Eén ouder, één taal

Elsa en Eddie hebben gekozen voor 'één-ouder-één-taal' of 'OPOL': one parent, one language.

Elke ouder spreekt één taal met het kind: Elsa spreekt Spaans en Eddie Nederlands. Ze besluiten hun kinderen Lucia en Joseph van bij hun geboorte in deze twee talen op te voeden: Elsa spreekt enkel Spaans met hen, Eddie enkel Nederlands.

Eddie: "We hebben gekozen voor één-ouder-één-taal. Dit betekent dat ieder van ons één taal zal spreken met Lucia. We vermijden om de twee talen te mengen. We hebben veel nagedacht over wat we wilden en hoe we het gingen doen. Ik spreek alleen Nederlands en het lag dus voor de hand dat ik met Lucia enkel Nederlands zou spreken. Elsa spreekt Spaans en Nederlands en zij koos er bewust voor om enkel Spaans te spreken."

Alleen in het Spaans kan ik mij spontaan en vlot uitdrukken. Als ik Spaans spreek moet ik niet naar woorden zoeken.

Elsa

quote-mark

Elsa: "Mijn familie woont in Spanje en het is voor mij heel belangrijk dat Lucia een band heeft met ‘abuelo’ en ‘abuela’. We willen ook dat zij met hen kan spreken wanneer ze ons komen bezoeken of als wij op vakantie naar Spanje gaan. Het voelde heel natuurlijk om te kiezen voor Spaans. Spaans is de taal van mijn hart. Alleen in het Spaans kan ik mij spontaan en vlot uitdrukken. Als ik Spaans spreek moet ik niet naar woorden zoeken. Ze komen vanzelf! Ik vind het super om de liedjes die mijn oma voor mij zong nu voor Lucia te kunnen zingen. Spaans is ‘de taal van ons tweetjes’!"

Kiezen voor 'één ouder, één taal'?

'Eén ouder, één taal’ is enkel zinvol als de ouders zich vlot kunnen uitdrukken in de gekozen taal. Aangezien zowel Elsa als Eddie hun moedertaal spreken, is dat voor hen geen enkel probleem. 

De meeste kinderen die met 'één ouder, één taal' worden opgevoed, maken veel kans om meertalig te worden. Maar het lukt niet altijd: bij ongeveer een kwart van de kinderen is dat niet zo. 

Er bestaat een risico op verlies van een van beide talen. Dit is de taal die buiten het gezin het minst gesproken wordt, in geval van Lucia, het Spaans. Want buiten het gezin (bijvoorbeeld in kinderopvang, kleuterschool, ...) wordt er meestal enkel Nederlands gesproken.  

Een belangrijk aspect bij ‘één ouder, één taal’ is ook de taal die ouders onderling spreken. Bijvoorbeeld, als Eddie en Elsa onderling (in aanwezigheid van Lucia) enkel Nederlands spreken, dan neemt taalinput in het Spaans, en dus de kans op meertaligheid van Lucia, weer af. Ouders die kiezen voor ‘één -ouder één taal’, kunnen zoeken naar manieren om de taal die buiten het gezin minder gesproken wordt te beschermen.

Zo gaat Lucia bijvoorbeeld vaak naar opa en oma om Spaans te praten.