Je kind mag nog meer soorten groenten en fruit en ook gebakken vlees of vis eten. Hij mag nu bijna alles eten, maar een evenwichtige en gevarieerde voeding blijft erg belangrijk. Je kindje heeft immers nog altijd specifieke behoeften zoals voldoende calcium, ijzer, vet en niet te veel eiwitten.
Ga snel naar
Groente- en fruitmaaltijd vanaf 12 maanden
Je kind kan beter kauwen, dus je hoeft voeding niet extra fijn te maken.
Het vlees wordt meestal nog gemalen, de rest van de voeding mag nu gewoon gesneden worden. Zodra je kind kleine, fijngesneden stukjes kan kauwen, hoef je groenten, aardappelen en vlees/vis of vleesvervanger niet meer te mengen, maar kan je ze in aparte stukjes geven. Zo kan het zich geleidelijk aan aanpassen aan normale eetgewoonten.
Fruit en groenten
Vanaf nu kan je een aantal fruitsoorten geven die pitten bevatten of een moeilijkere structuur (velletjes, vezelig) hebben zoals: druiven, kersen, bessen en ananas.
Als je kind al goed kan kauwen, kan je proberen om fruitpap te vervangen door een portie fijngesneden fruit. Het is niet nodig om nog telkens een koek apart te geven. Het dagelijks toevoegen van koek aan de fruitpap leidt immers tot de gewoonte om op het moment dat fruitpap overgaat in stukjes fruit ook apart nog een koek aan je kind te geven. Dit is niet nodig.
Bij de groentemaaltijd kan je eens fijngesneden of geraspte groenten zoals sla, tomaat, wortel, ... uitproberen. Wacht ermee tot je kind al flink kan kauwen. Snij de rauwkost ook heel fijn. Zo kan je kind zich niet verslikken. Bereidingswijzen zoals roerbakken en beetgaar (al dente) kunnen als je kind voldoende kan kauwen.
Vlees en vis
Voortaan mag je vlees of vis af en toe bakken in plaats van het te stomen of te koken. Het mag ook geroosterd worden, zolang het niet verbrandt of taai en hard wordt. Wissel vooral veel af. Let er ook op dat het volledig gaar is. Snij of plet het fijn.
Een suggestie voor de verdeling van eiwitbronnen per week:
- 2 keer vers wit vlees: gevogelte zoals kip of kalkoen
- 2 keer vers rood vlees zoals biefstuk of varkenshaasje
- 1 keer (vette) vis zoals zalm
- 1 keer peulvruchten (zoals linzen of kikkererwten) of plantaardige vervangproducten (zoals tofu of quorn)
- 1 keer eieren
Zelf oefenen met een lepel
Je kind wil zelfstandig eten. Een lepel naar de mond leren brengen zonder onderweg het eten te verliezen, is niet makkelijk!
- Laat je kind oefenen.
- Reageer positief als je kind zelf eten met de lepel naar de mond brengt en beloon met een compliment.
- Hou eventueel zelf ook een lepel vast om af en toe een hapje bij te geven.
- Lukt het alleen eten beter? Bouw dan het gebruik van de tweede lepel af.
Portie
Kinderen tussen 1 en 6 jaar groeien heel snel en zijn heel actief. Geef gezonde, aantrekkelijke maaltijden en tussendoortjes. Spreid de maaltijden over 3 hoofdmaaltijden en max. 2 tussendoortjes. De meeste kinderen kunnen immers nog maar kleine porties aan.
Vanaf 1 jaar groeit je kind minder snel waardoor hij of zij minder eet dan voordien. Je kind kan moeite ervaren met nieuwe smaken en structuren. Zolang je kind goed groeit en actief is, hoef je je geen zorgen te maken. Ben je toch bezorgd, neem dan zeker een kijkje bij ‘Als eten moeilijk gaat'.
Bekijk de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden in de wijzer Gezond eten.
Melk en afgeleide producten
Melk blijft een belangrijk voedingsmiddel. Dit kan borstvoeding zijn, een aangepaste melkvoeding, volle melk(producten) of calciumverrijkte sojadrink(-producten).
- Geef je geen moedermelk? Geef dan bij voorkeur opvolgvoeding tot 12 à 18 maanden.
- Tussen 12 en 18 maanden kan je ervoor kiezen om over te schakelen op volle melk, calciumverrijkte sojadrink(-producten) of groeimelk of -drink.
