Hoeveel vaste voeding heeft een kind nodig?

Elk kind is uniek en niet elk kind eet dus evenveel. Een kind kan goed aangeven of het honger heeft of  verzadigd is. Het honger- en verzadigingsgevoel van je baby volgen is de start van een gezond eetpatroon. Er zijn geen vaste hoeveelheden die elk kind moet eten, omdat de eetlust en voedingsbehoeften van een kind sterk variëren per maaltijd, maar ook in het aantal maaltijden op een dag en zelfs van dag tot dag.

  1. De eerste hapjes zijn bedoeld om kennis te maken met nieuwe smaken en texturen. Enkele lepeltjes voor, na of tussen borst-of flesvoeding volstaan. Volg de signalen van je baby.
  2. Geleidelijk ontwikkelen de eetvaardigheden zich verder en zullen de hoeveelheden toenemen op het ritme van je kind
Link naar video: Wat je moet weten over eten
Wat je moet weten over eten

Er bestaat weinig recent wetenschappelijk onderzoek naar de ideale portiegrootte voor baby’s. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geeft het advies om telkens 125 g vaste voeding aan te bieden en dit bij baby’s van 6 tot 8 maanden 2 tot 3 keer per dag en bij baby’s van 9 maanden tot 1 jaar 3 tot 4 keer per dag. Tot de leeftijd van 1 jaar halen baby's de meeste energie uit borst- of flesvoeding.

Vanuit onze traditie om een kind 2x vaste voeding per dag te geven kunnen we het advies van de WHO vertalen naar:

  • baby’s van 6 tot 8 maanden: 2 x 125 à 200 g per dag
  • baby’s van 9 maanden tot 1 jaar: 2x 200 à 250 g per dag  en starten van een broodmaaltijd
Wist je dat?

Het is het belangrijk is om het verzadigingsgevoel van je kind te respecteren. Als je kind frequenter kleinere porties vraagt, mag je het ritme van je kind volgen. Zo zullen sommige kinderen 3 à 4 keer vaste voeding nodig hebben om aan het advies van de WHO te voldoen. De voedingsbehoefte van elk kind is verschillend. Herken de verzadigingssignalen van je kind en respecteer ze.

Volgende signalen geven bij het eten van vaste voeding aan wanneer je baby voldoende heeft gegeten:

  • het hoofdje wegdraaien
  • eten wegduwen 
  • de lippen stijf op elkaar houden 
  • met eten spelen
  • huilen
  • uit de kinderstoel willen