Afbouwen en stoppen met borstvoeding

Stoppen met borstvoeding is voor jezelf en je baby een grote stap. Hij of zij moet leren drinken uit een fles of beker en wennen aan een andere voeding en een nieuwe smaak. Dat verloopt niet altijd even vlot, maar uiteindelijk went elk kind eraan. Bouw je melkproductie met zorg af en vervang de intieme momentjes tijdens de borstvoedingen door oneindig veel knuffels! Laat je niet leiden door je omgeving en voel je niet schuldig wanneer je beslist om (gedeeltelijk) te stoppen.

• Wanneer je gedeeltelijk of volledig wil stoppen met borstvoeding, bouw je de borstvoedingen best stap voor stap af. Je start door elke dag op een vast moment een borstvoeding te vervangen door een flesje ontdooide moedermelk of kunstvoeding of door een vaste voeding als je baby ouder is dan 6 maanden. Heb je nog een voorraad afgekolfde moedermelk in de diepvries, geef deze dan bij voorkeur eerst. Na 4 à 7 dagen is je melkproductie aangepast en kan je een volgende borstvoeding vervangen door een fles of een vaste voeding.

• Door het geleidelijk aan te doen, kunnen je borsten langzaam wennen aan de verminderde melkproductie en zal je minder last hebben van gespannen borsten. 

• Te snel afbouwen kan leiden tot stuwing of tot een borstontsteking.

• Je gaat pas naar de volgende stap als je geen last meer hebt van pijnlijke stuwing.

• Begin met de borstvoeding waarbij je baby het minste drinkt. Schakel de ochtend- en avondvoeding als laatste om naar flesvoeding.

Je melkproductie vermindert zodra je je baby minder aanlegt. Je kan 1 of meer borstvoedingen vervangen op een vast tijdstip. Heb je nog een voorraad afgekolfde moedermelk in de diepvries, geef deze dan bij voorkeur eerst. Je kan werken volgens het schema hieronder.

In welke mate je melkproductie hierop reageert is erg verschillend. Hou er rekening mee dat wanneer je minder vaak gaat aanleggen dan om de 3 uur, de melkproductie soms heel snel kan stoppen.

• Stop je volledig met borstvoeding, dan stap je het best geleidelijk aan over op een aangepaste zuigelingenvoeding en vaste voeding als je baby ouder is dan 6 maanden.

• Ook hier kan je eerst je voorraad afgekolfde moedermelk uit de diepvries opgebruiken.

Afhankelijk van het aantal borstvoedingen dat je geeft, kan je werken volgens één van de schema’s hieronder.

Misschien is het om medische redenen nodig om de borstvoeding plots af te breken. Je borsten zullen hierdoor erg gespannen en gestuwd raken, wat kan leiden tot een borstontsteking.

• Draag een goed ondersteunende, niet-knellende beha.
• Vermijd hardhandige massage want dit kan borstweefsel beschadigen.
• Leg een koud gelpack gedurende 10 minuten en herhaal dit elk half uur tot de pijn en zwelling verminderd is. Heb je geen gelpack dan kunnen ijsblokjes of een bevroren wegwerpluiertje gevuld met water ook prima dienst doen.  
• Pijnstillende en ontstekingsremmende medicatie is aangewezen. 
• Als je hulp kan regelen voor huishoudelijke taken, kan je zelf meer rusten.
  ​​​​
  Verminderen de klachten niet binnen 24 à 48 uur of nemen de klachten toe, raadpleeg dan je arts. 

• Rond de leeftijd van 6 maanden krijgen de meeste baby's tandjes. Meestal vormt dit geen probleem voor het geven van borstvoeding. Een baby doet immers zijn mond wijd open en 'kauwt' niet de melk uit de borst, maar drinkt het. De tong ligt over de onderkaak heen, dus eventuele tandjes worden bedekt.
• Het is wel mogelijk dat een baby die last heeft van doorkomende tandjes even zijn tanden in de borst wil zetten en anders aan de borst gaat drinken om de pijn te verzachten. Leer dit af door je baby rustig van de borst te halen, rustig te vertellen dat hij niet mag bijten en de voeding te stoppen. Geef na enige tijd (bijvoorbeeld 15 minuten) de borst weer. Meestal blijft het bijten beperkt tot 1 of 2 keer.
• Als het niet zo snel overgaat, observeer dan wanneer de baby bijt. Doet hij het aan het begin of op aan het einde van de voeding. Aangezien een baby niet kan bijten en drinken tegelijk, zal hij eerder gaan bijten als er weinig of geen melk uit de borst komt. Dus: als de borst (bijna) leeggedronken is of als de toeschietreflex nog niet is opgetreden. Wie goed oplet, merkt wanneer hij gaat bijten. Door hem op tijd van de borst te halen, kan men het bijten voorkomen en hem leren dat het bijten ongewenst is.
• Soms heeft bijten een andere oorzaak. Wanneer baby's onvoldoende ondersteund worden, gaan ze onwillekeurig aan de borst 'hangen'. Om te voorkomen dat ze de tepel 'verliezen' klemmen ze hun kaken om de borst. Het helpt dan om extra steun te nemen bij het voeden (bijvoorbeeld de arm op een armleuning leggen of een kussentje onder de baby zetten).