Fruit

Kies altijd voor zacht, zoet, vers en rijp seizoensfruit zonder pitjes of velletjes. Begin met vruchten zoals banaan, appel, peer, meloen, perziken, pruimen, ... Gaat dit goed, probeer dan gerust kiwi’s, citrusvruchten, mango, ... 

• Er zijn geen vaste hoeveelheden die elk kind precies moet eten, omdat eetlust en voedingsbehoeften sterk kunnen variëren per kind en zelfs per dag. Het is belangrijk om te letten op de honger- en verzadigingssignalen van je kind om ervoor te zorgen dat ze voldoende, maar niet te veel eten.
• Start met enkele lepeltjes gepureerd fruit. Als je kindje stopt na enkele hapjes, geef je nadien nog melkvoeding bij.
• Vanaf 12 maanden geef je in een gezond voedingspatroon fruit als tussendoortje. 

1. Spoel het fruit in koud water tot het spoelwater zuiver is.
2. Verwijder de pel, schil en/of pit(ten). Verwijder verlepte en dorre delen. Ontpitte en ontvelde druiven mogen ook.

1. Snij het fruit in grote gelijke delen.
2. Maak het fruit fijn met een rasp of met een vork. Ga vanaf 8 maanden geleidelijk aan van fijn (geplet) naar grover (geprakt) voedsel. 
3. Geef het fruit zodra het klaar is, zo behoud je de vitamines en smaak. Hou geen restjes voor de volgende dag of vries het niet in.
4. Moet je het fruit uitzonderlijk toch vooraf klaarmaken, bewaar het dan in een afgedekte glazen bokaal of plastic voedingspotje op een koele, donkere plaats zodat er zich geen ziekteverwekkende bacteriën kunnen vermenigvuldigen. Serveer het nog de dag zelf.
5. Als je kind al goed kan kauwen, kan je vanaf 12 maanden proberen om fruitpap te vervangen door een portie fijngesneden fruit. 

• Door afwisseling ontwikkelt je baby zijn smaakzin en krijgt hij of zij verschillende vitamines binnen.
• Geef ook eens een fruitsoort apart. Zo leert je baby die smaak beter kennen en is het snel duidelijk of hij of zij die fruitsoort lust.
• Geef een nieuwe fruitsoort enkele dagen na elkaar. Wacht intussen met ander fruit. Zo is het snel duidelijk of hij of zij die fruitsoort lust.
• Kies niet altijd de traditionele fruitcombinatie van appel, sinaasappel en banaan. Vers fruit is een bron van vitamine C, maar niet elke vrucht bevat er evenveel van. Kiwi’s, sinaasappelen en mandarijntjes zijn de toppers. Appelen, peren en pruimen bevatten bijna geen vitamine C. De teeltwijze en het seizoen kunnen ook voor schommelingen zorgen.
• Voeg geen suiker of andere zoetmiddelen toe. Het is belangrijk dat je baby de smaak van verschillende fruitsoorten in hun ‘puurheid’ leert kennen. Het toevoegen van suiker kan er bovendien voor zorgen dat kinderen gewoon raken aan zoet en minder zullen openstaan voor andere smaken. Zo vergroot de kans op kieskeurig eetgedrag. Bovendien is suiker niet goed voor de tanden en zitten er geen vitamines of mineralen in.
• Voeg geen yoghurt of plattekaas toe. Ze bevatten veel eiwitten. Die belasten de nieren van de baby. Dit geldt ook voor diverse kaasjes die speciaal voor kinderen aangeprezen worden. Borst- of flesvoeding levert genoeg eiwitten.
• Blikfruit, fruit in glas of (gevitamineerde) vruchtensiropen zijn niet schadelijk voor de baby, maar vaak is aan deze producten veel suiker toegevoegd: je baby krijgt meer energie binnen dan nodig, de kans op tandbederf vergroot en je baby went aan een zoete smaak. Er zijn wel blikken of bokalen fruit te verkrijgen waaraan geen suiker is toegevoegd. Op het etiket staat dan ‘op eigen sap’. Vers fruit is toch te verkiezen vanwege het hogere gehalte aan vitamine C.
• Gedroogd fruit heeft niet de dezelfde voedingswaarde als vers fruit. Het is vooral een bron van suiker.
• Heeft je kind een afkeur voor het aanvaarden van fruit en blijft dit zo, kan je proberen fruit lichtjes te stoven of op te warmen.

De wijzer Gezond eten geeft een handig overzicht van welk fruit en groenten je kan geven per leeftijd op basis van ontwikkeling.