Vaste voeding vanaf 6 maanden

Je baby heeft steeds meer energie en ijzer nodig. Dit is het moment om de voeding meer te variëren. Daarom mag je zijn menu uitbreiden met vlees, vis, ei of vleesvervanger.

Ga snel naar

    Groente-en fruitpap vanaf 6 maanden

    Je mag vanaf nu mager vlees, vis, een half ei of een vleesvervanger toevoegen. Varieer voldoende. Als je op 6 maanden start, laat je baby dan even wennen vooraleer je vlees of vleesvervanger bijvoegt.

    Je baby komt in een fase van beginnende kauwbewegingen. Zolang de kauwreflex nog onvoldoende ontwikkeld is, maak je de voeding het best nog fijn. In principe hoeven groenten, aardappelen, vlees/vis of fruit niet gemengd te worden. Alles afzonderlijk geven, heeft wel het voordeel dat je baby de smaak van de verschillende voedingsmiddelen leert kennen.

    Vanaf het moment dat je kind stevig rechtop kan zitten in de kinderstoel, kan hij met de rest van het gezin mee aan tafel tijdens de maaltijd. Veel kinderen vinden dit leuk, ze horen er graag bij.

    Sommige ouders verkiezen de Baby- ledweaning methode (BLW). BLW gaat uit van de zelfstandigheid van het kind. Het leert de voedingsmiddelen met de eigen zintuigen kennen en bepaalt zelf wat en hoeveel het eet. Wetenschappelijk bewijs dat BLW beter zou zijn dan de traditionele methode is er niet. Het ene sluit het andere niet uit: combineer oefenknabbeltjes met lepelvoeding.

    Combineer sowieso vanaf 6 maanden per maaltijd een paar zachtgekookte voedingsmiddelen die je baby met de vingers kan eten: stukjes gare kip, stukjes zacht, rijp fruit, een gekookt roosje broccoli, … Dit stimuleert de fysieke en mentale vaardigheden en geeft je baby zelfvertrouwen. Kinderen moeten smaken leren appreciëren. Ze hebben een voorkeur voor zoet en zoute smaken en een aangeboren afkeer van bittere en zure smaken. Dit heeft een evolutionair voordeel: de aangeboren afkeer van deze smaken behoedt de baby of peuter om zaken te eten die slecht zijn voor hem of haar. Daarom vinden ze groenten en fruit die bitter of zuur smaken meestal niet lekker. Experimenteren met eten is een goede manier om kinderen vertrouwd te maken met allerlei voedingsmiddelen.
     

    Potjesvoeding is vrij duur, maar heeft ook zijn voordelen.

    illustratie Kind en Gezin baby eet aan tafel met ouders en morst
    Een kleine hap, een grote stap

    Indra en Charlotte zijn logopedisten, Lobke is kinderdiëtiste. Ze onderscheiden enkele voedingsmijlpalen voor de leeftijd van 1 jaar en delen tips om die vlot te overbruggen.

    Lees het interview met Indra, Lobke en Charlotte

    Vlees, vis of ei

    Vlees is een bron van eiwitten, vitamines en mineralen en dat is positief. Een baby heeft zeker niet elke dag vlees nodig. Het is een goede bron van eiwitten, ijzer en vitamines, maar die voedingsstoffen zitten ook in andere producten. Kies voor vers vlees zonder zichtbare vetrandjes, zoals kip, kalkoen, paarden-, kalfs-, runds- of varkensvlees. Snij het vlees heel fijn. Begin met 1 eetlepel, verhoog de hoeveelheid langzaamaan tot maximaal 25 g (2 eetlepels) op 12 maanden.

    Alle verse zeevis, zoals kabeljauw, rog, schelvis, tong, staartvis, tonijn, pladijs en zalm, is geschikt voor baby’s. Koop liefst gefileerde vis en pas op voor graten. Maak de vis gaar door hem bv. te stomen samen met de aardappelen en groenten. De Hoge Gezondheidsraad beveelt aan om 1 tot 2 keer per week vis te eten, waarvan 1x vette vis. Begin met 1 eetlepel, verhoog de hoeveelheid langzaamaan tot 30 g op 12 maanden.

    Eieren zijn rijk aan voedingsstoffen zoals eiwit en onverzadigde vetten. Daarnaast bevatten ze veel vitamines en mineralen. Dit maakt eieren een volwaardige vleesvervanger. Bij de start vervangt een half ei 1 portie vlees. Geef je kindje maximum 1 ei per week.

    Een suggestie voor de verdeling van eiwitbronnen per week:

    • 2 keer vers wit vlees: gevogelte zoals kip of kalkoen
    • 2 keer vers rood vlees zoals biefstuk of varkenshaasje
    • 1 keer (vette) vis zoals zalm
    • 1 keer peulvruchten (zoals linzen of kikkererwten) of plantaardige eiwitbronnen (zoals tofu of mycoproteïne)
    • 1 keer eieren
    Wist je dat?

    Een goede regel: je kind bepaalt niet wat er op tafel komt, maar wel hoeveel het eet. Je kind kan zelf voelen hoeveel eten het nodig heeft. Dit verschilt van kind tot kind en per periode.

    Eiwitbronnen in een vegetarische voeding

    Vegetarisch en veganistisch eten is er bewust voor kiezen om zonder dierlijke eiwitbronnen (vlees, vis, ei, zuivel, ...) te eten. Daarbinnen zijn er verschillende strekkingen. Het lacto-ovo vegetarisme is de bekendste: wel zuivel (lacto) en eieren (ovo), maar geen vlees of vis.  

    Wordt geen enkel dierlijk product gegeten, dan spreken we over veganisme. Het is soms moeilijk om een evenwichtige nutritionele balans te bereiken wanneer alle dierlijke producten weggelaten worden. Veganisme wordt daarom niet aanbevolen voor zuigelingen en peuters. Als je voor veganistische voeding kiest, is begeleiding nodig door gezondheidswerkers (arts, diëtist, ...) met kennis van veganisme. Extra vitaminen, mineralen en verrijkte voedingsmiddelen zijn noodzakelijk om de tekorten op te vangen.

    De voorkeur gaat voor baby's en peuters naar een lacto(ovo)-vegetarische voeding. 

    Extra drinken

    Melkvoeding is nog altijd het belangrijkste. Wil een kind gewoon wat meer drinken dan alleen zijn melkvoeding, kan dit gerust. Water geniet de dagelijkse voorkeur. Je baby kan nu uit een beker leren drinken.