijn of haar lichaam, probeert om te rollen, grijpt naar alles rondom zich, brengt alles naar de mond …
Typisch ongeval
- Verstikking in de ruimte tussen bedrand en matras, in een hoofdkussen of in een knuffel.
- Val van het verzorgingskussen.
- Verbranding van mond, slokdarm of andere lichaamsdelen door te warme melk.
- Verbranding door te heet badwater.
- Val in de wagen door plots remmen als de autostoel van een baby niet vastgeklikt is.
- Val uit de wieg of het kinderbedje, dat nog in de hoogste stand staat, doordat de baby bij het trappelen zijn of haar beentjes over de rand slaat of zich optrekt tot zit en over de rand duikelt.
- Ophanging aan koordjes, bv. van fopspeen of kleding.
- Inslikken van een klein voorwerp.
- Verbranden aan warme drank die door volwassenen te dichtbij wordt gezet of gedronken.
Tips om ongevallen te voorkomen
- Kies voor een veilig kinderbed of een veilige wieg. Zorg dat de matras aansluit aan de bedrand en geef geen hoofdkussen voordat je kind 2 jaar is.
- Vermijd kussenachtige knuffels.
- Koop een veilige luiertafel of plaats het verzorgingskussen op een stevige tafel of commode.
- Laat je baby nooit onbewaakt op het verzorgingskussen achter en draai je nooit om zonder hem of haar vast te houden.
- Als je een flesje opwarmt in de microgolfoven, rol het flesje dan tussen je handen of schud het voorzichtig nadat het is opgewarmd. Controleer altijd op de binnenkant van je pols of de inhoud niet te warm is.
- Laat eerst koud, dan warm water in het bad lopen en controleer de temperatuur van het water altijd met een badthermometer.
- Zet de relax nooit op een tafel of verhoog.
- Klik je baby vast in de relax, autostoel, reiswieg ...
- Plaats en bevestig de draagbare autostoel of reiswieg altijd correct in de wagen.
- Leg je baby als hij of zij meer beweeglijk is niet meer in een wieg. Gebruik dan een veilig kinderbed waarvan je de bodem in een lagere positie kan plaatsen en plaats ook de speelbox in de laagste stand.
- Hou altijd toezicht en blijf in de buurt als je baby slaapt.
- Ga extra kijken als je baby huilend in slaap is gevallen.
- Een fopspeenhouder mag max. 22 cm lang zijn. Laat je kind hier niet mee in slaap vallen.
- Vermijd alle lintjes en strikjes aan de kleding van je baby. Koop of gebruik voor kinderen jonger dan 7 jaar nooit kleding (jas, trui, sweater ...) met koordjes in de buurt van het hoofd of de nek.
- Hang speelgoed of een fopspeen niet aan koordjes in het bed of de box van de baby. Let er ook op dat je baby niet aan andere koorden, bv. van rolgordijnen, kan.
- Hou kleine voorwerpen buiten het bereik van je kind.
- Geef enkel speelgoed dat aangepast is aan de leeftijd. Leer oudere kinderen om hun speelgoed bij zich te houden.
- Controleer of onderdelen van knuffels of ander speelgoed stevig vastzitten.
- Zet geen warme dranken in de nabijheid van je kind (salontafel, tafel ...) en neem je kind nooit op schoot als je een warme drank drinkt.
Typische ongevallen bij kruipers
Kenmerkend gedrag
- Je kind zit zelfstandig in de wandelwagen, de relax, de kinderstoel ...
- Je kind beweegt al vlot vooruit door te kruipen.
- Je kind wil alles nemen en voelen.
- Je kind trekt zich op tot zelfstandig staan tegen een stoel, de box, een tafel of een trap.
- Je kindje volgt overal.
- Je kindje kan meestal al mee met de fiets.
Typisch ongeval
- Onderuitglijden of vallen uit de wandelwagen, relax, kinderstoel...
- Vallen van de trap.
- Verbranding.
- Val tegen de hoek van de salontafel.
- Omvallen van stoel of kast doordat je kind zich daaraan optrekt.
- Klemmen van vingertjes of handjes tussen een deur.
- Verbranden aan een strijkijzer, de kachel, de friteuse, kookpotten...