Keuze tussen volle melk of groeimelk
Als een gezonde evenwichtige voeding vlot verloopt en je kind neemt een vitamine D-supplement, kan je er voor kiezen om op de leeftijd van 12 à 18 maanden over te schakelen naar volle melk(producten) of calciumverrijkte sojaproducten. Groeimelk of -drink is dan niet noodzakelijk. Gebruik tot de leeftijd van 3 jaar volle melkproducten. Nadien is halfvolle melk voldoende. Vitamine D-suppletie tot de leeftijd van 6 jaar is noodzakelijk.
Verloopt een gezonde evenwichtige voeding moeilijk en/of neemt je kind geen vitamine D-supplement, kan groeimelk of -drink een meerwaarde hebben. Groeimelk maakt het 'gemakkelijker' om een evenwichtig samengestelde voeding te geven.
Groeimelk is verrijkt met mineralen, vitaminen en essentiële vetzuren t.o.v. koemelk en heeft een lager eiwitgehalte. Essentieel is het niet, maar onderzoek wijst uit dat een gezonde peutervoeding echter soms moeilijk te realiseren is. Ze eten al snel te veel eiwitten, te weinig essentiële vetzuren, laag ijzer, enz. In dat geval kan een groeimelk helpen om de inname van ijzer, vitamine D, omega 3-vetzuren, jodium, zink, ... te verhogen en tegelijk de inname van eiwitten niet te hoog te maken.
Geef bij voorkeur groeimelk die niet gezoet is (zie benamingen bij koolhydraten die wijzen op aanwezigheid van suikers) en geen toegevoegde smaak bevat. Bij groeimelk met toegevoegde smaak kan een kindje namelijk de originele melksmaak verleren.
Om je kind gewoon te maken aan de smaak van volle melk(producten) of calcium verrijkte soja(producten) raden we aan ze tussen 2 en 3 jaar geleidelijk te combineren met groeimelk, zolang je binnen de aanbevolen hoeveelheden blijft.
Plantaardige ‘dranken’ zoals notendrank, rijstdrank ... bevatten niet de juiste voedingsstoffen voor de groei en de ontwikkeling van het kind. Ze zijn geen vervanging voor melk.
Hoeveelheid
Hou je aan de aanbevolen hoeveelheid van 350 à 500 ml melkvoeding per dag. Dit is voldoende, zo krijgt je kind niet teveel eiwitten binnen. Deze hoeveelheden zijn noodzakelijk voor een evenwichtig en gevarieerd eetpatroon. Drinkt je kindje teveel melk, dan kan dat soms de oorzaak zijn dat kinderen minder honger hebben of geen zin meer hebben in andere noodzakelijke voedingsmiddelen zoals boterhammen.
Extra drinken
Water geniet de dagelijkse voorkeur. Voldoende drinken is een belangrijk onderdeel van gezonde voeding. Vanaf 12 maanden is leidingwater als drinkwater bruikbaar mits enkele voorwaarden. Melk, (ongezoet) fruitsap, groentesap en groentesoep zijn vochtleveranciers die ook specifieke voedingsstoffen bevatten.
Volkorenproducten
Volkorenproducten leveren veel voedingsvezels en zijn zwaar verteerbaar. Bij kinderen kunnen ze krampen en winderigheid veroorzaken. Wacht met volkorenbrood totdat het kindje voldoende tandjes heeft om het te kauwen.
Start met lichtbruin brood en geef geleidelijk aan brood met meer vezels. Lust een baby geen volkorenbrood, dan is bruin brood een goed alternatief.
Volkorenbrood en andere volkorenproducten kan je starten zodra je kind hiervoor mondmotorisch klaar is. Vanaf de leeftijd van 1 jaar mag je de voeding geleidelijk aanvullen met volle bruine rijst, havermout, volkorendeegwaren en -brood. Maak ze indien nodig nog fijn. Beperk rijst tot 1x per week.
De hele boterham opeten, met korstjes erbij, is een leerproces. Laat je kind kennismaken met de smaak van brood door het een korstje te geven. Later wil de baby misschien geen korstjes meer hebben. Op zich is dit geen probleem, maar bied ze in elk geval aan.
Ontbijtgranen
Je baby kan als afwisseling ook cornflakes, gepofte rijstkorrels, havermout en ontbijtgranen eten. Maak ze indien nodig nog fijn. Door het lange weken kunnen grote graanvlokken immers kleverig worden en wordt het moeilijker om ze door te slikken. Kies niet-gesuikerde ontbijtgranen.
Brochures
- Lees het online inkijkexemplaar
- Download de pdf
- Bestel de gratis printversie
-
Wat eet mijn kindje? Wijzer gezond eten
Ik wil deze affiche -
Brochure gezond eten en bewegen
Ik wil deze brochure -
Kind in beeld - Gezond eten en bewegen
Ik wil deze brochure