- (Bijna-)verdrinking in bad of in het zwembadje in de tuin.
- Klemmen van voetjes tussen fietsspaken.
Tips om ongevallen te voorkomen
- Zet je baby veilig vastgeriemd in de relax, wandelwagen, kinderstoel,...
- Laat je kind niet alleen als hij of zij in een kinderstoel zit.
- Laat je kind nooit alleen in bad, ook niet als hij of zij in een badstoeltje zit.
- Plaats een kinderhekje.
- Zet een vuurscherm voor de kachel.
- Breng tafelhoekbeschermers aan.
- Hou je kind zoveel mogelijk uit de buurt van deuren en zet openstaande deuren vast.
- Vervang het tafellaken door placemats, zodat je kind er zich niet aan kan optrekken en zo warme gerechten en dranken over zich heen krijgt.
- Trek het snoer van het strijkijzer op, zodat je kind er niet bij kan.
- Gebruik een fornuisrekje en draai de stelen van kookpotten naar binnen. De keuken is de gevaarlijkste plaats in huis: laat je kind er dus nooit alleen.
- Laat je kind nooit alleen in bad of in een (opblaasbaar) zwembadje.
- Vervoer je kind met de fiets in een veilig fietsstoeltje.
- Klik een kind vast in een stoeltje en zet het een helm op.
Typische ongevallen bij peuters
Kenmerkend gedrag
- Je kind begint zelfstandig te lopen.
- Je kind is nieuwsgierig en grijpt naar alle voorwerpen.
- Je kind gaat mee in de auto in een autostoel.
- Je kind bootst graag na.
- Je kind is ondernemend, wordt zich bewust van zijn of haar mogelijkheden.
- Je kind ontdekt zichzelf en verlegt voortdurend zijn of haar grenzen.
Typisch ongeval
- Vallen van hoogte: trap, stoel, fietsstoel, zetel...
- Knellen van vingertjes, handjes of voetjes tussen een autodeur of fietsspaak
- Vergiftiging
- Snijwonden
- Elektrocutie
- Verdrinking
- Bijtwonden door contact met dieren
- Verbranden aan lucifers en aanstekers
Tips om ongevallen te voorkomen
- Breng een antisliplaag aan onder het tapijt of berg het tapijt enkele maanden weg.
- Leer je kind de trap veilig op- en afgaan.
- Geef extra aandacht aan het balkon: zorg ervoor dat je kind nergens op kan klimmen (bv. vuilnisbak).
- Kies voor een veilig systeem om je kind mee te nemen met de fiets. Zorg er ook voor dat zijn of haar voetjes niet tussen de fietsspaken kunnen raken.
- Zet je kind klikvast in een autostoel in de wagen en kijk bij het in- en uitstappen extra uit voor zijn of haar voetjes en handjes.
- Hou geneesmiddelen, gevaarlijke producten en giftige planten buiten het bereik van je kind.
- Zet gevaarlijke voorwerpen achter slot. Bewaar giftige producten in hun oorspronkelijke verpakking met de verplichte veiligheidssluiting.
- Bewaar messen en scharen achter slot.
- Beveilig alle stopcontacten en verlengsnoeren die nog niet beveiligd zijn.
- Hou actief toezicht als een kind in de buurt van water komt (zwembad, plonsbad, zee...).
- Gebruik veilige drijfmiddelen (zwembandjes, zwemvestjes...).
- Let op in de nabijheid van dieren. Leer je kind dat hij of zij geen vreemde dieren mag aaien. Geef zelf het goede voorbeeld.
- Leer je kind stap voor stap en afhankelijk van zijn of haar mogelijkheden het gevaar te herkennen en ermee om te gaan.
- Maak duidelijke en vaststaande regels en uitdrukkingen voor welbepaalde gevaren, bv. kom niet aan de hete soepkom, je kan je verbranden.
- Een kind klimt graag in en uit de zetel. Om botsingen te voorkomen, kan je de salontafel beter even wegnemen.
- Verlucht met het raam in klapstand.
- Zorg dat je kind nergens op kan stappen om uit het raam te klimmen. Zet bijvoorbeeld geen plantenbakken en stoelen in de buurt van een raam. Ook een bed plaats je best niet onder het raam. Een vliegenraam biedt geen bescherming tegen vallen.